ECLI:NL:RBASS:2009:BI3755
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ontbinding huurovereenkomst en betaling huurachterstand door gedaagde
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Assen op 8 april 2009, staat de ontbinding van een huurovereenkomst centraal. Eiseres, de stichting Lefier, gevestigd te Hoogezand-Sappemeer, heeft een vordering ingesteld tegen gedaagde, die in persoon procedeerde. De procedure begon met een tussenvonnis op 4 februari 2009, waarna een comparitie op 24 maart 2009 plaatsvond. Eiseres was niet vertegenwoordigd, wat door de gemachtigde werd aangeduid als een 'onzincomparitie'. Gedaagde verscheen wel en de griffier hield aantekeningen van het verhandelde.
De feiten zijn als volgt: er bestaat een huurovereenkomst tussen eiseres en gedaagde voor een woning tegen een huurprijs van € 509,67 per maand. Eiseres vorderde ontbinding van de huurovereenkomst, ontruiming van het gehuurde en betaling van een huurachterstand van € 1.529,01, plus rente en buitengerechtelijke kosten. De kantonrechter merkte op dat eiseres door haar afwezigheid het risico nam dat gedaagde standpunten kon innemen die niet weersproken konden worden. De vordering tot betaling van achterstallige huur tot en met maart 2009 werd toegewezen tot een bedrag van € 1.019,34, met rente vanaf de dag van dagvaarding.
De gevorderde buitengerechtelijke kosten werden afgewezen wegens gebrek aan onderbouwing. De kantonrechter oordeelde dat de ontbinding van de huurovereenkomst niet gerechtvaardigd was, aangezien de huurachterstand niet substantieel was en gedaagde de huurtermijnen vanaf januari 2009 weer maandelijks had voldaan. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en de proceskosten, maar de vorderingen tot ontbinding en ontruiming werden afgewezen. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheden van woningcorporaties en de noodzaak van een zorgvuldige proceshouding.