4.8. Niet in geschil is dat de franchiseovereenkomsten overeenkomsten zijn tussen ondernemingen.
Het beeld dat uit de feiten oprijst is dat van een organisatie die door [gedaagde] bouwwerkzaamheden laat uitvoeren voor woningbouwverenigingen en daarnaast voor een (zeer) klein en in verhouding sterk ondergeschikt deel voor de particuliere markt. Echter niet door [gedaagde] als werknemer dat werk te laten doen met materiaal en gereedschap van de woningbouwvereniging, maar door met de status van zelfstandige (zzp’er) te werken. Deze kant van de vrije markt heeft arbeidsrechtelijke en financiële voordelen voor Hometeam (geen ontslagregels, geen premies werknemersverzekeringen, incassorisico klanten voor [gedaagde]). Er zijn echter ook nadelen verbonden aan een dergelijke constructie doordat zelfstandigen meer vrijheid hebben om zich beschikbaar te stellen en het werk uit te voeren, om offertes te maken en af te rekenen, en om zelf in te kopen (type, kwaliteit en kwantiteit van het materiaal, prijsniveau in verband met mogelijke kortingen). Die vrijheid is geheel weggenomen in de franchiseovereenkomst en de uitvoering daarvan:
- [gedaagde] is met handen en voeten gebonden aan door Hometeam bepaalde tarieven voor het overgrote deel van zijn werk, zodat de woningbouwverenigingen die eigenaar van Hometeam zijn, kostentechnisch kunnen calculeren op dezelfde voorspelbare wijze als bij werknemers.
Daarmee werd prijsconcurrentie uitgeschakeld.
- Evenzeer is [gedaagde] voor het overgrote deel van zijn werk gebonden aan de materiaalkeuze van Hometeam die deze keuze heeft afgestemd met de woningbouwverenigingen, zodat deze de uniformiteit en voorspelbaarheid krijgen die zij hebben bij uitvoering met eigen personeel. Zij hebben dat ook van Hometeam geëist.
Daarmee werd concurrentie op kwaliteit uitgeschakeld.
- [gedaagde] is permanent beschikbaar geweest. Hij mocht zijn bouwbedrijf niet meer uitoefenen. Op het verrichten van werk dat soortgelijk is aan het werk voor Hometeam stond een direct opeisbare boete van ƒ 10.000,00, vermeerderd met een boete van ƒ 750,00 per dag van overtreding (concurrentiebeding). Daarbij was het verrichten van soortgelijk werk ook de facto onmogelijk doordat [gedaagde] zijn administratie (op de fiscale jaaropgave na) aan Hometeam had uitbesteed, terwijl al het werk via Hometeam aan klanten werd geoffreerd en afgewerkt. Het willen afzijn van administratieve rompslomp was voor [gedaagde] namelijk de belangrijkste reden geweest om toe te treden.
Door deze combinatie van factoren werd [gedaagde] als concurrent van Hometeam uitgeschakeld.
- [gedaagde] mocht niet beslissen waar hij een werk zou aannemen en voor wie, tenzij de rayon-indeling tot gevolg zou hebben dat Hometeam zelf het werk moest gaan doen of niet kon aannemen;
- [gedaagde] moest zich houden aan het door Hometeam ontwikkelde Handboek en de op voorlichtingsavonden gegeven instructies (‘Elke klus een thuiswedstrijd’).
Het centraal kantoor van Hometeam te Steenwijk zag en ziet er op toe dat de regels
van het Handboek en de overigens gegeven instructies daadwerkelijk worden
gevolgd door de franchisenemers, naar Hometeam zelf toe, naar de
opdrachtgevers/klanten toe en naar de leveranciers en onderaannemers (van de
franchisenemers) toe. Het ziet er daarbij op toe dat de franchisenemers dit op
dezelfde wijze en in gelijke mate doen;
- het centraal kantoor treedt ook daadwerkelijk op in het kader van dit toezicht. Zo is het opgetreden tegen franchisenemers die zich vrij voelden om hun materiaal in te kopen bij andere dan de door Hometeam gecontracteerde leveranciers. Dit heeft er toe heeft geleid dat de rekening-courantverhouding tussen die franchisenemers en hun leveranciers is geblokkeerd.