ECLI:NL:RBASS:2009:BJ9624

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
26 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19/810275-08
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Seksueel misbruik van minderjarigen door een familielid met gevolgen voor de slachtoffers

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 26 juni 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich schuldig heeft gemaakt aan seksueel misbruik van twee jonge kinderen, zijn nichtje en neefje. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op meerdere tijdstippen, tussen 1 juni 2005 en 31 oktober 2008, in de gemeente Coevorden en Enkhuizen, ontuchtige handelingen heeft gepleegd met zijn nichtje, dat op het moment van de feiten nog geen twaalf jaar oud was, en met zijn neefje, dat toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt. De verdachte heeft zijn overwicht en de afhankelijkheidsrelatie misbruikt om de kinderen te dwingen tot seksuele handelingen, waarbij hij ook gebruik maakte van digitale middelen zoals webcams. De rechtbank heeft de ernst van de feiten zwaar laten wegen, mede gezien de gevolgen voor de slachtoffers, die in schriftelijke verklaringen hun leed hebben verwoord. De verdachte had eerder al veroordelingen voor vergelijkbare feiten en de rechtbank heeft rekening gehouden met een psychologisch rapport dat aangaf dat de verdachte lijdt aan een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege, en heeft schadevergoedingen opgelegd aan de benadeelde partijen. De rechtbank heeft ook bepaald dat bepaalde in beslag genomen voorwerpen, waaronder een laptop, verbeurd verklaard dienen te worden.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.810275-08
vonnis van de Meervoudige kamer d.d. 26 juni 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1960,
wonende [adres], thans verblijvende in P.I. [plaats van detentie].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 24 maart 2009 en 12 juni 2009.
De verdachte is verschenen, bijgestaan door mr. S.M. Klomp, advocaat te Assen.
Tenlastelegging
De verdachte is bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
1.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2005 tot en
met 15 mei 2007 in de gemeente Coevorden, met [slachtoffer 1], geboren [geboortedatum] 1995, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, een of meer
handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en) uit of mede bestond(en) uit het
seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte
meermalen
- zijn vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en/of
- haar tepels en/of borsten en/of vagina ontuchtig gestreeld;
art 244 Wetboek van Strafrecht
en
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 16 mei 2007 tot en
met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden, met [slachtoffer 1], geboren [geboortedatum] 1995, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, een of meer ontuchtige handeling(en) heeft gepleegd, die bestond(en)
uit of mede bestond(en) uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die
[slachtoffer 1], hebbende verdachte meermalen
- zijn penis en/of vinger(s) in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd/gebracht en/of
- haar tepels en/of borsten en/of vagina ontuchtig gestreeld;
art 245 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2005 tot en
met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden met [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] 1995, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten
echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het
ontuchtig strelen van haar tepels en/of borsten en/of vagina;
art 247 Wetboek van Strafrecht
2.
hij op een of meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2005
tot en met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden en/of Enkhuizen, althans
in Nederland een of meermalen door giften of beloften van geld of goed of
misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht of door
misleiding een persoon, te weten [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] 1995, waarvan
verdachte wist of redelijkerwijs moest vermoeden dat deze de leeftijd van
achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige
handelingen te plegen of zodanige handelingen van verdachte te dulden, welke
ontuchtige handelingen bestaan uit:
- het (via de webcam) tonen van de vagina en/of borsten van die [slachtoffer1] en/of
- het (via de webcam) tonen van het stoppen van de vingers in de vagina van
die [slachtoffer 1] en/of
- het (via de webcam) tonen van het laten likken van de vagina van [slachtoffer 1] door
een hond en/of
- het (via de webcam) tonen van zelfbevredigingshandelingen van [slachtoffer 1] met een
elektrische tandenborstel en/of een dildo;
en welke giften of beloften van geld en goed en/of welk misbruik uit
feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht en/of welke misleiding bestond
uit de omstandigheden dat
- verdachte de oom is van die [slachtoffer 1] en/of
- er sprake was van een afhankelijkheidsrelatie tussen verdachte en die [slachtoffer 1] en/of
- verdachte zich bij die [slachtoffer 1] op de slaapkamer bevond wanneer hij haar tot
ontuchtige handelingen verleidde en/of
- verdachte ging dreigen wanneer die [slachtoffer 1] niet zou doen wat hij zei en/of
- verdachte die [slachtoffer 1] zeer veel cadeaus en/of credits voor Habbo heeft
geschonken;
art 248a Wetboek van Strafrecht
3.
hij in of omstreeks de periode van 1 juni 2005 tot en met 22 december 2008 in
de gemeente Coevorden en/of Enkhuizen, in elk geval in Nederland, drie,
althans één afbeelding(en) heeft verspreid en/of vervaardigd en/of ingevoerd
en/of uitgevoerd en/of in bezit heeft gehad terwijl die afbeelding(en) één of
meer afbeeldingen van seksuele gedragingen bevatte(n), waarbij (telkens) een
persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was
betrokken of schijnbaar was betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen
bestonden uit (onder meer):
- het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van (een) perso(o)n(en)
die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft/hebben bereikt, waarbij door het
camerastandpunt en/of de (onnatuurlijke) pose van die/de perso(o)n(en)
nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden;
art 240b lid 1 Wetboek van Strafrecht
4.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juni 2005 tot en
met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden, tezamen en in vereniging met een
ander of anderen, althans alleen, met [slachtoffer 2], die toen de leeftijd van zestien
jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en)
heeft gepleegd, bestaande die ontuchtige handelingen van verdachte en/of zijn
mededader in het ontuchtig
-likken van de penis van die [slachtoffer 2] en/of
-aftrekken van de penis van die [slachtoffer 2] en/of
-laten voelen aan de borsten van [slachtoffer 3] door die [slachtoffer 2] en/of
-laten voelen in en/of aan de vagina van [slachtoffer 3] door die [slachtoffer 2];
art 47 Wetboek van Strafrecht
art 247 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
[slachtoffer 3] op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van
1 juni 2005 tot en met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden met [slachtoffer 2],
geboren op [geboortedatum] 1997, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had
bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handelingen heeft gepleegd,
bestaande in het ontuchtig
- likken aan de penis van die [slachtoffer 2] en/of
- aftrekken van de penis van die [slachtoffer 2] en/of
- laten voelen aan de borsten van [slachtoffer 3] door die [slachtoffer 2] en/of
- laten voelen in en/of aan de vagina van [slachtoffer 3] door die [slachtoffer 2]
welk feit hij, verdachte in of omstreeks de periode van 1 juni 2005 tot en met
31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden opzettelijk heeft uitgelokt door het
doen van (een) bedreiging(en), bestaande deze bedreiging(en) uit:
- zijn hand en/of arm om de nek van die [slachtoffer 3] leggen en/of drukken
en/of houden en/of
- die [slachtoffer 3] dreigen met fysiek geweld ;
art 247 Wetboek van Strafrecht
art 244 Wetboek van Strafrecht
art 47 lid 1 ahf/sub 1 Wetboek van Strafrecht
5.
hij op meerdere tijdstippen in of omstreeks de periode van 1 juli 2008 (zijnde
de datum omstreeks welke [slachtoffer 4] een relatie kreeg met [slachtoffer 5]) tot en
met 22 december 2008 in de gemeente Coevorden en/of Enkhuizen, in elk geval in
Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op
de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 4] en/of haar dochter [slachtoffer 1], in elk
geval van een ander, met het oogmerk die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 1], in elk geval die ander te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te
jagen, immers heeft verdachte met dat opzet:
- veelvuldig telefonisch contact en/of contact per smsbericht en/of per
e-mailbericht gezocht met die [slachtoffer 4] en/of die [slachtoffer 1],
- de werkgever van die [slachtoffer 4] gebeld en aangegeven dat die [slachtoffer 4]
vertrouwelijke informatie naar buiten heeft gebracht,
- de school van die [slachtoffer 1] gebeld en/of zich daarbij voorgedaan als iemand van
Jeugdzorg, ten einde contact te krijgen met die [slachtoffer 1];
art 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
In de tenlastelegging onder 1 primair van het misdrijf omschreven in artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht ontbreekt het bestanddeel “buiten echt”. Het betreft hier een kennelijke omissie, nu in het onder 1 subsidiair omschreven misdrijf van artikel 247 van het Wetboek van strafrecht voornoemd bestanddeel wel staat vermeld. De rechtbank zal derhalve het bestanddeel “buiten echt” in de tenlastelegging van eerstgenoemd feit inlezen. Niet gebleken is dat verdachte hierdoor in de verdediging is geschaad, mede omdat verdachte en zijn raadsvrouw ten aanzien van dit punt geen verweer hebben gevoerd.
De voorvragen
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
De eis van de officier van justitie
De officier van justitie mr. E.H.G. Kwakman acht hetgeen onder 1 primair, 2, 3, 4 primair en 5 is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen:
* een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren;
* terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege;
* teruggave van de inbeslaggenomen voorwerpen aan verdachte, met uitzondering van een laptop, die verbeurd dient te worden verklaard;
* toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen [slachtoffer 1], [slachtoffer 2] en [slachtoffer 4], alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Vrijspraak
De verdachte dient van het onder 4 primair tenlastegelegde te worden vrijgesproken, omdat de rechtbank dit niet wettig en overtuigend bewezen acht.
De rechtbank acht met name niet bewezen dat verdachte als medepleger kan worden aangemerkt, nu noch uit het dossier noch uit het verhandelde ter zitting blijkt van nauwe en bewuste samenwerking bij het plegen van dit feit.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1 primair, 2, 3, 4 subsidiair en 5 tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
1.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 juni 2005 tot en met 15 mei 2007 in de gemeente Coevorden, met [slachtoffer 1], geboren [geboortedatum] 1995, die toen de leeftijd van twaalf jaren nog niet had bereikt, handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte meermalen
- zijn vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en
- haar tepels en borsten en vagina ontuchtig gestreeld;
en
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 16 mei 2007 tot en met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden, met [slachtoffer 1], geboren [geboortedatum] 1995, die toen de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, die mede bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die [slachtoffer 1], hebbende verdachte meermalen
- zijn penis en vingers in de vagina van die [slachtoffer 1] geduwd en
- haar tepels en borsten en vagina ontuchtig gestreeld;
2.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden en Enkhuizen, meermalen door giften en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon, te weten [slachtoffer 1], geboren op [geboortedatum] 1995, waarvan verdachte wist dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet had bereikt, opzettelijk heeft bewogen ontuchtige handelingen te plegen, welke ontuchtige handelingen bestaan uit:
- het (via de webcam) tonen van de vagina en borsten van die [slachtoffer 1] en
- het (via de webcam) tonen van het stoppen van de vingers in de vagina van
die [slachtoffer 1] en
- het (via de webcam) tonen van het laten likken van de vagina van [slachtoffer 1] door
een hond en
- het (via de webcam) tonen van zelfbevredigingshandelingen van [slachtoffer 1] met een
elektrische tandenborstel en een dildo;
en welke giften en welk misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht bestonden uit de omstandigheid dat
- verdachte de oom is van die [slachtoffer 1] en
- er sprake was van een afhankelijkheidsrelatie tussen verdachte en die [slachtoffer 1] en
- verdachte ging dreigen wanneer die [slachtoffer 1] niet zou doen wat hij zei en
- verdachte die [slachtoffer 1] zeer veel cadeaus en credits voor Habbo heeft geschonken;
3.
hij op 22 december 2008 in de gemeente Enkhuizen, drie afbeeldingen in bezit heeft gehad terwijl die afbeeldingen afbeeldingen van seksuele gedragingen bevatten, waarbij telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, was
betrokken, welke voornoemde seksuele gedragingen bestonden uit onder meer:
- het gedeeltelijk naakt poseren van een persoon die de leeftijd van 18 jaren nog niet heeft bereikt, waarbij door het camerastandpunt en de pose van die persoon nadrukkelijk de ontblote geslachtsdelen in beeld gebracht worden;
4.
[slachtoffer 3] op meerdere tijdstippen in de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden met [slachtoffer 2], geboren op [geboortedatum] 1997, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen heeft gepleegd, bestaande in het ontuchtig
- likken aan de penis van die [slachtoffer 2] en
- aftrekken van de penis van die [slachtoffer 2] en
- laten voelen aan de borsten van [slachtoffer 3] door die [slachtoffer 2] en
- laten voelen in en aan de vagina van [slachtoffer 2] door die [slachtoffer 2]
welk feit hij, verdachte in de periode van 1 juni 2005 tot en met 31 oktober 2008 in de gemeente Coevorden opzettelijk heeft uitgelokt door het doen van bedreigingen, bestaande deze bedreigingen uit:
- zijn hand om de nek van die [slachtoffer 3] leggen en drukken en houden en
- die [slachtoffer 3] dreigen met fysiek geweld;
5.
hij op meerdere tijdstippen in de periode van 1 juli 2008 (zijnde de datum omstreeks welke [slachtoffer 4] een relatie kreeg met [slachtoffer 5]) tot en met 22 december 2008 in de gemeente Coevorden en Enkhuizen, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 4] en haar dochter [slachtoffer 1], met het oogmerk die [slachtoffer 4] en die [slachtoffer 1], te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en vrees aan te jagen, immers heeft verdachte met dat opzet:
- veelvuldig telefonisch contact en contact per smsbericht en per
e-mailbericht gezocht met die [slachtoffer 4] en die [slachtoffer 1],
- de werkgever van die [slachtoffer 4] gebeld en aangegeven dat die [slachtoffer 4]
vertrouwelijke informatie naar buiten heeft gebracht,
- de school van die [slachtoffer 1] gebeld en zich daarbij voorgedaan als iemand van
Jeugdzorg, ten einde contact te krijgen met die [slachtoffer 1];
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1 primair, 2, 3, 4 subsidiair en 5 meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Kwalificaties
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
onder 1 primair: met iemand beneden de leeftijd van twaalf jaren handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,
telkens strafbaar gesteld bij artikel 244 van het Wetboek van Strafrecht;
en
met iemand die de leeftijd van twaalf jaren maar nog niet die van zestien jaren heeft bereikt , buiten echt, ontuchtige handelingen plegen die mede bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam, meermalen gepleegd,
telkens strafbaar gesteld bij artikel 245 van het Wetboek van Strafrecht;
onder 2: door giften en misbruik van uit feitelijke verhoudingen voortvloeiend overwicht een persoon, waarvan hij weet dat deze de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt, opzettelijk bewegen ontuchtige handelingen te plegen, meermalen gepleegd,
telkens strafbaar gesteld bij artikel 248a van het Wetboek van Strafrecht.
onder 3: een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaren nog niet heeft bereikt is betrokken, in bezit hebben,
strafbaar gesteld bij artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht.
onder 4 subsidiair: door bedreiging opzettelijk uitlokken van het met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen, meermalen gepleegd,
telkens strafbaar gesteld bij artikel 247 in verbinding met artikel 47 van het Wetboek van Strafrecht.
onder 5: belaging,
strafbaar gesteld bij artikel 285b van het Wetboek van Strafrecht.
Strafbaarheid
De rechtbank heeft kennis genomen van onder andere een psychologisch rapport d.d. 07 mei 2009, opgemaakt door drs. C. Sipma, Gz-Psycholoog.
Dit rapport houdt onder meer in als conclusie - zakelijk weergegeven -:
“wanneer de ten laste gelegde feiten bewezen worden geacht, dan kunnen deze verdachte slechts gedeeltelijk worden toegerekend.”
De rechtbank verenigt zich, mede gelet op de toedracht van de feiten en de persoon van de verdachte, met voormelde conclusie en maakt die tot de hare.
De rechtbank is derhalve van oordeel, dat het hiervoor bewezen verklaarde aan de verdachte kan worden toegerekend, zij het in verminderde mate.
Strafmotivering
Verdachte heeft zich op meerdere tijdtippen -op verschillende manieren zoals bewezen is verklaard- schuldig gemaakt aan seksueel misbruik van twee jonge kinderen. Dit rekent de rechtbank verdachte zwaar aan. Verdachte heeft voor eigen gerief, misbruikmakend van zijn overwicht, mede voortvloeiend uit de gezinssituatie, zijn nichtje [slachtoffer 1] en neefje [slachtoffer 2] gedurende een lange periode seksueel misbruikt. Hij heeft zich niet bekommerd om de gevolgen, zoals die ook blijken uit de schriftelijke slachtofferverklaringen, die dit misbruik voor deze jonge kinderen heeft en in de toekomst mogelijk nog zal hebben. Daarnaast heeft verdachte inbreuk gemaakt op de persoonlijke levensfeer van [slachtoffer 4] en [slachtoffer 1]. Bij de bepaling van de strafmaat zal de rechtbank ook rekening houden met de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 08 mei 2009, waaruit blijkt dat de verdachte eerder ter zake van het plegen van ontucht met een aan zijn zorg toevertrouwde minderjarige en ter zake van geweldsmisdrijven is veroordeeld. Tevens houdt de rechtbank er rekening mee dat de feiten verdachte niet volledig kunnen worden toegerekend en dat na te melden maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd.
De rechtbank is op grond van de ernst van het bewezen geachte, in samenhang met de hiervoor weergegeven overwegingen, feiten en omstandigheden, van oordeel dat in dit geval een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van aanzienlijke duur geboden is.
Motivering maatregel van terbeschikkingstelling.
Door de gedragsdeskundigen, R.M. Coutinho, psychiater en drs. C. Sipma, Gz-Psycholoog, die de verdachte beiden hebben onderzocht, is elk afzonderlijk een met reden omkleed, gedagtekend en ondertekend advies uitgebracht.
De conclusies in het advies van R.M. Coutinho, psychiater, d.d. 08 juni 2009 luiden:
"verdachte is lijdende aan een gebrekkige ontwikkeling der geestvermogens in de zin van een persoonlijkheidsstoornis met narcistische en antisociale trekken. Deze stoornis bestaat al sinds zijn adolescentie. De recidivekans wordt verhoogd door zijn verhoogde narcistische krenkbaarheid, zijn antisociale normbesef en zijn bereidheid en neiging om over te gaan tot agressief gedrag. Een TBS met dwangverpleging is geïndiceerd.”
De conclusies in het advies van drs. C. Sipma, Gz-psycholoog, d.d. 07 mei 2009 luiden:
"Onderzochte lijdt aan een narcistische persoonlijkheidsstoornis, met daarnaast kenmerken van een borderline persoonlijkheidsstoornis. Men kan stellen dat er in de periode waarin het ten laste gelegde is gepleegd bij verdachte eveneens sprake was van persoonlijkheidsproblematiek. Gezien de ernst van de persoonlijkheidsproblematiek en het risico op ernstig agressief gedrag (waaronder seksueel misbruik), zou de rechtbank de maatregel van terbeschikkingstelling met dwangverpleging kunnen overwegen. Een behandeling in het kader van een (deels) voorwaardelijke straf of TBS met voorwaarden is niet te adviseren, aangezien verdachte zich er naar verwachting aan zal onttrekken."
De rechtbank verenigt zich met de bovenstaande conclusies en maakt die tot de hare.
Op grond van die conclusies en de adviezen en rapporten die over de persoonlijkheid van de verdachte zijn uitgebracht, is de rechtbank van oordeel dat bij de verdachte tijdens het begaan van de bewezenverklaarde feiten een gebrekkige ontwikkeling en ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens bestond.
De door de verdachte begane feiten zijn misdrijven, waarop naar de wettelijke omschrijving een gevangenisstraf van vier jaren of meer is gesteld of zijn genoemd in artikel 37a, lid 1 onder 1? van het Wetboek van Strafrecht.
Op grond van het bovenstaande en mede gelet op de ernst van de begane feiten en de voorafgaande veroordelingen wegens misdrijf, is de rechtbank van oordeel dat de algemene veiligheid van personen het opleggen van de maatregel van terbeschikkingstelling en de verpleging van overheidswege eist.
De rechtbank zal daarom gelasten dat de verdachte ter beschikking wordt gesteld en zal bevelen dat de verdachte van overheidswege zal worden verpleegd.
De rechtbank overweegt dat de maatregel van terbeschikkingstelling zal worden opgelegd ter zake van misdrijven die zijn gericht tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam van een of meer personen. De totale duur van de maatregel kan daarom een periode van vier jaar te boven gaan.
Motivering van de maatregel onttrekking aan het verkeer
De rechtbank acht de hierna te vermelden in beslag genomen laptop vatbaar voor onttrekking aan het verkeer, aangezien met behulp van dit voorwerp het bewezen verklaarde feit sub 3 is begaan en dit voorwerp van zodanige aard is, dat het ongecontroleerd bezit daarvan in strijd is met de wet, nu deze laptop “kinderporno” bevat.
Benadeelde partij [slachtoffer 1]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
Benadeelde partij [slachtoffer 2]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. Het gevorderde bedrag acht zij voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en voor toewijzing vatbaar.
Benadeelde partij [slachtoffer 4]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot na te noemen bedrag voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en tot na te noemen bedrag voor toewijzing vatbaar. Voor het overige -de extra telefoonkosten- acht de rechtbank de benadeelde partij, wegens het ontbreken van voldoende causaal verband tussen deze kosten en het strafbare feit, niet ontvankelijk in haar vordering, voor dit deel kan de benadeelde partij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Schadevergoedingsmaatregel
Met betrekking tot de bewezen verklaarde feiten acht de rechtbank de verdachte jegens de slachtoffers naar burgerlijk recht tot na te noemen bedragen aansprakelijk voor de schade, die door de strafbare feiten zijn toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd die bedragen aan de Staat te betalen ten behoeve van de slachtoffers.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 24c, 27, 36b, 36c, 36f, 37a, 37b en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte onder 4 primair is tenlastegelegd en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1 primair, 2, 3, 4 subsidiair en 5 tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1 primair, 2, 3, 4 subsidiair en 5 meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van vijf jaren.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank beveelt dat de verdachte ter beschikking zal worden gesteld en van overheidswege zal worden verpleegd.
De rechtbank stelt vast dat de totale duur van de maatregel van terbeschikkingstelling een periode van vier jaar te boven mag gaan.
De rechtbank verklaart onttrokken aan het verkeer het navolgende in beslag genomen voorwerp:
- Computer Kl:grijs, FUJITSU Siemens.
De rechtbank gelast de teruggave aan verdachte van de navolgende in beslag genomen, nog niet teruggegeven voorwerpen:
- GSM Kl:grijs, MOTOROLA;
- GSM Kl:zwart, HTC touch;
- Computer, COMPAQ 5363EA;
- DVD (Opslagmedium),DVD/CD's;
- DVD (Opslagmedium),1 pak DVD's;
- MOTOROLA, GEHEUGENKAART (foto);
- DVD (Opslagmedium), div. DVD/CD's;
- Papierprikker, 2 briefjes met passwords;
- Fototoestel Kl:zilver, SONY cybershot;
- Videocamera Kl:zwart, AIPTEK HD720P;
- eigengemaakte MOBILE (hanger)met hartjes;
- Computer onderdelen Kl:zwart, USB STICK 4 GB;
- Computer Kl:beige, artikelnummer 11369.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling als voorschot aan de benadeelde partij [slachtoffer 1] van de som van € 1000,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling als voorschot aan de benadeelde partij [slachtoffer 2] van de som van € 500,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [slachtoffer 4] van de som van € 784,85 en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat zij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1], een bedrag van € 1000,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 20 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 2], een bedrag van € 500,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 10 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 4], een bedrag van € 784,85 te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 15 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door Mr. P.L.M.J Rooijakkers, voorzitter en mr. J.G. de Bock en
mr. J.M.M. van Woensel, rechters in tegenwoordigheid van J. Hoogeveen, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 26 juni 2009.