ECLI:NL:RBASS:1999:AA4078
Rechtbank Assen
- Voorlopige voorziening
- A.H.J. Lennaerts
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in bestuursrechtelijke procedure inzake asielzoekers
In deze zaak heeft de president van de Arrondissementsrechtbank te Assen op 6 januari 1999 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, aangeduid als A, had bezwaar gemaakt tegen twee besluiten van het bestuur van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers, die op 22 en 26 oktober 1998 waren genomen. Ondanks dat verzoeker op dat moment in Z verbleef en er geen beslissingen waren genomen in het kader van de Vreemdelingenwet, werd het verzoek om voorlopige voorziening ingediend bij de rechtbank te Zwolle, maar werd terecht doorgezonden naar de rechtbank te Assen.
De president oordeelde dat op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Tijdens de zitting op 4 januari 1999 was verzoeker niet aanwezig, maar werd vertegenwoordigd door zijn advocaat, mr. K. Victorian. De verweerder, vertegenwoordigd door mr. A. Tardjopawiro, was ook aanwezig. Verzoeker had geen eigen middelen van bestaan en was afhankelijk van derden voor onderdak en voedsel, wat leidde tot de vraag of hij in staat was griffierechten te betalen.
De president concludeerde dat de verzoeker niet in staat was om griffierechten te betalen, en dat het vereiste van betaling van griffierechten buiten toepassing moest worden gelaten. Verder werd vastgesteld dat er geen op schrift gestelde beslissingen van de verweerder waren, waardoor er geen sprake was van besluiten in de zin van de Awb. Dit leidde tot de conclusie dat het bezwaar niet-ontvankelijk moest worden verklaard. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, en dit werd uitgesproken door de fungerend president, mr. A.H.J. Lennaerts, in aanwezigheid van de griffier, dr. A.T. Marseille.