ECLI:NL:RBASS:2006:AU9765

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
17 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
19.635109-05
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H. de Wit
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak van verdachte in zaak tegen werkgever wegens arbeid zonder tewerkstellingsvergunning

In de zaak voor de Rechtbank Assen, behandeld door de economische politierechter, is de verdachte, een werkgever, vrijgesproken van het tenlastegelegde feit van het laten verrichten van arbeid door een vreemdeling zonder tewerkstellingsvergunning. De zaak betreft de periode van 3 december 2002 tot en met 14 maart 2004, waarin de verdachte Jiang Wang, een Chinese nationaliteit, in dienst had zonder de vereiste vergunning. De economische politierechter heeft op 17 januari 2006 uitspraak gedaan na een zitting op 4 oktober 2005 en 3 januari 2006, waarbij de verdachte werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. P.J. van Steen.

De officier van justitie, mr. W.H. Frank, had een geldboete van 360 euro geëist. Echter, de rechter oordeelde dat de activiteiten van de leerling op de stageplaats, die onderdeel uitmaakt van het praktijkonderwijs, als onderwijs moeten worden aangemerkt en niet als arbeid in de zin van de Wet arbeid vreemdelingen. Hierdoor was er volgens de rechter geen sprake van het laten verrichten van arbeid zonder vergunning. De rechter concludeerde dat de verdachte niet wettig en overtuigend schuldig was aan de tenlastelegging, wat leidde tot de vrijspraak.

De uitspraak benadrukt het belang van de context van stageplaatsen binnen het onderwijs en hoe deze activiteiten juridisch moeten worden geïnterpreteerd. De economische politierechter heeft de vordering van de officier van justitie verworpen en de verdachte vrijgesproken van alle beschuldigingen, wat een belangrijke uitspraak is in het kader van de Wet arbeid vreemdelingen.

Uitspraak

parketnummer: 19.635109-05
uitspraak dd.: 17 januari 2006
RECHTBANK ASSEN
STRAFVONNIS van de economische politierechter in bovengenoemde rechtbank in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
Stichting Openbaar Voortgezet Onderwijs Hoogeveen,
Valkenlaan 1,
7905 AA Hoogeveen.
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 4 oktober 2005 en 3 januari 2006.
De verdachte is op laatstgenoemde datum verschenen, bijgestaan door mr. P.J. van Steen, advocaat te Hoogeveen.
De economische politierechter heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. W.H. Frank. De vordering houdt in: een geldboete van 360,-- euro.
TENLASTELEGGING
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
zij op een of meer tijdstippen in of omstreeks de periode van 03 december 2002 tot en met 14 maart 2004 te Hoogeveen, in elk geval in Nederland, als werkgever (een) vreemdeling(en), te weten Jiang WANG, geboren op 1 juli 1985, van Chinese nationaliteit, arbeid heeft laten verrichten zonder tewerkstellingsvergunning;
art 2 lid 1 Wet arbeid vreemdelingen
Indien de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten bevat, zijn deze verbeterd. De verdachte is daardoor blijkens het onderzoek ter terechtzitting niet geschaad in de verdediging.
VRIJSPRAAK
De verdachte dient van het tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de economische politierechter dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De economische politierechter acht met name niet bewezen, dat verdachte arbeid heeft laten verrichten (in de zin van de Wet arbeid vreemdelingen).
De economische politierechter heeft hiertoe het volgende overwogen.
De Meander, onderdeel van de Stichting voor Voortgezet Openbaar Onderwijs te Hoogeveen, is een school voor praktijkonderwijs. In het kader van een dergelijke vorm van onderwijs dienen leerlingen stage te lopen teneinde in de praktijk onderricht te krijgen in de uitoefening van een vak of een beroep. De activiteiten van een leerling op deze stageplaats dienen naar het oordeel van de economische politierechter dan ook als het volgen van onderwijs te worden aangemerkt, zodat van arbeid in de zin van genoemde wet geen sprake kan zijn.
DE BESLISSING VAN DE ECONOMISCHE POLITIERECHTER
De economische politierechter verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. H. de Wit, economisch politierechter, in tegenwoordigheid van E.W. Hoekstra, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de politierechter op dinsdag 17 januari 2006.-