ECLI:NL:RBASS:2008:BD7145

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
8 juli 2008
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830079-08
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in verkeerszaak wegens gebrek aan bewijs van schuld

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 8 juli 2008 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van het veroorzaken van een verkeersongeval op 28 november 2007 te Meppel. De verdachte, als bestuurder van een personenauto, zou zich roekeloos hebben gedragen door een andere auto in te halen en daarbij de toegestane snelheid van 50 kilometer per uur te overschrijden. Tijdens de inhaalmanoeuvre kwam de verdachte in aanrijding met een fietser, die later aan de gevolgen van het ongeval overleed.

De officier van justitie vorderde een taakstraf en een voorwaardelijke gevangenisstraf, maar de rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor grove of aanmerkelijke schuld van de verdachte. De rechtbank baseerde haar oordeel op het proces-verbaal van de Verkeersongevals Analyse, waaruit bleek dat de aanrijding niet voorkomen had kunnen worden, zelfs niet als de verdachte zich aan de maximumsnelheid had gehouden. De rechtbank concludeerde dat de verdachte niet zodanig had gehandeld dat het ongeval aan zijn schuld te wijten was.

Daarom sprak de rechtbank de verdachte vrij van alle tenlastegelegde feiten. De beslissing werd genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit de voorzitter en twee rechters, en werd openbaar uitgesproken op de zitting.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19/830079-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 8 juli 2008 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[naam verdachte]
[geboorte plaats en datum verdachte] 1985,
[woonplaats en adres verdachte]
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 24 juni 2008.
De verdachte is verschenen.
De officier van justitie, mr. Kwakman, acht hetgeen is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: 240 uren taakstraf, bestaande uit een werkstraf, of 120 dagen hechtenis, twee maanden gevangenisstraf voorwaardelijk met een proeftijd van twee jaren en twee jaren ontzegging van de bevoegdheid motor-rijtuigen te besturen onvoorwaardelijk.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat hij op of omstreeks 28 november 2007, te Meppel, althans in de gemeente Meppel, als verkeersdeelnemer, namelijk als bestuurder van een personenauto, althans een motorrijtuig, daarmede rijdende over de weg, de Werkhorst, zich zodanig heeft gedragen dat een aan zijn schuld te wijten verkeersongeval heeft plaatsgevonden door roekeloos, in elk geval zeer, althans aanmerkelijk, onvoorzichtig en/of onoplettend,
- een voor hem, verdachte, rijdende auto in te halen en/of
- (daartoe) de snelheid van de door hem bestuurde personenauto, althans dat motorrijtuig, te verhogen tot (ongeveer) 62 kilometer per uur, in elk geval een snelheid hoger dan de ter plaatse toegestane snelheid van 50 kilometer per uur, waardoor [naam slachtoffer], die toen aldaar op de door hem bestuurde fiets de rijbaan van De Werkhorst overstak, in elk geval zich op de rijbaan van de Werkhorst bevond, werd gedood;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Beoordeling
Verdachte rijdt op 28 november 2007 in zijn personenauto op de Werkhorst te Meppel. Voor hem rijdt een Mercedes die net de Werkhorst is opgereden. De bestuurder van de Mercedes rijdt hooguit 40 kilometer per uur1. Verdachte vindt dat te langzaam en besluit de auto voor hem in te halen. Als hij op de linkerbaan rijdt en ongeveer halverwege de Mercedes is, ziet hij plotseling een fietser de weg oversteken. Hij remt onmiddellijk maar kan een aanrijding niet meer voorkomen.
Blijkens het proces-verbaal Verkeersongevals Analyse van Politie Drenthe, unit verkeer, van 23 februari 2008, heeft verdachte tijdens de inhaalmanoeuvre ruim 61 kilometer per uur gereden. Dat is een overschrijding van de maximum toegestane snelheid ter plaatse.
Vast staat dat verdachte de Mercedes heeft ingehaald. Dat was ter plaatse toegestaan en er waren geen omstandigheden op grond waarvan deze handeling op zich als een onverantwoorde handeling moet worden gekwalificeerd. Vast staat ook dat hij tijdens de inhaalmanoeuvre te hard heeft gereden. Daarmee heeft hij een verkeersovertreding begaan. Tijdens de inhaalmanoeuvre ziet hij plotseling de fietser oversteken. Hij kan een aanrijding met de fietser niet meer voorkomen. De fietser overlijdt in de loop van die avond aan de gevolgen van het ongeval.
De vraag is of verdachte zich als bestuurder van zijn personenauto zodanig heeft gedragen dat het ongeval en de dood van [naam slachtoffer] aan zijn grove of aanmerkelijke schuld te wijten is. Voor de beantwoording van deze vraag overweegt de rechtbank uitdrukkelijk dat de aanrijding blijkens het proces-verbaal Verkeersongevals Analyse2 niet voorkomen had kunnen worden als verdachte zich aan de toegestane maximumsnelheid had gehouden. Met andere woorden: het ongeval is niet veroorzaakt door de verkeersovertreding die verdachte heeft begaan. Ook bij een snelheid van 50 kilometer per uur, de toegestane maximum snelheid ter plaatse, zou verdachte een aanrijding niet hebben kunnen voorkomen. Ook overigens is niet uit het dossier gebleken dat verdachte zodanig weggedrag heeft vertoond dat hij grove of aanmerkelijke schuld heeft aan het ongeval.
De rechtbank acht het tenlastegelegde daarom niet wettig bewezen. Verdachte moet daarom van het hem tenlastegelegde worden vrijgesproken.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.C. Fuhler, voorzitter, en mr. B.I. Klaassens en mr. J.G. de Bock, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op dinsdag 8 juli 2008.