ECLI:NL:RBASS:2009:BH8243
Rechtbank Assen
- Voorlopige voorziening
- J.M.C. Obenhuijsen
- Rechtspraak.nl
Concurrentiebeding en onrechtmatige daad in kort geding tussen voormalig werknemer en nieuwe werkgever
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Assen op 19 maart 2009, gaat het om een kort geding waarin de besloten vennootschap Schoonmaakbedrijf [V] B.V. (hierna: [schoonmaakbedrijf V]) een voorlopige voorziening vordert tegen haar voormalige werknemer [mw. B.] en haar nieuwe werkgever Eresdé B.V. [schoonmaakbedrijf V] stelt dat [mw. B.] het concurrentiebeding uit haar arbeidsovereenkomst heeft geschonden door in dienst te treden bij Eresdé, en vordert dat de kantonrechter [mw. B.] verbiedt om deze overtreding voort te zetten en Eresdé verbiedt om [mw. B.] in dienst te houden. De kantonrechter heeft de feiten vastgesteld, waaronder de arbeidsovereenkomst van [mw. B.] met [schoonmaakbedrijf V.] en de inhoud van het concurrentiebeding. De kantonrechter oordeelt dat de vordering van [schoonmaakbedrijf V.] voldoende spoedeisend is voor behandeling in kort geding, maar dat er onvoldoende bewijs is dat het concurrentiebeding nog van kracht is. De kantonrechter overweegt dat de functiewijziging van [mw. B.] van RTA/Inspectrice naar rayonmanager een wijziging van de arbeidsverhouding van ingrijpende aard met zich meebracht, waardoor het concurrentiebeding aanmerkelijk zwaarder op haar is gaan drukken. De kantonrechter concludeert dat het concurrentiebeding is komen te vervallen en dat Eresdé niet onrechtmatig heeft gehandeld. De vorderingen van [schoonmaakbedrijf V.] worden afgewezen en zij wordt veroordeeld in de proceskosten.