ECLI:NL:RBASS:2006:AV6396

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
7 maart 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
04/182 R
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A. Rombouts-Nieuwstraten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de schuldsanering op grond van positieve en negatieve redenen

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 7 maart 2006 uitspraak gedaan over de beëindiging van de schuldsanering van de saniet, die in 2004 was uitgesproken. De rechtbank heeft kennisgenomen van verslagen van de bewindvoerder, V.R. Besier, en de rechter-commissaris. De bewindvoerder meldde dat er voldoende boedelsaldo aanwezig was om 100% uitbetaling aan de schuldeisers te realiseren, maar dat er ook nieuwe schulden waren ontstaan, wat een negatief aspect vormde voor de schuldsanering. De saniet en haar echtgenoot waren gehuwd in algehele gemeenschap van goederen en de rechtbank heeft de situatie van de saniet en haar financiële verplichtingen zorgvuldig gewogen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de saniet in staat is om haar schulden te voldoen en dat er een budgetbeheerder is ingeschakeld om de nieuwe schulden binnen afzienbare tijd af te lossen. De rechter-commissaris adviseerde om geen schone lei te verlenen vanwege openstaande boetes en andere schulden. Desondanks heeft de rechtbank geoordeeld dat de saniet, gezien het boedelsaldo en de verwachting dat de nieuwe schulden binnen acht maanden kunnen worden afgelost, in staat is haar betalingen te hervatten. Dit leidde tot de beslissing om de schuldsanering te beëindigen op grond van artikel 350 lid 3 sub b van de Faillissementswet.

De rechtbank heeft ook het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en bepaald dat de kosten van publicaties ten laste van de boedel komen. De beslissing is genomen in het belang van de saniet, die zich aan de verplichtingen van de schuldsanering heeft gehouden, en er zijn geen bezwaren van de schuldeisers naar voren gebracht die tot een ander oordeel zouden leiden. De rechtbank heeft de beëindiging van de schuldsanering als een positieve stap gezien, ondanks de negatieve aspecten die aan de orde waren.

Uitspraak

tussentijdse beëindiging schuldsanering
insolventienummer: 04/182 R
nummer verklaring: EMM0190400455
uitspraakdatum: 7 maart 2006
1e blad
RECHTBANK ASSEN
Vonnis van de Eerste enkelvoudige kamer
Bij vonnis van deze kamer van 5 april 2004 is de definitieve schuldsanering uitgesproken ten aanzien van:
[saniet]
geboren op [geboortedatum saniet] te [geboorteplaats saniet],
wonende te [adres saniet], [woonplaats saniet],
De rechtbank heeft kennisgenomen van de verslagen van V.R. Besier, bewindvoerder te Emmen, van 7 februari 2006 en 13 februari 2006 en van de brief van de rechter-commissaris van 17 februari 2006.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Bij vonnis van de rechtbank van 5 april 2004 is de schuldsaneringsregeling op saniet van toepassing verklaard alsmede op haar echtgenoot [echtgenoot saniet], met wie saniet in algehele gemeenschap van goederen is gehuwd.
Er heeft op 21 april 2005 een verificatievergadering plaatsgevonden. De bewindvoerder heeft daarbij medegedeeld dat de schuldsaneringsregelingen van sanieten over een aantal maanden kunnen worden beëindigd aangezien alle geverifieerde vorderingen dan kunnen worden voldaan.
Bij vonnis 10 mei 2005 heeft de rechtbank het saneringsplan vastgesteld conform het door sanieten ondertekende ontwerpsaneringsplan. Daarbij heeft de rechtbank de termijn, gedurende welke de toepassing van de schuldsanering van kracht is, vastgesteld op drie jaar te rekenen, vanaf de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, derhalve tot 5 april 20007.
De bewindvoerder heeft bij openbaar verslagen van 7 februari 2006 en 13 februari 2006 meegedeeld dat er voldoende boedelsaldo aanwezig is om tot 100% uitbetaling aan de schuldeisers over te kunnen gaan. Wel heeft de bewindvoerder laten weten dat sanieten nieuwe schulden hebben laten ontstaan hetgeen blijk geeft dat er geen evenwicht is ontstaan tussen inkomens- en uitgavenpatroon.
insolventienummer: 04/182 R
nummer verklaring: EMM0190400455
uitspraakdatum: 7 maart 2006
2e blad
De bewindvoerder heeft bij faxbericht van 16 februari 2006 meegedeeld dat het totaalbedrag aan nieuwe schulden € 3.658,25 bedraagt. De bewindvoerder heeft voorts bericht dat het bureau schuldhulp van de gemeente Emmen binnenkort de budgettering gaat starten. De toekomstig budgetbeheerder heeft telefonisch meegedeeld dat met het opgestelde budgetplan het niet lang hoeft te duren tot deze nieuwe schulden zijn afgelost.
De rechter-commissaris heeft bij brief van 17 februari 2006 de rechtbank meegedeeld dat gezien het feit dat de openstaande boetes bij het CJIB meer dan € 300,00 bedragen en de overige schulden meer dan € 3.000,00 er wordt geadviseerd geen schone lei te verlenen. Wel wordt geadviseerd om nog na te gaan of de substantiële schuld aan Essent van € 2.000,00 een niet te voorziene en correcte navordering is, of het gevolg is van structureel niet betalen van op zich correcte nota’s. De rechter-commissaris heeft de rechtbank verzocht saniet en de bewindvoerder te horen en op basis daarvan te beslissen of de schuldsaneringsregeling kan worden beëindigd met een schone lei.
Ter terechtzitting van 21 februari 2006 zijn sanieten en de bewindvoerder gehoord.
Saniet heeft meegedeeld dat zij en haar man worden gebudgetteerd door de gemeente Emmen en dat tevens maatschappelijk werk is ingeschakeld. Saniet heeft verzocht de schuldsanering te beëindigen.
De bewindvoerder heeft meegedeeld dat de hoge vordering van Essent is ontstaan omdat sanieten zijn verhuisd en het erg lang heeft geduurd voordat Essent kwam met voorschotnota’s. Er was toen – ondanks het advies van de bewindvoerder om voldoende te reserveren - door sanieten niet voldoende gereserveerd. Voorts is er door sanieten volgens de bewindvoerder blijkens hun bankafschriften veel te veel uitgegeven de afgelopen tijd. De budgetbeheerder heeft volgens de bewindvoerder laten weten dat hij verwacht dat de nieuwe schulden binnen acht maanden zijn afgelost door sanieten. De inkomsten van sanieten zijn voldoende om de vaste lasten en de normale kosten van levensonderhoud te betalen.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Gelet op het bovenstaande staat voldoende vast dat sanieten thans, gezien het boedelsaldo, in staat zijn om de vorderingen ten aanzien waarvan de schuldsanering werkt geheel te voldoen. Zodra deze vorderingen zullen zijn betaald, zou de schuldsanering kunnen worden beëindigd op de positieve grond van artikel 350 lid 3 sub a Faillissementswet.
Tegelijkertijd is er een negatieve grond om de schuldsanering vervroegd te beëindigen, te weten de grond dat sanieten nieuwe bovenmatige schulden hebben gemaakt. Deze beëindiginggrond dient in beginsel te leiden tot een beëindiging, gevolgd door een faillissement van rechtswege (350 lid 5 Faillissementswet).
insolventienummer: 04/182 R
nummer verklaring: EMM0190400455
uitspraakdatum: 7 maart 2006
3e blad
Nu door de bewindvoerder ter terechtzitting is meegedeeld dat sanieten zich laten budgetteren, de verwachting bestaat dat binnen 8 maanden de nieuwe schulden zullen zijn afbetaald, geen nieuwe schulden zullen ontstaan en sanieten zich overigens aan de verplichtingen van de schuldsaneringsregeling hebben gehouden, is de rechtbank van oordeel dat beëindiging op laatstgenoemde grond niet in de rede ligt.
De rechtbank ziet in de omstandigheden van het geval dan ook aanleiding om de schuldsanering te beëindigen op de grond dat saniet in staat is haar betalingen te hervatten (artikel 350 lid 3 sub b Faillissementswet).
Aan de zijde van de schuldeisers is niet gebleken dat er redenen zijn aangevoerd om tot een ander oordeel te komen.
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en de door deze gemaakte kosten vaststellen. De kosten van de in de schuldsaneringsregeling bevolen publicaties komen, voor zover mogelijk, ten laste van de boedel.
BESLISSING
De rechtbank:
beëindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling op grond van het feit dat saniet in staat is om haar betalingen te hervatten;
stelt het bedrag van het salaris van de bewindvoerder vast op € 713,16 inclusief BTW, het reeds door saniet voldane salaris van de bewindvoerder en exclusief de verschotten;
bepaalt dat de kosten van de in de Faillissementswet bevolen publicaties ad
€.225,00, voor zover mogelijk, ten laste van de boedel komen.
Gewezen door mr. A. Rombouts-Nieuwstraten, lid van genoemde kamer, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 7 maart 2006 in tegenwoordigheid van L. Nijenhuis, griffier.