ECLI:NL:RBASS:2009:BJ3508
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- A.H.J. Lennaerts
- Rechtspraak.nl
Verzet tegen een dwangbevel van de gemeente Emmen
In deze zaak hebben eisers verzet ingesteld tegen een dwangbevel van de gemeente Emmen, dat op 21 augustus 2008 was opgelegd en op 8 oktober 2008 aan hen was betekend. De eisers, vertegenwoordigd door advocaat mr. J. Bolt, vorderden dat de rechtbank zou verklaren dat het dwangbevel ten onrechte was opgelegd en dat de gemeente Emmen, vertegenwoordigd door advocaat mr. R.P. Doting, zou worden veroordeeld om het dwangbevel buiten effect te stellen. De rechtbank heeft de procedure beoordeeld en vastgesteld dat de eisers niet tijdig verzet hebben ingesteld, aangezien zij niet binnen de wettelijk voorgeschreven termijn van zes weken na de betekening van het dwangbevel actie hebben ondernomen. De rechtbank heeft opgemerkt dat eisers op de hoogte waren van de vereisten voor het indienen van verzet, maar desondanks niet tijdig een deurwaarder hebben ingeschakeld om de dagvaarding uit te brengen. De rechtbank heeft ook overwogen dat de eisers onvoldoende initiatief hebben getoond en dat zij pas op het laatste moment contact hebben opgenomen met de gemeente. De rechtbank heeft het beroep van eisers op artikel 69 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering afgewezen, omdat niet is komen vast te staan dat er tijdig een verzoekschrift is ingediend. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eisers als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten moeten worden veroordeeld, die zijn begroot op € 1.158,00. Het vonnis is uitgesproken op 17 juni 2009.