ECLI:NL:RBASS:2007:BC0084
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.E. Münzebrock
- A. Rombouts-Nieuwstraten
- H. de Wit
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in ontuchtzaak met minderjarigen door gebrek aan bewijs
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Assen, stond de verdachte terecht voor het tenlastegelegde van ontuchtige handelingen met twee minderjarige meisjes in de periode van 25 augustus 2006 tot en met 1 september 2006 te Erm, gemeente Coevorden. De rechtbank heeft op 11 december 2007 uitspraak gedaan in deze zaak, met parketnummer 19/605124-07. Tijdens de zittingen op 21 augustus en 27 november 2007 zijn de verklaringen van de slachtoffers, [naam eerste meisje] en [naam tweede meisje], en hun broertje [naam broertje] aan de orde gekomen. De rechtbank constateerde dat de verklaringen van de kinderen zozeer uiteenliepen dat er geen eenduidige reconstructie van de gebeurtenissen mogelijk was. Dit gebrek aan consistentie in de verklaringen leidde de rechtbank tot de conclusie dat er aanwijzingen waren voor 'collaborative story telling', wat de betrouwbaarheid van de getuigenissen in twijfel trok.
De officier van justitie, mr. G.C. Bruins Slot, had gevorderd dat de verdachte een taakstraf van 240 uur zou krijgen, subsidiair 120 dagen hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van zes maanden met een proeftijd van twee jaren. Echter, de rechtbank heeft, na het afwegen van de bewijsmiddelen, geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft daarom besloten de verdachte vrij te spreken van het tenlastegelegde.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. J.E. Münzebrock als voorzitter, en de rechters mr. A. Rombouts-Nieuwstraten en mr. H. de Wit, in aanwezigheid van griffier J. Hoogeveen. De uitspraak vond plaats tijdens een openbare zitting op 11 december 2007.