ECLI:NL:RBARN:2012:BY7656
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot verlenging ondertoezichtstelling minderjarige na wisselingen gezinsvoogden
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Arnhem op 16 oktober 2012 uitspraak gedaan in een verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling van een minderjarige. De ondertoezichtstelling was eerder verlengd tot 20 oktober 2012, maar de stichting Bureau Jeugdzorg Gelderland verzocht om een verdere verlenging voor de duur van een jaar. De moeder van de minderjarige heeft echter aangegeven dat de voortdurende wisselingen van gezinsvoogden voor veel onrust zorgen en dat zij niet opnieuw een werkrelatie wil aangaan met een nieuwe gezinsvoogd. De kinderrechter heeft de zaak behandeld met gesloten deuren, waarbij de moeder en een vertegenwoordiger van de stichting zijn gehoord. De vader was opgeroepen maar is niet verschenen.
De kinderrechter heeft in zijn beoordeling gekeken naar de gronden voor de ondertoezichtstelling en geconcludeerd dat deze niet meer aanwezig zijn. Twee van de drie ontwikkelingsbedreigingen zijn niet langer van toepassing. De moeder heeft haar woonsituatie verbeterd en is in staat om voor de minderjarige te zorgen. De minderjarige heeft ook vooruitgang geboekt in zijn ontwikkeling. De kinderrechter heeft benadrukt dat de wisseling van gezinsvoogden op zich geen legitieme reden is om de ondertoezichtstelling te verlengen, maar in dit specifieke geval, gezien de omstandigheden en de wensen van de moeder, is er onvoldoende rechtvaardiging om de ondertoezichtstelling tegen haar zin opnieuw op gang te brengen.
De beslissing van de kinderrechter is dat het verzoek tot verlenging van de ondertoezichtstelling wordt afgewezen. Indien er hoger beroep mogelijk is, kan dit worden ingesteld door de verzoekers of andere belanghebbenden binnen drie maanden na de uitspraak, via een advocaat bij het gerechtshof te Arnhem.