2. De vaststaande feiten
2.1 De kantonrechter stelt als enerzijds gesteld en anderzijds niet of onvoldoende gemotiveerd weersproken het volgende vast.
2.2 Op 25 januari 2007 hebben partijen een huurovereenkomst kantoorruimte gesloten met betrekking tot een gedeelte van het pand aan [adres]. De huurprijs inclusief omzetbelasting bedraagt per maand € 3570,-. Daarnaast zijn door partijen aanvullende afspraken gemaakt over het uitvoeren van werkzaamheden door en voor rekening van Oost als verhuurder. Artikel 9.9 van de huurovereenkomst luidt als volgt:
Verhuurder zal voor zijn rekening zorgdragen voor (zie bijlage “Verbouwtekening”) 1 Het dichtmaken van de openingen A en B.
2 Het dichtmaken van de deuropeningen C en D.
3 Het amoveren van de wanden links en rechts van F en G.
4 Het eventueel verplaatsen van de luchtverwarmingsunits t.p.v. E danwel het amoveren van de wand bij E. 5 Het opsplitsen van gas-, water-, electra- en verwarmingsleidingen en het aanbrengen van tussenmeters inzake nutsvoorzieningen (gas, water en electra).
6 Het aanbrengen van een entreedeur(en) t.p.v. H.
Artikel 9.10 van de huurovereenkomst luidt als volgt:
Tevens zal verhuurder voor zijn rekening en op basis van door huurder nader aan te reiken en door verhuurder nader goed te keuren documenten extra werkzaamheden verrichten. Partijen zijn overeengekomen dat de hiermee gemoeide kosten, tot een maximum van € 50.000,- exclusief omzetbelasting, op het moment dat de bijbehorende nota actueel is met de verdeelsleutel van 10% bij de jaarhuur (als genoemd in artikel 4.1) opkomen (Rekenvoorbeeld: extra investering € 40.000,-, dit keer 10% is € 4000,- en dit bij de jaarhuur (€ 36.000) op maakt totaal als jaarhuur € 40.000,- excl. B.t.w.) De extra werkzaamheden zijn (zie bijlage “Verbouwtekening”)
1 De vloerafwerking voorzien van tapijtvloertegels.
2 Het aanbrengen van extra kozijnen in de gevel.
3 Scheiding van het alarmsysteem (abonnements- en onderhoudskosten zijn voorts geheel voor rekening van huurder). 4 het aanbrengen van een voorportaal casu quo afdak(je) bij de entreedeur(en) t.p.v. H. 5 Het aanbrengen van 2 separate doucheruimtes met toebehoren aan de noordwestzijde (zie I). 6 Het aanbrengen van reclameborden in de reclamezuil staande aan de hoek van de straat. Hierbij zijn de 5 reclamebakken aan de noordwestzijde ter beschikking van de huurder. De bovenste reclamebak staat ter beschikking van verhuurder. Bij de op 31 januari 2007 door partijen ondertekende allonge behorende bij en één geheel uitmakend met de huurovereenkomst d.d. 25-01-2007 is onder meer het volgende vermeld: Partijen in bovengenoemde overeenkomst zijn het volgende overeengekomen:
1. Het bedrag genoemd in artikel 9.10, te weten € 50.000,-, is gewijzigd in € 25.000,-.
2.3 De huur is ingegaan op 1 februari 2007, maar afgesproken is dat de huur over februari niet behoeft te worden voldaan. [huurder] is derhalve pas per maart 2007 huurtermijnen verschuldigd. [huurder] heeft een waarborgsom van € 10.000,- voldaan maar tot op heden nog geen enkele huurtermijn voldaan, ondanks het feit dat de door Oost gezonden facturen door [huurder] zonder protest zijn behouden. Vanaf augustus 2007 is Oost gestopt met het verzenden van facturen aangezien [huurder] de huurprijs op grond van de huurovereenkomst ook zonder factuur verschuldigd is.
2.4 Omdat [huurder] al vanaf het begin van de huurovereenkomst nooit huur betaalde heeft Oost hem gedagvaard in kort geding. De mondelinge behandeling daarvan heeft plaatsgehad op 29 augustus 2007, waar [huurder] een reconventionele vordering heeft ingediend. Toen bleek dat het kort geding niet zou kunnen leiden tot een goede beoordeling van de partijen verdeeld houdende kwesties, maar dat daarvoor een bodemprocedure nodig was, is het kort geding ingetrokken op basis van de afspraak dat [huurder] vanaf september 2007 de huurtermijnen zou gaan betalen en [huurder] zijn (vermeende) tegenvordering in minnelijk overleg zou onderbouwen. Aan geen van die afspraken heeft [huurder] voldaan. Namens [huurder] is wel een brief van 7 september 2007 verzonden, waarin [huurder] toezegt te zullen betalen maar daarin voorts aangeeft betalingsproblemen te hebben.