ECLI:NL:RBARN:2012:BY9276
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding arbeidsovereenkomst van een werknemer met loonkostensubsidie bij VluchtelingenWerk Gelderland
In deze zaak heeft de kantonrechter te Arnhem op 21 december 2012 uitspraak gedaan in een ontbindingsprocedure van de arbeidsovereenkomst tussen VluchtelingenWerk Gelderland en een werknemer, aangeduid als [werknemer]. De werknemer was sinds 23 april 2001 in dienst bij VluchtelingenWerk Gelderland en werkte 32 uur per week in de functie van assistent afdelingsmedewerker, gefinancierd door een loonkostensubsidie. Door krappe budgetten en de beëindiging van de subsidie was VluchtelingenWerk Gelderland genoodzaakt om de arbeidsovereenkomst te ontbinden. De werkgever voerde aan dat er geen mogelijkheden waren om de werknemer te herplaatsen en dat de beëindiging van de subsidie niet voor rekening van hen moest komen.
De werknemer voerde verweer en stelde dat VluchtelingenWerk Gelderland onvoldoende inspanningen had geleverd om hem te herplaatsen en dat hij recht had op een vergoeding, aangezien reguliere werknemers die ontslagen waren wel een vergoeding hadden ontvangen. De kantonrechter oordeelde dat het ontbindingsverzoek geen verband hield met een opzegverbod en dat de redenen voor ontbinding, namelijk de beëindiging van de subsidie en de reorganisatie van de organisatie, voldoende waren. De kantonrechter concludeerde dat de werkgever geen vergoeding aan de werknemer hoefde te betalen, omdat de gevolgen van de subsidie-intrekking in redelijkheid niet voor rekening van de werkgever kwamen.
De arbeidsovereenkomst werd ontbonden met ingang van 1 januari 2013, en de proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg. De beslissing van de kantonrechter is in lijn met de doelstellingen van de ID-regeling, die beoogt langdurig werklozen te helpen, maar ook de risico's van subsidie-intrekking niet bij de werkgever te leggen.