ECLI:NL:RBASS:2006:AY3880
Rechtbank Assen
- Verzet
- H. Wolthuis
- Rechtspraak.nl
Bewijslast bij geldopname door gevolmachtigde van privé-rekening
In deze zaak gaat het om een geschil tussen een werkneemster van een besloten vennootschap en de directeur van die vennootschap over de opname van een geldbedrag van de privé-rekening van de directeur. De werkneemster, [gedaagde], heeft op 3 juni 2002 een bedrag van EUR 15.000,00 opgenomen, nadat de directeur, [eiser], telefonisch opdracht had gegeven aan de bank om dit bedrag aan haar mee te geven. De werkneemster stelt dat zij het bedrag dezelfde dag aan de directeur heeft overhandigd, maar de directeur ontkent dit. De rechtbank oordeelt dat de werkneemster de bewijslast heeft om aan te tonen dat de afdracht van het geldbedrag daadwerkelijk heeft plaatsgevonden, conform de jurisprudentie van de Hoge Raad.
De rechtbank verwijst naar eerdere arresten van de Hoge Raad waarin is vastgesteld dat indien een gevolmachtigde gelden heeft ontvangen en de volmachtgever ontkent dat deze gelden zijn afgedragen, de bewijslast bij de gevolmachtigde ligt. De rechtbank overweegt echter dat in dit specifieke geval de hoofdregel van bewijsrecht van toepassing is, omdat de procedure niet tussen werkgever en werknemer gaat, maar tussen de directeur en de werkneemster zelf. De rechtbank concludeert dat de werkneemster moet bewijzen dat zij het bedrag aan de directeur heeft afgedragen, en dat de zaak in afwachting van deze bewijslevering wordt aangehouden.
De rechtbank heeft ook vastgesteld dat de inleidende dagvaarding niet aan de juiste adressering voldeed, maar houdt de nietigheid voor gedekt, omdat de gedaagde inmiddels in het geding is verschenen. De rechtbank heeft de gedaagde opgedragen om getuigen te brengen die kunnen bevestigen dat zij het bedrag heeft afgedragen aan de directeur. De zaak wordt aangehouden voor bewijslevering.