ECLI:NL:RBASS:2008:BC8456

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
26 maart 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
63601 / HA ZA
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • F. le Poole
  • H. Takens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Toewijzing van vordering tot vrijwaring in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Assen, is op 26 maart 2008 een vonnis gewezen in een incident betreffende een vordering tot vrijwaring. De eiseres in conventie, de Onderlinge Waarborgmaatschappij Univé Ruinen U.A., heeft zich in deze zaak verweerd tegen de vordering van de gedaagde, die een derde partij en haar vennoten in vrijwaring wilde oproepen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de procedure is voortgekomen uit eerdere processtukken, waaronder een tussenvonnis van 28 november 2007 en diverse conclusies van antwoord en akten van partijen. De gedaagde had aanvankelijk een verkeerde partij in vrijwaring opgeroepen, wat de rechtbank heeft opgemerkt. De rechtbank oordeelde dat artikel 210, lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in beginsel aan de tweede vrijwaring in de weg staat, maar gezien de omstandigheden en het feit dat Univé zich refereerde aan het oordeel van de rechtbank, heeft de rechtbank de vordering tot vrijwaring toegewezen. De rechtbank heeft de gedaagde toegestaan om de derde partij en haar vennoten te dagvaarden voor de zitting op 23 april 2008. De beslissing over de kosten van het incident is aangehouden tot de hoofdzaak. Dit vonnis is openbaar uitgesproken door mr. F. le Poole, bijgestaan door griffier H. Takens.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ASSEN
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 63601 / HA ZA 07-569
Vonnis in incident van 26 maart 2008
in de zaak van
de rechtspersoonpersoonlijkheid bezittende onderlinge waarborgmaatschappij
ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ UNIVÉ RUINEN U.A.,
gevestigd en kantoorhoudende te Ruinen,
eiseres in conventie in de hoofdzaak,
verweerster in reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. H. Dontje,
tegen
[GEDAAGDE],
wonende te [woonplaats],
gedaagde in conventie in de hoofdzaak,
eiser in reconventie in de hoofdzaak,
eiser in het incident,
procureur mr. P. Hoogerwerf,
advocaat mr. E.Tj. van Dalen te Groningen.
Partijen zullen hierna Univé en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 28 november 2007, waarvan de inhoud als hier herhaald en ingelast dient te worden beschouwd;
- de conclusie van antwoord van 29 januari 2008;
- het proces-verbaal van comparitie van 29 januari 2008;
- de akte van Univé van 12 maart 2008;
- de incidentele conclusie tot vrijwaring van [gedaagde] van 12 maart 2008;
- de conclusie van antwoord in het incident tot vrijwaring van Univé van 12 maart 2008.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald in het incident.
2. De beoordeling in het incident
2.1. [gedaagde] vordert dat hem wordt toegestaan [derde], gevestigd en kantoorhoudende te [vestigingsplaats], en haar beide vennoten [vennoot 1], alsmede [vennoot 2], beiden wonende te
[woonplaats], in vrijwaring op te roepen. Univé refereert zich a) primair: aan het oordeel van de rechtbank en b) stelt subsidiair: dat indien de rechtbank de verzochte vrijwaring afwijst, zij [gedaagde] zal veroordelen in de kosten van het incident
2.2. Met Univé is de rechtbank van oordeel, dat in beginsel artikel 210, lid 1 Rv aan deze tweede vrijwaring in de weg staat. Blijkbaar heeft [gedaagde] aanvankelijk ten onrechte
[derde 2, familie van vennoten 1 en 2] in vrijwaring opgeroepen in plaats van de nu op te roepen VOF en vennoten daarvan. In die procedure is een zuiver formeel verweer gevoerd. In deze omstandigheden zal de rechtbank, nu Univé zich refereert en voor ernstige vertraging van de hoofdzaak niet behoeft te worden gevreesd, de vordering toewijzen.
2.3. De rechtbank zal de beslissing omtrent de kosten van het incident aanhouden, totdat in de hoofdzaak zal worden beslist.
BESLISSING
De rechtbank
in het incident
1. staat toe dat [derde], gevestigd en kantoorhoudende te
[vestigingsplaats], alsmede haar beide vennoten:
[vennoot 1] en [vennoot 2], beiden wonende te
[woonplaats], door [gedaagde] worden gedagvaard tegen de terechtzitting van
23 april 2008 te 10:00 uur,
2. houdt de beslissing omtrent de kosten van het incident aan,
in de hoofdzaak
3. bepaalt dat de zaak weer op de rol zal komen van 23 april 2008 voor antwoordakte aan zijde van [gedaagde].
Dit vonnis is gewezen door mr. F. le Poole, bijgestaan door H. Takens, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 26 maart 2008.