ECLI:NL:RBASS:2009:BJ8482

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
17 maart 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.830307-08
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksueel misbruik door volleybalcoach van minderjarige speelsters

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 17 maart 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een volleybalcoach die beschuldigd werd van seksueel misbruik van twee minderjarige speelsters. De verdachte, geboren in 1972, had als coach een vertrouwenspositie en heeft gedurende een periode van meerdere jaren ontuchtige handelingen gepleegd met de speelsters, waarvan één pas 14 jaar oud was bij het begin van de relatie. De rechtbank oordeelde dat de verdachte misbruik heeft gemaakt van zijn positie en dat hij zich bewust was van de leeftijd van het slachtoffer. De feiten vonden plaats in de periode van 1 september 2007 tot en met 18 oktober 2008 en betroffen onder andere het seksueel binnendringen van het lichaam van de slachtoffers.

De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van enkele tenlastegelegde feiten, maar heeft hem wel schuldig bevonden aan de ontuchtige handelingen met de minderjarige speelsters. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de psychologische rapportage, waaruit bleek dat de verdachte volledig toerekeningsvatbaar was. De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd in overweging genomen bij het bepalen van de straf.

De verdachte is veroordeeld tot een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden, met een proeftijd van 2 jaar, en daarnaast tot een taakstraf van 240 uren. De rechtbank heeft als bijzondere voorwaarde opgelegd dat de verdachte zich moet houden aan de voorschriften van de Reclassering Nederland. Dit vonnis is gewezen door een meervoudige kamer van de rechtbank, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.830307-08
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 17 maart 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
wonende te [woonplaats], doch
feitelijk wonende te [feitelijk adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 3 maart 2009.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. E.P. Eujen, advocaat te Hoogeveen.
De officier van justitie mr. S. Kromdijk acht hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en onder 2 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen.
Tenlastelegging
De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1. hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 september 2007 tot en met 18 oktober 2008, te Meppel, althans in de gemeente Meppel, althans in het arrondissement Assen, met [slachtoffer 1], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, (telkens) een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die (telkens) bestond(en) uit of mede
bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte,
- die [slachtoffer 1] op de mond gezoend en/of (een) tongzoen(en) gegeven
en/of
- de (naakte) borsten en/of billen, althans het lichaam van die [slachtoffer 1] gestreeld en/of betast en/of
- zijn, verdachte's penis en/of een of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht/bewogen;
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen, terzake dat
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 27 augustus 2007 tot en met 18 oktober 2008, te Meppel, althans in de gemeenste Meppel met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] 1993, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- op de mond zoenen van en/of het geven van (een) tongzoen(en) aan die [slachtoffer 1] en/of
- het strelen/betasten van de (naakte) borsten en/of billen, althans het (naakte) lichaam van die [slachtoffer 1] en/of
- het brengen/duwen van zijn, verdachte's penis en/of een of meer van zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 1];
2. hij op verschillende tijstippen, althans op enig tijstip, in of omstreeks de periode van 1 december 2006 tot en met 9 mei 2008, te Meppel, althans in het arrondissement Assen, ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en/of opleiding en/of waakzaamheid (als volleybaltrainer) toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 1989, immers heeft hij, verdachte (meermalen)
- die [slachtoffer 2] op de mond gezoend en/of (een) tongzoen(en) gegeven en/of
- de (naakte) borsten en/of billen, althans het lichaam van die [slachtoffer 2] gestreeld en/of betast en/of
- zijn, verdachte's penis en/of een of meer van zijn, verdachte's vingers in de vagina van die [slachtoffer 2] gebracht/geduwd;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlasteleggingen worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Bewijsmiddelen
Nu verdachte, hetgeen de rechtbank onder 1 primair en onder 2 bewezen zal verklaren, heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
1. de bekennende verklaring van verdachte afgelegd ter terechtzitting van 3 maart 2009.
2. het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, district Zuidwest, dossiernr. PL033E/08-507452 d.d. 16 december 2008, onder meer inhoudende:
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, district Zuidwest, proces-verbaalnr. PL033E/08-185478, d.d. 24 oktober 2008, houdende de aangifte van [aangever], wonende te [woonplaats] (pagina’s 141 t/m 145);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van politie Drenthe, district Zuidwest, proces-verbaalnr. PL033E/08-185478, d.d. 27 oktober 2008, houdende de verklaring van de getuige [getuige 1], wonende te [woonplaats] (pagina’s 146 t/m 149);
- het in de wettelijke vorm opgemaakte proces-verbaal van politie Drenthe, district Zuidwest, proces-verbaalnr. PL033E/08-185478, d.d. 30 oktober 2008, houdende de verklaring van [slachtoffer 1], geboren [geboortedatum] 1993, en wonende te [woonplaats] (pagina’s 150 t/m 156);
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, district Zuidwest, proces-verbaalnr. PL033E/08-185956 d.d. 29 oktober 2008, houdende de aangifte van [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 1989, en wonende te [woonplaats] (pagina’s 168 t/m 172);
- het in de wettelijke vorm opgemaakt proces-verbaal van politie Drenthe, district Zuidwest, proces-verbaalnr. PL033E/08-185956 d.d. 28 oktober 2008, houdende de verklaring van de getuige [getuige 2], wonende te [woonplaats] (pagina’s 173 t/m 176);
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het hem onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1. hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 september 2007 tot en met 18 oktober 2008 in de gemeente Meppel met [slachtoffer 1], die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, telkens ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die bestonden uit of mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte,
- die [slachtoffer 1] op de mond gezoend en tongzoenen gegeven en
- de borsten en billen van die [slachtoffer 1] betast en
- zijn, verdachte's penis en zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] gebracht;
2. hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 december 2006 tot en met 9 mei 2007 te Meppel ontucht heeft gepleegd met de aan zijn zorg en opleiding (als volleybaltrainer) toevertrouwde minderjarige [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 1989, immers heeft hij, verdachte meermalen
- die [slachtoffer 2] op de mond gezoend en tongzoenen gegeven en
- de borsten en billen van die [slachtoffer 2] betast en
- zijn, verdachte's, penis en zijn, verdachte's, vingers in de vagina van die [slachtoffer 2] gebracht.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1 primair en onder 2 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
De rechtbank zal bij feit 2 de tenlastegelegde periode beperken tot en met 9 mei 2007 omdat [slachtoffer 2] op 10 mei 2007 meerderjarige werd.
Kwalificaties
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
onder 1:
Met iemand, die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt, buiten echt ontuchtige handelingen plegen, die bestaan of mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam,
strafbaar gesteld bij artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 2:
Ontucht plegen met een aan zijn zorg en opleiding toevertrouwde minderjarige,
strafbaar gesteld bij artikel 249 van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid
De rechtbank heeft kennis genomen van een psychologisch rapport d.d. 25 februari 2009, opgemaakt door drs. A. Tatlicioglu, klinisch psycholoog en vast gerechtelijk deskundige.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie:
Bij verdachte is er geen sprake van een ziekelijke stoornis en/of gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens. Verdachte heeft wel een licht narcistische levensstijl, een hoog streefniveau, is erg prestatiegericht en verlangt wel bijzondere aandacht voor zijn prestaties. Omdat er geen ziekelijke stoornis en/of een gebrekkige ontwikkeling is, kan worden gesproken van een volledige toerekeningsvatbaarheid.
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie van de psycholoog en maakt die tot de hare.
De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde volledig aan de verdachte kan worden toegerekend.
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat ook overigens geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Strafmotivering
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straffen in aanmerking:
- de aard en de ernst van de gepleegde feiten;
- de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan;
- hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon
van de verdachte;
- de eis van de officier van justitie;
- het pleidooi van de raadsman van de verdachte;
- de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen
documentatieregister d.d. 12 februari 2009, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder
ter zake van misdrijven is veroordeeld.
De officier van justitie heeft een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van 12 maanden, waarvan 6 maanden voorwaardelijk, met aftrek en met een proeftijd van 2 jaren en met de bijzondere voorwaarde toezicht reclassering.
De raadsman heeft onder meer gepleit voor het opleggen van een werkstraf aan de verdachte, die first-offender is. De raadsman stelt daarbij verder nog dat voorafgaand aan deze terechtzitting de verdachte al fors is gestraft, te weten verdachte is door het gebeuren onder meer al zijn vrienden uit [woonplaats] en uit de volleybalwereld kwijtgeraakt, hij is geroyeerd als lid door de volleybalvereniging, de Nederlandse Volleybalbond heeft verdachte een schorsing opgelegd voor de duur van 10 jaren, voor zowel het in clubverband spelen als het geven van trainingen, zijn vrouw gaat van hem scheiden.
De rechtbank overweegt het volgende.
Verdachte was een deskundig en gevierd volleybalcoach en –trainer. In het kader van die functie had hij de getalenteerde jeugdspeelsters [slachtoffer 2] en [slachtoffer 1] onder zijn hoede. Gaandeweg heeft hij met beide speelsters een langdurige en deels gelijktijdige seksuele relatie aangeknoopt. De rechtbank rekent de verdachte aan dat hij vanuit zijn positie als trainer/coach heeft bewerkstelligd dat hij deze contacten met de jonge meisjes kon aangaan. Daarnaast neemt de rechtbank in aanmerking dat [slachtoffer 1] bij het begin van de relatie pas 14 jaar oud was, terwijl verdachte heel goed op de hoogte was van haar leeftijd. Hij heeft ernstig misbruik gemaakt van haar ontwikkeling en prille gevoelens op seksueel gebied.
Het aan de verdachte verwetene is strafbaar, omdat dit handelingen betreffen, waarbij de geldende sociaal-ethische normen, voortvloeiende uit het bepaalde in de artikelen 245 en 249 van het Wetboek van Strafrecht, worden overschreden. Aan de andere kant is de rechtbank uit de stukken niet gebleken dat de slachtoffers door verdachte werden gedwongen tot de verweten handelingen of dat zij zich op enigerlei wijze gedwongen hebben gevoeld door de genegenheid van de verdachte jegens hun. Ook bij de slachtoffers was min of meer sprake van verliefdheid.
De rechtbank zal bovendien het onder 2 bewezen verklaarde slechts in geringe mate laten meewegen in de bepaling van de strafmaat nu de bewezen verklaarde periode is beperkt tot een periode van ongeveer 6 maanden, te weten van 1 december 2006 tot en met 9 mei 2007, en hier, mede gezien de leeftijd van de minderjarige [slachtoffer 2] in de bewezen verklaarde periode en de inhoud van haar aangifte, de verhouding tussen trainer-coach en speelster kennelijk slechts een beperkte rol heeft gespeeld en er min of meer sprake was van vrijwilligheid en daarbij enige vorm van afhankelijkheid niet is gebleken.
Bovendien zal de rechtbank rekening houden met de omstandigheden van de verdachte zoals omschreven in het voorlichtingsrapport van Reclassering Nederland d.d. 24 februari 2009 en eerdergenoemd psychologisch rapport van drs. Tatlicioglu van 25 februari 2009.
Gelet op een en ander zal de rechtbank aan verdachte een gevangenisstraf opleggen van 3 maanden voorwaardelijk. Aan deze voorwaardelijke gevangenisstraf zal een bijzondere voorwaarde worden gekoppeld, inhoudende dat verdachte zich zal houden aan de voorschriften en/of aanwijzingen van Reclassering Nederland.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, bovendien van oordeel dat naast deze voorwaardelijke gevangenisstraf, het verrichten van een werkstraf voor de duur van 240 uren, subsidiair 120 dagen hechtenis een passende bestraffing is van deze verdachte.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 22c, 22d, 27 en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1 primair en onder 2 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair en onder 2 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren;
De rechtbank veroordeelt de verdachte tevens tot een taakstraf bestaande uit 240 uren werkstraf, zijnde het verrichten van onbetaalde arbeid met bevel dat, voor het geval de verdachte deze werkstraf niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis voor de duur van 120 dagen zal worden toegepast.
De rechtbank beveelt, dat de voorwaardelijk opgelegde straf niet zal worden tenuitvoergelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten, op grond, dat de verdachte zich voor het einde van een proeftijd van 2 jaren aan een strafbaar feit heeft schuldig gemaakt, of gedurende die proeftijd de hierna te vermelden bijzondere voorwaarde niet heeft nageleefd.
De rechtbank stelt als bijzondere voorwaarde dat de verdachte zich gedurende de proeftijd zal gedragen naar de voorschriften en aanwijzingen hem te geven door of namens de Reclassering Nederland, arrondissement Assen, met opdracht aan eerstgenoemde instelling ingevolge art. 14d van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde werkstraf geheel in mindering zal worden gebracht naar de maatstaf van 2 uren arbeid per dag voor de in verzekering doorgebrachte dagen.
De rechtbank heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.H.A. Fransen, voorzitter, en mr. J.G. de Bock en mr. M.A.F. Veenstra, rechters, in tegenwoordigheid van J. Bos, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 17 maart 2009.