Tussen partijen staat, als enerzijds gesteld en anderzijds erkend, althans niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken, op grond van artikel 149 van het Wetboek van Rechtsvordering het navolgende vast dat aan de beslissing van de rechtbank ten grondslag wordt gelegd:
a. [eigenaar] is eigenaar en exclusief bevoegd directeur van Plassania Beheer B.V. (eiseres). Met die vennootschap doet hij al vele jaren zaken in het horecabedrijf.
b. Eiseres heeft het pand met horecabestemming aan de Peperstraat 12 te Groningen gekocht, waarin Pizzeria Contini werd geëxploiteerd.
c. Eiseres heeft een overeenkomst gesloten met Copaco B.V. (Copaco) ter zake van dit pand, de inventaris, en het daarin uitgeoefende bedrijf. Copaco heeft een nevenvestiging op het adres van de Oesterbar te Amsterdam.
d. Tussen eiseres en Copaco is een akte opgemaakt, die de volgende bepalingen bevat:
'1: De pachter zal gebruik maken van de inventaris, goodwill en handelsnaam van bovengenoemd horecabedrijf en dit bedrijf voor eigen rekening exploiteren.
...
3. De verpachter zal de grotere inventarisstukken, indien na onderling overleg met de pachter blijkt dat deze niet meer goed functioneren, vervangen.
...
5. De pachter verplicht zich om bieren en andere soorten dranken, welke nader gespecificeerd worden op een aan de pacht-overeenkomst gehechte bijlage te betrekken bij een door de verpachter aan te wijzen brouwerij c.q. leverancier...
Ten aanzien van de speel- en/of amusementsautomaten wordt door de verpachter een exploitant aangewezen en zal 50% van deze automaten-exploitatie ten goede komen aan de pachter.
6. De pachter zal wekelijks een pachtsom van 15% van de bruto omzet aan de verpachter ter hand stellen, verhoogd met een bedrag aan de verschuldigde B.T.W. ad 19%.
...
7....
De verpachter is bevoegd deze pacht-overeenkomst met onmiddellijke ingang op te zeggen, indien:
a. enz.
b. de pachter ... in staat van faillissement wordt verklaard...
c. de pachter de onderneming of een belangrijk gedeelte daarvan verwaarloost en/of staakt....
8. Het is de pachter verboden, behoudend schriftelijke toestemming van de verpachter: a. de onderneming geheel of gedeeltelijk onder, c.q. weder te verhuren; b. de exploitatie geheel of gedeeltelijk aan derden over te dragen of over te laten.
9. Voor iedere overtreding van één of meer van de bepalingen van deze pacht-overeenkomst verbeurt de pachter, dadelijk en zonder daaraan voorafgaande sommatie of ingebrekestelling of aanmaning een direct opeisbare boete van f 1.000,00 per overtreding, voor elke dag dat de overtreding voortduurt en overlet het recht van de verpachter tot volledige vergoeding van zijn schade.'
e. Op 5 mei 1999 is bij notaris A.J. Nielsen opgericht P.Z.L. Beheer B.V (PZL).
Op diezelfde dag heeft PZL samen met Taxus Beheer B.V. bij dezelfde notaris opgericht Febo Amsteldijk Beheer B.V.
Enig directeur van Taxus Beheer B.V. is [directeur]. Deze is adviseur van [eigenaar]. Hij is als zodanig verschenen op de comparitie in de onderhavige zaak.
f. Copaco heeft Pizzeria Contini in exploitatie gegeven aan PZL. De daarvan opgemaakte akte komt letterlijk overeen met de akte tussen eiseres en Copaco, op de volgende twee verschillen na.
Ten eerste is Interbrew Nederland rechtstreeks aangewezen als brouwerij/leverancier van de dranken.
Ten tweede is de door PZL te betalen som bepaald op een vast bedrag, vermeerderd met de BTW.
g. PZL heeft nagelaten de verschuldigde omzetbelasting af te dragen.
h. PZL is op 10 juni 2003 failliet verklaard, met benoeming van mr. J.M. Pol tot curator.
i. Bij brief, gedateerd 25 juni 2003, heeft Copaco curator Pol bericht dat de huur met PZL wordt opgezegd.
j. Bij brief, gedateerd 25 juni 2003, heeft Copaco eiseres bericht:
'Wij hebben inmiddels kennisgenomen van het faillissement van onze onderhuurder PZL Beheer BV. Op grond van dit feit zeggen wij de huurovereenkomst op per 30 juni 2003.'
k. Op briefpapier van eiseres, eveneens gedateerd 25 juni 2003, heeft de heer Wustenveld aan Copaco bericht:
'Met verwijzing naar uw brief van 25 juni jl. delen wij U mede, dat de opzegging per 30 juni door ons wordt geaccepteerd'.
De ondertekening luidt: 'Plassania Beheer BV Namens deze Taxhaeghe Adviesgroep cv. [directeur]'.
l. Op 26 juni 2003 heeft eiseres de Voorzieningenrechter verzocht om dagbepaling van een kort geding tegen curator Pol, teneinde deze te doen gelasten dat hij onmiddellijk Peperstraat 12 verlaat en ter vrije en exclusieve beschikking stelt aan eiseres. Dit verzoek is later ingetrokken.
m. De Inspecteur der belastingen heeft ter zake van verschuldigde omzetbelasting ambtshalve een aanslag opgelegd aan PZL van € 50.000,00.
Op 23 juli 2003 is terzake een betalingsbevel afgegeven. Op die dag is in opdracht van de Ontvanger op Peperstraat 12 beslag roerende zaken ten laste van PZL gelegd (bodembeslag). Dit beslag is op 25 juli 2003 betekend aan eiseres.
n. Op 11 augustus 2003 heeft curator Pol de Ontvanger bericht dat hij de sleutels van het pand van de pizzeria ter beschikking zal stellen aan eiseres en dat het pand en inventaris dan niet meer tot zijn beschikking staan.
o. Op 13 augustus 2003 heeft eiseres op grondslag van het bepaalde in het eerste lid van artikel 22 Invorderingswet 1990 (Invorderingswet) bij de Directeur een beroepschrift ingediend ter zake van de beslaglegging op 23 juli 2003 op de haar in eigendom toebehorende roerende zaken die zich toen in het pand aan de Peperstraat 12 bevonden.
Bij uitspraak van 14 augustus 2003 heeft de Directeur het beroep ongegrond verklaard. Tegen deze uitspraak staat geen bestuursrechtelijke rechtsgang open.
p. Curator Pol heeft op 14 augustus 2003 de opzegging van PZL aanvaard.
q. Eiseres heeft een overeenkomst met een nieuwe exploitant van Pizzeria Contini gesloten. Daartoe is met de Ontvanger een regeling onder voorwaarden gesloten betreffende de inventaris van Peperstraat 12.
2. De vordering
2.1 Eiseres vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad voorzover de wet dat toelaat, voor recht verklaart dat het bij exploot van 23 juli 2003 gelegde bodembeslag op roerende zaken die ten laste van PZL in beslag zijn genomen in het pand Peperstraat 12 te Groningen, van geen waarde is, met veroordeling van de Ontvanger in de kosten van het geding.
2.2 Eiseres doet deze vordering rusten op de volgende stellingen.
2.3 Per 1 juli 2003 is de hoofdhuurovereenkomst/hoofdpachtovereenkomst tussen eiseres en Copaco vervallen, terwijl de huurovereenkomst/onder(pacht)-overeenkomst tussen Copaco en PZL per 25 juni 2003 is opgezegd en op 14 augustus 2003 is geëindigd.
2.4 Het einde van de overeenkomst tussen eiseres en Copaco heeft tot gevolg dat er met ingang van 1 juli 2003 geen (directe) band - via de onderhuurconstructie- meer bestond tussen eiseres en PZL.
Dit leidt er toe dat PZL toen ten opzichte van eiseres zonder recht of titel over de Peperstraat 12 beschikte, zodat de curator het pand niet zonder toestemming van Eiseres mocht betreden. De 'bodem' was daardoor niet meer van PZL.
2.5 Bovendien bestond er nooit een afnamebeding tussen eiseres en PZL en was er ook in ander opzicht geen sprake van bedrijfsinmenging. De voor eiseres ongunstige uitzondering in artikel 22, par. 5, van de Leidraad Invordering, is dan ook niet van toepassing.
Mocht de rechtbank hier anders over oordelen, dan heeft het doorsnijden van de band tussen eiseres en Copaco tot gevolg dat de uitzondering in artikel 22, par. 5, van de Leidraad Invordering, betreffende de afnameverplichting en bedrijfsinmenging, zich in ieder geval per 1 juli 2003 niet meer voordeed.
3. Het verweer
3.1 Het verweer van de Ontvanger komt er in de kern op neer dat het beslag is gelegd op goederen van [eigenaar] die zich ten tijde van de beslaglegging op 'de bodem' van PZL bevonden en dat er geen reden is om beleidsmatig een uitzondering te maken op de beleidsregel dat bij het leggen en handhaven van bodembeslag reële eigendom wordt gerespecteerd.
3.2 Dit is onder meer als volgt onderbouwd:
Deze zaak staat niet op zichzelf. Het is de rechtbank waarschijnlijk niet ontgaan dat Plassania, Copaco en andere "[eigenaar]-vennootschappen" de laatste tijd veel media-aandacht krijgen. Recentelijk heeft bijvoorbeeld het faillissement van de Oesterbar (een nevenvestiging van Copaco) veel stof doen opwaaien in Amsterdam. Zoveel stof zelfs, dat burgemeester Cohen een onderzoek heeft gelast naar het faillissement. Ook zijn een achttal curatoren onderzoek gestart naar de rol van Plassania, Copaco en andere gelieerde vennootschappen bij een veelheid aan faillissementen.
Het patroon is eigenlijk steeds hetzelfde. Plassania verpacht een horecaonderneming en vervolgens gaat de zaak enige tijd later failliet. Vaak zijn de vaste pachters van Plassania bij de faillissementen betrokken. De faillissementen weerhouden deze pachter er niet van om elders weer nieuwe horecaondernemingen te starten. "Onafhankelijke" (onder)pachters klagen steen en been over buitensporig hoge pachten en het gebrek aan zeggenschap over de gepachte onderneming. Als gevolg van de faillissementen blijven leveranciers, (duur) personeel en de fiscus in het algemeen met lege handen achter omdat de failliete vennootschap meestal niet over noemswaardige activa beschikt. Plassania lijkt in al deze gevallen buiten schot te blijven.
en
Volgens Plassania is het "volstrekt onjuist" dat de Febo-snackbarketen in eigendom toebehoort aan de heer [eigenaar] Ter onderbouwing van deze stelling heeft Plassania enkele gegevens afkomstig van de website van de Febo overgelegd (productie 6).
Uit de door Plassania overgelegde gegevens blijkt echter geenszins dat [eigenaar] geen belangen in de Febo heeft. De stelling van Plassania is ook niet geloofwaardig. Wanneer men op een willekeurige zoekmachine op het Internet de namen Febo en [eigenaar] met elkaar combineert krijgt men talloze zoekresultaten waaruit blijkt dat [eigenaar] wel degelijk de grote man achter de Febo is. Daarbij komt dat [eigenaar] in een interview met het maandblad Quote zelf heeft aangegeven dat hij belangen heeft in de Febo (Quote nr. 201, p. 149).