RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830222-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 13 februari 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats en -land] op [geboortedatum] 1972,
ingeschreven op het adres [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 30 januari 2009.
De verdachte is niet verschenen.
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat hij op of omstreeks 08 augustus 2008 in de gemeente Emmen, door geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) en/of bedreiging met geweld of (een) andere feitelijkhe(i)d(en) [slachtoffer] heeft gedwongen tot het plegen en/of dulden van een of meer ontuchtige handeling(en), bestaande uit het
- vastpakken van en/of knijpen in één van haar borsten
- geven van een zoen op haar mond en/of wang,
- vastpakken van en/of knijpen in haar kruis/schaamstreek
- duwen van haar hoofd in de richting van zijn ontblote en erecte penis,
en bestaande dat geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) en/of die bedreiging met geweld of die andere feitelijkhe(i)d(en) uit
- het sluiten van de kamerdeur en/of het belemmeren van de uitgang/doorgang door voor de
deur te gaan staan,
- het onverhoedse karakter van het vastpakken, knijpen en geven van de zoen,
- het vastpakken van het hoofd, althans het haar van die [slachtoffer] en het (vervolgens)
naar beneden drukken/duwen/trekken van haar hoofd,
- het feit dat verdachte een patiënt/cliënt van die [slachtoffer] was.
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank heeft geconstateerd dat de Aanwijzing Opsporing en Vervolging inzake Seksueel Misbruik (verder te noemen: de Aanwijzing) niet is nageleefd. De verhoren van verdachte zijn immers niet afgenomen door één of meer gecertificeerde zedenrechercheurs en de verhoren zijn niet opgenomen op beeld- en/of geluidsdragers.
Naar het oordeel van de rechtbank is door het achterwege blijven van beeld- en/of geluidsopnames van de verhoren en het afnemen van de verhoren zonder dat daarbij één of meer gecertificeerde zedenrechercheurs was/waren betrokken weliswaar een norm geschonden, maar nu niet is gebleken dat verdachte door het niet naleven van de Aanwijzing op enigerlei wijze in zijn verdediging is geschaad, zal de rechtbank geen consequenties verbinden aan het niet naleven van de Aanwijzing.
De rechtbank heeft daarop vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De rechtbank gaat op grond van de inhoud van het dossier en het verhandelde ter terechtzitting uit van het volgende.
De verklaring van [slachtoffer] op dossierpagina 019 en volgende.
Zij doet aangifte van aanranding. Ze is werkzaam bij Beter Thuis Wonen Thuiszorg BV.
Op 28 juli 2008 wordt een meneer aangemeld. Hij heet [verdachte]. Hij heeft een nieuwe heup gekregen. Hij woont op het AZC te Emmen. Op 8 augustus 2008 omstreeks 20:00 uur was ze weer bij [verdachte]. Hij deed één van de gordijnen dicht. Zij deed het andere deel dicht omdat hij daar niet bij kon. Normaal doet hij dat nooit. Voordien had hij haar al omhelsd. Ze heeft hem van haar afgeduwd en zei: “no”. Hij probeerde haar op de mond te zoenen. Ze draaide haar hoofd weg. Daardoor zoende hij haar op haar wang. Hij ging op een stoel zitten zodat ze zijn steunkous kon uitdoen. Hij begon weer over zoenen. Hij zei: “please, one kiss”. Ze heeft “no” gezegd. Hij ging staan en trok alles naar beneden. Hij trok zijn rok naar beneden. Volgens haar had hij geen onderbroek aan. Ze zag zijn stijve piemel. Hij had een erectie. Hij duwde haar hoofd naar zijn geslachtsdeel. Hij had nog steeds een erectie. Ze wilde gaan staan. Ze voelde en zag dat hij aan haar linkerborst zat. Hij stond toen ook. Hij kneep redelijk hard in haar borst. Dat was op de kleding, op haar jas. Kort daarvoor had hij al geprobeerd om met zijn hand onder haar jas te komen. Ze heeft gelijk zijn hand weggeslagen. Ze heeft zich omgedraaid en wilde de deur uitlopen. Ze deed de deur open. Hij hield toen met zijn hand de deur tegen. Hij was omgelopen en stond tussen de deur en haar in. Hij greep met een hand in haar kruis. Dit was op de kleding. Hij pakte haar redelijk stevig in haar kruis. Hij kreeg niet de kans om te knijpen. Toen had ze hem al van haar afgeduwd. Vervolgens zag ze kans de deur te openen en ze kon buiten komen. Tegen de bewaker, die buiten stond, zei ze: “daar ga ik ook niet weer heen”.
De verklaring van getuige [getuige 1] op dossierpagina 026 en volgende.
Hij is als beveiliger werkzaam voor het bedrijf Trigion security en werkt op het AZC te Emmen. Zij begeleiden medewerkers van de thuiszorg naar de woning van [verdachte].
Op 8 augustus 2008 omstreeks 20 uur kwam de medewerkster van thuiszorg zich bij hem melden. Hij is met haar meegegaan naar de woning van [verdachte]. Op een gegeven moment kwam de medewerkster naar hem toe. Ze maakte op hem een geschokte en verwarde indruk. Ze keek angstig. Ze was niet meer opgewekt zoals ze was toen ze kwam. Ze zei direct: “ik kom hier niet weer. Het is gebeurd hier”. Ze is ongeveer tien minuten bij [verdachte] binnen geweest. Ze vertelde hem desgevraagd dat [verdachte] had geprobeerd haar te zoenen. Ook had hij geprobeerd haar vast te pakken. Ze maakte duidelijk dat [verdachte] haar zijn blote onderlichaam had laten zien.
De medewerkster is een vrouw van ongeveer 23 jaar, lang en slank postuur met lang lichtblond haar.
De verklaring van getuige [getuige 2] op dossierpagina 032 en volgende.
[slachtoffer] werkt bij Thuiszorg. Ze komt bij haar in verband met een gebroken schouder.
Op 8 augustus 2008 omstreeks 20:00 uur kwam [slachtoffer] haar helpen. Ze was niet de [slachtoffer] die ze kent. Ze huilde. Ze was erg overstuur. Ze vertelde dat ze op het AZC was geweest bij een [land van herkomst verdachte]. Die had direct de deur op slot gedaan. Dat vond ze vreemd. Hij had zijn broek en onderbroek uitgedaan. [slachtoffer] was daar erg van geschrokken. Hij had een enorme erectie. Hij had haar in haar kruis en bij haar borsten gegrepen. Ook wilde hij haar hoofd naar zijn penis duwen. [slachtoffer] vertelde dat ze wilde wegrennen maar dat de deur op slot zat. Na enige tijd kreeg ze de deur open en is ze weggerend. [slachtoffer] was erg overstuur toen ze haar dit vertelde.
De verklaring van getuige [getuige 3] op dossierpagina 037 en volgende.
Ze werkt bij Thuiszorg. [verdachte] is een cliënt van hen. Hij heeft een heupoperatie gehad. Hij werd gedoucht, zijn wond werd verzorgd en zijn steunkous werd aangedaan.
Hij woont in het AZC in Emmen. Ze hielp hem met douchen. Hij had bijna altijd een stijve penis onder de douche. Ze was dan erg alert als ze zijn benen moest wassen. Hij schaamde zich niet voor zijn stijve penis.
Op 8 augustus 2008 was ze voor het laatst bij hem. Ze was er ’s morgens. Toen is haar opgevallen dat hij de badkamerdeur op slot deed. Ze was toen samen met hem in de badkamer. Hij liep er speciaal heen op zijn krukken om dit te doen. Ze was extra alert. Die keer zei [verdachte] tegen haar bij het aantrekken van de kous: “kom maar naast mij zitten”. Hij sloeg daarbij op het bed.
De verklaring van de verdachte op dossierpagina 042 en volgende.
Hij woont in het AZC in Emmen. Hij heeft een operatie gehad en woont alleen in een kamer. Gisteren, 8 augustus 2008 ’s avonds was er iemand van Thuiszorg. Iedere keer komen er andere mensen. Er kwam een meisje. Dat meisje komt elke middag bij hem omdat zij hem moet helpen met zijn been. Hij is geopereerd aan zijn heup. Het meisje helpt hem iedere keer om de schoen uit te doen. Andere meisjes komen om hem te wassen.
Het meisje van gisteravond kwam een schoen uitdoen. Ze was er rond 8 a 9 uur ’s avonds. Het is een lange vrouw met wit haar.
De verklaring van de verdachte op dossierpagina 048 en volgende.
Hij had wel zijn onderbroek omlaag.
De rechtbank acht op grond van voornoemde bewijsmiddelen wettig bewezen en zij heeft uit die bewijsmiddelen de overtuiging verkregen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat hij op 08 augustus 2008 in de gemeente Emmen, door geweld of andere feitelijkheden [slachtoffer] heeft gedwongen tot het dulden van ontuchtige handelingen, bestaande uit het
- knijpen in één van haar borsten,
- geven van een zoen op haar wang,
- vastpakken van haar kruis,
- duwen van haar hoofd in de richting van zijn ontblote en erecte penis,
en bestaande dat geweld of die feitelijkheden uit
- het belemmeren van de uitgang,
- het onverhoedse karakter van het vastpakken, knijpen en geven van de zoen,
- het vastpakken van het hoofd van die [slachtoffer] en het vervolgens naar
beneden duwen van haar hoofd.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring.
De verdachte zal van het meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Het bewezen geachte levert op:
door geweld of een andere feitelijkheid iemand dwingen tot het dulden van ontuchtige handelingen,
strafbaar gesteld bij artikel 246 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de aard en de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit feit is begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, mr. J. Hoekman, en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 7 januari 2009, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder ter zake van een misdrijf is veroordeeld.
Verdachte, die kort voor 8 augustus 2008 een nieuwe heup had gekregen, heeft mevrouw [slachtoffer], medewerkster van een thuiszorginstelling die hem hielp bij het uittrekken van zijn steunkous, aangerand. Hij kneep in één van haar borsten, pakte haar vast in haar kruis en duwde haar hoofd in de richting van zijn ontblote en erecte penis, kennelijk met de bedoeling haar te dwingen hem oraal te bevredigen. Toen mevrouw [slachtoffer] wilde vluchten belemmerde verdachte haar de uitgang. Uiteindelijk lukte het mevrouw [slachtoffer] toch om weg te komen. Zij was, begrijpelijkerwijs, zeer ontdaan door hetgeen haar was overkomen.
De rechtbank rekent de verdachte dit feit zwaar aan. Zij die werkzaam zijn in de thuiszorg, en uit dien hoofde meestal alleen zijn met hun cliënten, moeten hun werkzaamheden kunnen verrichten zonder gebukt te gaan onder de vrees voor ontuchtige handelingen. Juist zij, die zich beroepsmatig in dienst stellen van hen die zorg behoeven, dienen met respect te worden tegemoet getreden.
Niettemin acht de rechtbank de eis van de officier van justitie, zes maanden gevangenisstraf, te fors. Verdachte is namelijk first offender. Hij is blijkens het uittreksel uit zijn justitiële documentatie van 7 januari 2009 niet eerder veroordeeld voor een zedendelict.
De rechtbank is op grond van de ernst van het feit, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval dan ook een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van drie maanden passend is.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10 en 27 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert het strafbare feit zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van drie maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter, en mr. J.G. de Bock en mr. L.J. Hofstra, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op vrijdag 13 februari 2009.