ECLI:NL:RBASS:2006:AW5672
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Huurgeschil over betaling huurtermijnen na derdenbeslag
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Assen op 10 april 2006, is er een geschil ontstaan tussen de verhuurder, aangeduid als [eiser], en de huurder, aangeduid als [gedaagde], over de betaling van huurtermijnen. De huurovereenkomst tussen partijen is op 1 januari 2004 ingegaan, waarbij [eiser] de verhuurder is van een pand dat door [gedaagde] wordt gebruikt als congrescentrum. De overeengekomen huurprijs bedraagt € 8.750,00 per maand. In mei 2005 heeft de Belastingdienst executoriaal derdenbeslag gelegd op de huurpenningen van [gedaagde] ten laste van [eiser]. Daarnaast heeft de Rabobank in juni 2005 conservatoir derdenbeslag gelegd op dezelfde huurpenningen.
[eiser] vordert de ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het pand door [gedaagde], alsook betaling van een achterstand van € 35.000,00 aan huurpenningen. [eiser] stelt dat het gelegde derdenbeslag [gedaagde] niet ontslaat van haar verplichting om de huurpenningen tijdig te betalen. [gedaagde] betwist de vordering en beroept zich op een opschortingsrecht, omdat [eiser] zijn verplichtingen niet nakomt, waaronder het uitvoeren van achterstallig onderhoud aan het pand.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat [gedaagde] de huurpenningen niet bevrijdend kan betalen aan [eiser] vanwege het derdenbeslag. De rechter concludeert dat de niet-betaling van de huurpenningen niet aan [gedaagde] kan worden toegerekend, maar dat dit in de risicosfeer van [eiser] ligt. De vordering van [eiser] wordt afgewezen, en hij wordt veroordeeld tot betaling van de proceskosten aan [gedaagde]. Dit vonnis benadrukt de gevolgen van derdenbeslag voor de betalingsverplichtingen van de huurder en de verantwoordelijkheden van de verhuurder.