2. De vaststaande feiten
2.1 De kantonrechter stelt als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.
2.2 [werknemer] is met ingang van 1 december 2006 bij Ballast Nedam in dienst getreden en was laatstelijk werkzaam in de functie van uitvoerder. De arbeidsovereenkomst is op verzoek van [werknemer] met ingang van 1 augustus 2007 beëindigd.
2.3 [werknemer] had in het kader van zijn arbeidsovereenkomst tot 26 juni 2007 de beschikking over een dienstauto (niet zijnde een lease-auto), die door Ballast Nedam was gehuurd van LeasePlan. Het betrof een gebruikte auto van toen 1 jaar oud van het merk Opel, type Vectra, met kenteken [xx]. Op het Aflever- innameformulier van de Opel Vectra gedateerd op 1 december 2006 is het volgende vermeld: Contactpersoon was niet aanwezig. In ontvangst genomen door dame bij receptie. Op 26 juni 2007 heeft [werknemer] genoemde Opel Vectra ingeleverd en vervolgens heeft hij de beschikking gekregen over een lease-auto van het merk Volkswagen, type Jetta met kenteken [yy]. Op het Aflever-innameformulier van de Opel Vectra gedateerd op 26 juni 2007 is onder het kopje Checklist ‘ja’ aangegeven bij lakschade en is handgeschreven het volgende opgemerkt: Erg vuil van binnen.
2.4 Omstreeks april/mei 2006 is er schade aan de motor van de Opel Vectra ontstaan. De schade was van dien aard dat de motor moest worden vervangen. Bij factuur van 5 mei 2007 heeft LeasePlan Ballast Nedam belast voor kosten ad € 5039,84 (inclusief BTW) voor het vervangen van de motor van de Opel Vectra.
2.5 In de arbeidsovereenkomst is onder het kopje 17. Einde arbeidsovereenkomst in 17.2 het volgende bepaald: Bedrijfseigendommen in de ruimste zin van het woord, zoals informatiedragers, (kopieën van) correspondentie, tekeningen en aantekeningen betrekking hebbende op bedrijfsaangelegenheden, alsmede een eventuele aan werknemer ter beschikking gestelde bedrijfs- of lease-auto, dienen vóór het daadwerkelijke einde van de arbeidsovereenkomst door werknemer in goede staat bij werkgever te worden ingeleverd.
2.6 In de Leaseregeling Ballast Nedam N.V. nummer 8.5, update januari 2007/ revisie 1 staat onder 8.5.9.3 het volgende vermeld: Bij aanschaf van een andere auto en bij uitdiensttreding levert de werknemer de auto in goede staat en met schoon interieur en exterieur in op het door de afdeling Leasebeheer aan te geven adres. (…)
2.7 [werknemer] heeft bij e-mail van 18 juli 2007 het volgende aan [A] van Ballast Nedam medegedeeld: Ik zie dat ik van [D] al bevestiging heb omtrent de datum De auto moet ik voor 31 juli inleveren in emmen. Dus de datum is dan ook definitief van 1 augustus. Telefoon en laptop lever ik vrijdag in bij de zaak. Na de vakantie heb ik met [R] wel contact omtrent loppersum. Ik heb 4 week vakantie, week 30, 32, 32 en 33 Maandag 20 augustus is dan mijn eerste werkdag bij [P-V]
2.8 Bij brief van 19 juli 2007 heeft Ballast Nedam [werknemer] het volgende medegedeeld: Naar aanleiding van uw verzoek om de arbeidsovereenkomst met Ballast Nedam Bouw Noord b.v. te beëindigen het volgende. Gezien uw wettelijke opzegtermijn zult u bij ons uit dienst kunnen treden met ingang van 1 september 2007. Echter, u heeft aangegeven dat u graag met ingang van 1 augustus in dienst wilt treden bij [P-V]. Wij zijn bereid u hierin tegemoet te komen en zijn het volgende overeengekomen. U zult op 1 augustus 2007 bij [P-V] beginnen, onder de voorwaarde dat u na 1 augustus nog wel enkele dagdelen per week het project Loppersum zult begeleiden tot en met de oplevering op 3 september 2007. U zult tijdens de oplevering dan ook aanwezig zijn. Uiteraard dient u zelf dit verder kort te sluiten met [P-V]. Op uw laatste werkdag 20 juli aanstaande zult u uw sleutels, mobiele telefoon en laptop inleveren bij de afdeling personeelszaken. Tevens zult u, zoals afgesproken, uiterlijk op 31 juli 2007 uw lease-auto en tankpas inleveren bij het leaseplan bedrijf in Emmen. (…)
2.9 Bij brief van 21 november 2007 heeft de gemachtigde van Ballast Nedam [werknemer] aangeschreven, in welk verband [werknemer] is gesommeerd tot betaling van de in het geding zijnde vorderingen onder verrekening van niet betaalde declaraties en niet genoten vakantiedagen van € 318,05 netto.