ECLI:NL:RBASS:2008:BC4373
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toetsing van onredelijk bezwarend boetebeding in consumentenovereenkomst
In deze zaak, die voor de Rechtbank Assen is behandeld, betreft het een geschil tussen de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid International Card Services B.V., h.o.d.n. Visa Card Services (hierna: eiseres) en een consument (hierna: gedaagde). De eiseres heeft een vordering ingesteld tegen de gedaagde, die niet is verschenen, en tegen wie verstek is verleend. De kern van het geschil draait om de vraag of een boetebeding in de algemene voorwaarden van eiseres onredelijk bezwarend is, zoals bedoeld in artikel 6:233 BW. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis van 18 december 2007 eiseres in de gelegenheid gesteld haar vordering toe te lichten, waarbij de kantonrechter ambtshalve de toetsing van het boetebeding heeft uitgevoerd, in lijn met de arresten van het Hof van Justitie van de Europese Gemeenschappen (HvJ) van 27 juni 2000 (NJ 2000/730, Océano) en 26 oktober 2006 (NJ 2007/201, Mostaza Claro).
De kantonrechter heeft vastgesteld dat het boetebeding, dat een boete van € 23,00 per dag oplegt voor het niet retourneren van de creditcard, geen limiet kent. Dit leidt tot de conclusie dat het beding onredelijk bezwarend is, omdat de gedaagde in onzekerheid verkeert over de hoogte van de boete die eindeloos kan doorlopen. De kantonrechter heeft het boetebeding vernietigd en de gevorderde boete van € 4.557,00 afgewezen.
Daarnaast heeft de kantonrechter de gevorderde hoofdsom van € 3.420,39 toegewezen, evenals de wettelijke rente. De kantonrechter heeft ook geoordeeld dat de Wet op het Consumentenkrediet van toepassing is, waardoor bepaalde kosten niet in rekening kunnen worden gebracht. De gedaagde is veroordeeld tot betaling van een dwangsom van € 25,00 per dag voor het niet retourneren van de creditcard, met een maximum van € 1.000,00. De proceskosten zijn eveneens aan de gedaagde opgelegd.