zaaknummer / rolnummer: 62998 / KG ZA 07-131
Vonnis in kort geding van 8 augustus 2007
1. de stichting
STICHTING GELUIDHINDER BAGGELHUIZEN E.O.,
gevestigd te Assen,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BUITENCENTRUM WITTERZOMER B.V.,
gevestigd te Assen,
3. de vereniging
IVN, VERENIGING VOOR NATUUR- EN MILIEUEDUCATIE,
gevestigd te Assen,
4. de stichting
STICHTING HET DRENTSE LANDSCHAP,
gevestigd te Assen,
5. de stichting
STICHTING MILIEUFEDERATIE DRENTHE,
gevestigd te Assen,
eisers,
procureur mr. P.J.G.G. Sluyter,
de stichting
STICHTING CIRCUIT VAN DRENTHE,
gevestigd te Assen,
gedaagde,
PROVINCIE DRENTHE,
zetelende te Assen,
gevoegde partij,
procureur mr. H.J. de Ruijter,
advocaat mr. M.J. Faro te Amsterdam.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding d.d. 18 juli 2007;
- de brief d.d. 26 juli 2007 van de zijde van eisers;
- de brief d.d. 27 juli 2007 van de zijde van gedaagde met bijgevoegd producties 1 tot en met 3 alsmede een brief gedateerd 27 juli 2006 van mr. M.J. Faro inhoudende de vordering tot voeging van de provincie Drenthe aan de zijde van gedaagde in deze procedure;
- de mondelinge behandeling d.d. 31 juli 2007;
De provincie Drenthe heeft ter zitting haar vordering tot voeging nader toegelicht. Van de zijde van eisers zijn geen bezwaren geuit tegen de gevorderde voeging, waarna de vordering door de voorzieningenrechter mondeling is toegewezen.
- de pleitnota van eisers;
- de pleitnota van gedaagde.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. De feiten
2.1. Bij besluit d.d. 10 december 2002 hebben Gedeputeerde Staten van Drenthe aan het bestuur van de Stichting Circuit van Drenthe een oprichtingsvergunning op grond van de Wet milieubeheer (hierna de milieuvergunning) ten behoeve van de activiteiten op het Circuit van Drenthe verleend. Blijkens de vergunning en bijbehorende voorschriften mogen er gedurende ten hoogste 7 dagen per jaar activiteiten op het Circuit van Drenthe (hierna te noemen het circuit) plaatsvinden die akoestisch gekenmerkt zijn als type-1 activiteiten, dit zijn de zogenaamde bijzondere activiteiten. Onder type-1 activiteiten vallen de Grand Prix TT, de WK Superbike en de Historic TT, laatstgenoemde race wordt echter thans niet meer verreden. Voorts mogen er gedurende 27 dagen per jaar type-2 activiteiten plaatsvinden op het circuit, deze activiteiten vallen onder de zogenaamde representatieve activiteiten. Onder type-2 activiteiten vallen de Nederlandse kampioenschappen en vergelijkbare activiteiten. Voor de type-1 activiteiten geldt anders dan voor de type-2 activiteiten, dat Gedeputeerde Staten voor deze bijzondere evenementen overschrijding van de maximale geluidsgrenswaarde zoals vastgesteld in de vergunning toelaatbaar achten.
2.2. Gedaagde is voornemens op 31 augustus alsmede op 1 en 2 september 2007 de Champ Car World series, een groot internationaal autosportevenement dat valt binnen de categorie 1 activiteiten, te laten verrijden op het circuit. Teneinde een en ander vergunningtechnisch mogelijk te maken, binnen de bestaande milieuvergunning zijn de toegestane type-1 activiteiten en het aantal beschikbare dagen voor type-1 activiteiten beperkt, heeft gedaagde medio maart 2007 een aanvraag voor een veranderingsvergunning krachtens artikel 8.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer (hierna de veranderingsvergunning) ingediend bij Gedeputeerde Staten. Gedaagde beoogde daarmee in 2007 en 2008 door het afslanken van de WK Superbike tot een type-2 evenement extra ruimte te creëren in de type-1 categorie voor de Champ Car wedstrijden. Blijkens de vergunningaanvraag wordt ten behoeve van deze ingreep een bestaande type-2 activiteit, de Endurance Races, in 2007 van de evenementen kalender verwijderd.
2.3. Bij besluit d.d. 26 juni 2007 hebben Gedeputeerde Staten de aangevraagde veranderingsvergunning voor het houden van de Champ Car races alsmede voor het indelen van het WK Superbike als type-2 activiteit verleend voor de periode vanaf het inwerkingtreden van genoemd besluit tot 1 januari 2009. Blijkens genoemd besluit zullen na het van kracht worden daarvan ook alle voorschriften behorende bij de vergunning d.d. 10 december 2002 die betrekking hebben op de type-2 activiteiten gaan gelden voor het WK Superbike.
Tevens is in vergunningvoorschrift 2.1.2. bepaald dat in de periode van 1 januari 2007 tot 1 januari 2009 activiteiten die akoestisch zijn gekenmerkt en beoordeeld als type-1 activiteit gedurende ten hoogste 7 dagen per jaar mogen plaatsvinden.
2.4. Blijkens de brief d.d. 26 juli 2007 van de provincie Drenthe gericht aan gedaagde is er gedurende de WK Superbike op 1 dag namelijk op 27 april 2007 een overtreding van de geluidsnormen voor type-2 activiteiten geconstateerd.
2.5. Eisers hebben tegen de verleende veranderingsvergunning beroep ingesteld bij de Raad van State. Tevens is een bezwaarschrift ingediend tegen de verleende vergunning ingevolge de Natuurbeschermingswet 1998.
3.1. Eisers vorderen dat de voorzieningenrechter bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad, gedaagde zal verbieden om het zogenaamde Champ Car evenement in 2007 binnen haar inrichting te doen plaatsvinden, zulks op straffe van verbeurte van een dwangsom ad € 1.000.000,00 voor iedere dag en elke keer, dat het uit te spreken verbod door gedaagde wordt overtreden, met veroordeling van gedaagde in de kosten van de procedure.
3.2. Gedaagde voert verweer. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1. Gedaagde stelt allereerst dat de voorzieningenrechter in kort geding niet bevoegd is om van de onderhavige zaak kennis te nemen. Gedaagde kan in haar stellingname op dit punt echter niet worden gevolgd. Van belang daarbij is dat de gevorderde verbodsactie op het laten plaatsvinden van het Champ car evenement gebaseerd is op gesteld onrechtmatig handelen van de zijde van gedaagde. Eisers stellen dat gedaagde indien zij het evenement doorgang laten vinden, in strijd handelt met de vergunningvoorschriften en eisers daardoor rechtstreeks in hun belangen worden geschaad. In dergelijke zaken met een bestuursrechtelijke inslag staat het de derde belanghebbende vrij om een verbod op dat handelen te bewerkstellingen via een civielrechtelijk kort geding.
4.2. Eisers hebben aangevoerd dat het laten plaatsvinden van de Champ Car wedstrijden op 31 augustus en 1 en 2 september 2007 een overschrijding van het aantal vergunde type-1 dagen zou betekenen. Uit vergunningvoorschrift 2.1.2 van de veranderingsvergunning volgt dat het ook voor het jaar 2007 slechts is toegestaan om gedurende ten hoogste 7 dagen type-1 activiteiten op het circuit te laten plaatsvinden. De WK Superbike zou in april 2007 gedurende 3 dagen zijn verreden onder de thans geldende milieuvergunning – de veranderingsvergunning zou nog niet inwerking zijn getreden – en in deze vergunning is de WK Superbike akoestisch gekenmerkt en beoordeeld als een type-1 activiteit. Voorts is in juni 2007 de TT verreden, hetgeen nog eens vier type-1 dagen oplevert. Het laten plaatsvinden van het Champ Car evenement in 2007 betekent in totaal 10 type-1 dagen in 2007, derhalve een overschrijding van het aantal vergunde dagen.
4.3. Gedaagde daarentegen betwist dat het houden van de Champ Car wedstrijden strijdig zou zijn met de veranderingsvergunning dan wel bijbehorende vergunningvoorschriften. De veranderingsvergunning zou nu juist zijn verleend met het oog op het laten plaatsvinden van de Champ Car wedstrijden in 2007 en 2008. Het laten verrijden van de Champ Car wedstrijden brengt geen uitbreiding van het aantal type-1 dagen in 2007 met zich mee, nu tegelijkertijd in de veranderingsvergunning de WK Superbike voor 2007 wordt aangemerkt als een type-2 activiteit. De WK Superbike wedstrijden in april 2007 zijn akoestisch gezien ook als een type-2 activiteit verreden. Door het wegvallen van de WK Superbike wedstrijden in 2007 als type-1 activiteit, zijn er drie extra bijzondere dagen ofwel type-1 dagen beschikbaar voor de Champ Car wedstrijd. De Champ Car wedstrijd is derhalve vergund en er is geen sprake van onrechtmatig handelen aan de zijde van gedaagde.
4.4. De voorzieningenrechter overweegt dat niet in geschil is dat de veranderingsvergunning van 26 juni 2007 op de juiste wijze bekend gemaakt en daarmee in werking getreden is. Eisers hebben weliswaar beroep ingesteld bij de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State maar bij de behandeling van het geschil wordt ermee rekening gehouden dat geen schorsingsverzoek ingediend is. De rechtsgevolgen van de veranderingsvergunning zijn dan ook met ingang van de datum van bekendmaking in werking getreden.
4.5. De voorzieningenrechter overweegt omtrent de categorie-indeling dat tussen partijen vast staat dat het WK Superbike in de vergunning van 10 december 2002 aangeduid wordt als een type-1 evenement. Eisers hebben dan ook het gelijk aan hun zijde wanneer zij stellen dat met het houden van het WK Superbike in april 2007 en de TT in juni 2007 op grond van die vergunning de zeven toegestane dagen voor evenementen van het type 1 voor het jaar 2007 formeel opgebruikt zijn. Het besluit van 26 juni 2007 is op het punt van de categorie-indeling niet erg helder. Gelet op de overwegingen in het besluit en de ter zitting gegeven toelichting moet het besluit van 26 juni 2007 aldus begrepen worden dat bij de beoordeling of het houden van de Champ Car races toegestaan is, de categorie-indeling moet worden gehanteerd zoals deze in de vergunning te lezen valt. Dat betekent dat het reeds gehouden WK Superbike moet worden ingedeeld in de categorie zoals dat terug te vinden is in genoemd besluit, te weten als een type-2 evenement. De bewoordingen van de veranderingsvergunning dwingen niet tot de conclusie dat de uitleg van eisers te weten dat de indeling van het WK Superbike als type-2 evenement eerst met ingang van de inwerkingtreding van de vergunning kan plaats vinden, als de enig juiste moet worden aanvaard. Eisers hebben verder nog betwist dat het met terugwerkende kracht wijzigen van een categorie-indeling mogelijk is, maar de voorzieningenrechter is van oordeel dat er thans niet van kan worden uitgegaan dat de Afdeling bestuursrecht van de Raad van State op het door eisers ingestelde beroep de op 26 juni 2006 verleende vergunning geheel of gedeeltelijk wegens strijd met de rechtszekerheid zal vernietigen. Voorshands dient derhalve van de rechtmatigheid van dit besluit te worden uitgegaan.
4.6. In beginsel mag een vergunninghouder zich op het standpunt stellen dat de vergunning overeenkomstig de wet verleend is en dat de overeenkomstig de wet in aanmerking te nemen belangen door de vergunningverlenende instantie, in casu Gedeputeerde Staten van de Provincie Drenthe, volledig en op de juiste wijze afgewogen zijn.
Er zijn geen en in elk geval onvoldoende feiten en/of omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan moet worden aangenomen dat bij het verlenen van de veranderingsvergunning aan deze vereisten niet voldaan is.
4.7. De voorzieningenrechter overweegt dienaangaande nog dat uit de vaststaande feiten blijkt dat gedaagde en Gedeputeerde Staten met de belangen van eisers rekening hebben gehouden. Gedaagde heeft in overleg met de provincie besloten het WK Superbike niet in september maar in april 2007 te laten plaats vinden zodat de verschillende evenementen op een evenwichtige wijze over het jaar 2007 zouden worden verspreid. Bovendien heeft gedaagde in 2007 het WK Superbike in een afgeslankte vorm laten plaats vinden en het evenement ook verder op een zodanige wijze georganiseerd als past bij een evenement van het type-2. Gedaagde en Gedeputeerde Staten hebben er dus voor zorg gedragen dat er door gedaagde in 2007 feitelijk op niet meer dan zeven dagen evenementen van het type-1 zouden worden georganiseerd. Ook werd het aantal dagen waarop evenementen van het type-2 mochten worden gehouden, niet uitgebreid.
4.8. Uit hetgeen hiervoor overwogen is, volgt dat niet als juist kan worden aanvaard dat gedaagde onrechtmatig jegens eisers handelt door van de veranderingsvergunning gebruik te maken. Ook verder zijn geen feiten en/of omstandigheden gesteld of gebleken op grond waarvan moet worden aangenomen dat gedaagde jegens eisers onrechtmatig handelt door van de vergunning gebruik te maken. Volledigheidshalve wordt nog overwogen dat het feit dat gedaagde tijdens het WK Superbike op ten minste één dag de voor een type-2 evenement geldende geluidsnormen overschreden heeft, niet maakt dat zij tot een andersluidend oordeel komt.
4.9. De vordering zal dus worden afgewezen.
4.10. Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van gedaagde worden begroot op:
- vast recht € 251,00
- overige kosten 4,54
- salaris procureur 816,00
Totaal € 1.071,54
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
1. wijst de gevorderde voeging van de Provincie Drenthe aan de zijde van gedaagde toe,
2. weigert de gevraagde voorziening,
3. veroordeelt eisers in de proceskosten, aan de zijde van gedaagde tot op heden begroot op € 1.071,54,
4. verklaart dit vonnis wat betreft de kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C.D. Boon-Niks en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. L.A. Post op 8 augustus 2007.