RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.810055-08
vonnis van de meervoudige kamer d.d. 17 november 2009 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1954,
wonende [adres].
Het onderzoek ter terechtzitting heeft plaatsgehad op 03 november 2009.
De verdachte is verschenen en werd bijgestaan door mr. H.J. Pellinkhof, advocaat te Assen.
De officier van justitie, mr. G.C. Bruins Slot, acht hetgeen onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. is tenlastegelegd wettig en overtuigend bewezen en vordert dat de rechtbank als volgt zal beslissen: drie jaren gevangenisstraf met aftrek van voorarrest, niet-ontvankelijkverklaring van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij] en integrale toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [benadeelde partij], tevens in de vorm van een schadevergoedingsmaatregel.
De verdachte is ingevolge de ter terechtzitting gewijzigde tenlastelegging bij dagvaarding tenlastegelegd, dat
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de periode van 1 februari 2001 tot en met 8 februari 2008 te Gieten, in de gemeente Aa en Hunze en/of elders in Nederland,
(telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
A. (in de periode van 5 februari 2007 tot en met 31 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 289.789,13, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelden], en/of aan de erfgenamen van die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 123-151);
en/of
B. (in de periode van 5 september 2007 tot en met 27 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 95.205,51, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde] en/of aan de erfgenamen van die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 152-203);
en/of
C. (in de periode van 4 augustus 2005 tot en met 4 februari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 13.230,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 204-220);
en/of
D. (in de periode van 2 juni 2006 tot en met 29 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 7.591,15, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 221);
en/of
E. (in de periode van 27 november 2006 tot en met 6 februari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 10.095,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 235-249);
en/of
F. (in de periode van 12 december 2006 tot en met 21 december 2007) een geldbedrag van (in totaal) eur 66.185,50, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 250-265);
en/of
G (in de periode van 12 april 2006 tot en met 18 december 2006) een geldbedrag van (in totaal) eur 93.450,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de erfgenamen van [overledene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 266-378);
en/of
H. (in de periode van 10 juni 2003 tot en met 29 januari 2008) een geldbedragvan (in totaal) eur 60.850,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 379-428h);
en/of
I. (in de periode van 4 december 2007 tot en met 28 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 14.100,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de erfgenamen van [overledene]], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 429-459a);
en/of
J. (in de periode van 27 december 2007 tot en met 1 februari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 29.500,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de erfgenamen van [overledenene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (blz 460-483);
en/of
K. (in de periode van 9 februari 2001 tot en met 10 februari 2006) een geldbedrag van (in totaal) eur 179.296,57, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan benadeelde] en/of aan de erfgenamen van die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 484-541);
en/of
L. (in de periode van 9 april 2003 tot en met 4 april 2005) een geldbedrag van (in totaal) eur 21.245,65, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde] en/of aan de erfgenamen van die [benadeelde], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 542-612);
en/of
M. (in de periode van 24 februari 2006 tot en met 4 mei 2006) een geldbedrag van (in totaal) eur 18.317,69, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de erfgena(a)m(en) van [overledene], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte (map 5, blz 613-631),
waarbij verdachte zich (telkens) de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen geldbedrag(en) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van een valse sleutel (gebruik van een bankpas en/of internetbankieren en/of overschrijvings- dan wel opnameformulieren);
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in of omstreeks de
periode van 1 februari 2001 tot en met 8 februari 2008 te Gieten, in de gemeente Aa en
Hunze en/of elders in Nederland,
A. (in de periode van 5 februari 2007 tot en met 31 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 289.789,13, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelden], en/of aan de erfgenamen van
die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 123-151);
en/of
B. (in de periode van 5 september 2007 tot en met 27 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 95.205,51, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde] en/of aan de erfgenamen van die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 152-203);
en/of
C. (in de periode van 4 augustus 2005 tot en met 4 februari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 13.230,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 204-220);
en/of
D. (in de periode van 2 juni 2006 tot en met 29 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 7.591,15, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 221);
en/of
E. (in de periode van 27 november 2006 tot en met 6 februari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 10.095,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 235-249);
en/of
F. (in de periode van 12 december 2006 tot en met 21 december 2007) een geldbedrag van (in totaal) eur 66.185,50, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 250-265);
en/of
G (in de periode van 12 april 2006 tot en met 18 december 2006) een geldbedrag van (in totaal) eur 93.450,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de erfgenamen van [overledene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 266-378);
en/of
H. (in de periode van 10 juni 2003 tot en met 29 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 60.850,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 379-428h);
en/of
I. (in de periode van 4 december 2007 tot en met 28 januari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 14.100,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de erfgenamen van [overledene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 429-459a);
en/of
J. (in de periode van 27 december 2007 tot en met 1 februari 2008) een geldbedrag van (in totaal) eur 29.500,00, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de erfgenamen van [overledene], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (blz 460-483);
en/of
K. (in de periode van 9 februari 2001 tot en met 10 februari 2006) een geldbedrag van (in totaal) eur 179.296,57, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde] en/of aan de erfgenamen van die [benadeelde], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 484-541);
en/of
L. (in de periode van 9 april 2003 tot en met 4 april 2005) een geldbedrag van (in totaal) eur 21.245,65, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan [benadeelde] en/of aan de erfgenamen van die [benadeelde], in elk
geval aan een ander of anderen dan aan verdachte (map 5, blz 542-612);
en/of
M. (in de periode van 24 februari 2006 tot en met 4 mei 2006) een geldbedrag van (in totaal) eur 18.317,69, althans, (een) (of meerdere) gro(o)t(e) geldbedrag(en), dat/die geheel of ten dele toebehoorde(n) aan de erfgena(a)m(en) van [overledene], in elk geval aan een ander of
anderen dan aan verdachte (map 5, blz 613-631),
welk(e) geldbedrag(en) verdachte (telkens) uit hoofde van zijn persoonlijke dienstbetrek-king als notarieel medewerker bij Notariaat [notariaat] en aldus, in elk geval anders dan door misdrijf, onder zich had, wederrechtelijk zich heeft toegeëigend;
hij op verschillende tijdstippen, althans op enig tijdstip, in de periode van 0 april 2006 tot en met 8 februari 2008 te Gieten, gemeente Aa en Hunze, althans in Nederland, (telkens)
- een aangifte recht van successie betreffende [benadeelde] (VB11)
en/of
- een testament betreffende mevrouw [benadeelde] (VB11-B),
(elk) zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te
dienen, valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft verdachte
(telkens) valselijk ten aanzien van die aangifte recht van successie en/of dat testament een
onjuiste verdeling van de erfdelen over de erfgenamen opgenomen, zulks (telkens) met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
hij in de periode van 1 december 2007 tot en met 31 december 2007 te Gieten,
gemeente Aa en Hunze, althans in Nederland,
- een rekening en verantwoording over de periode 1 januari 2006 tot en met 31
december 2006 in verband met de bewindvoering van [benadeelde] (K04),
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft verdachte
valselijk in deze rekening en verantwoording een vordering van rechthebbende [benadeelde]
op zijn zuster [betrokken zuster] opgenomen ten bedrage van eur 15.000,00 zulks
terwijl een dergelijke vordering niet bestond of heeft bestaan, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
hij in de periode van 1 november 2004 tot en met 30 november 2004 te Gieten,
gemeente Aa en Hunze, althans in Nederland,
- een aangifte recht van successie betreffende mevrouw [benadeelde]
(SK09),
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen,
valselijk heeft opgemaakt en/of heeft vervalst, immers heeft verdachte
valselijk in die aangifte recht van successie opgegeven dat het saldo van de
bankrekeningen eur 4.398,00 bedroeg, terwijl dat saldo in werkelijkheid eur
41.398,00 bedroeg, zulks met het oogmerk om die/dat geschrift(en) als echt en onvervalst te
gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
hij op of omstreeks 21 oktober 2005 te Gasselte, gemeente Aa en Hunze, althans
te Den Haag, althans in Nederland, met het oogmerk om zich en/of (een) ander(en) wederrechtelijk te bevoordelen door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door een of meer listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van
verdichtsels, de heer [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een
geldbedrag (eur 10.000,00), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk
-zakelijk weergegeven- valselijk en/of listiglijk en/of bedrieglijk en/of in
strijd met de waarheid die benadeelde] voorgehouden dat genoemd geldbedrag door verdachte zou worden aangewend om een boer die in financiële nood zat, te helpen, waardoor die [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte;
Kennelijke taal- en/of schrijffouten in de tenlastelegging worden geacht te zijn verbeterd. De verdachte is daardoor, blijkens het onderzoek ter terechtzitting, niet geschaad in de verdediging.
Tengevolge van een kennelijke vergissing staat in de tenlastelegging onder 1. primair en onder 1. subsidiair in de tweede regel onder F. telkens "eur 66.185,50" in plaats van
"eur 66.158,50". De rechtbank herstelt deze vergissing door telkens het laatste te lezen in plaats van het eerste. Blijkens het onderzoek ter terechtzitting is de verdachte daardoor niet geschaad in de verdediging.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding geldig is, dat zijzelf bevoegd is tot kennisneming van de zaak, dat de officier van justitie ontvankelijk is in de vervolging en dat er geen redenen zijn voor schorsing van de vervolging.
Nu verdachte hetgeen de rechtbank bewezen zal verklaren heeft bekend en nadien niet anders heeft verklaard en hij noch zijn raadsman vrijspraak heeft bepleit zal de rechtbank volstaan met een opgave van bewijsmiddelen.
de aangifte van notaris [notaris]
map-5 BIJLAGEN AANGIFTE
De verklaring van verdachte ter terechtzitting, waarin hij het hem onder 1. primair tenlastegelegde heeft bekend.
* aangifte recht van successie betreffende mevrouw [benadeelde]
* testament betreffende mevrouw [benadeelde]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting, waarin hij het hem onder 2. tenlastegelegde heeft bekend.
* rekening en verantwoording bewindvoering [benadeelde]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting, waarin hij het hem onder 3. tenlastegelegde heeft bekend.
* aangifte recht van successie betreffende [benadeelde]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting, waarin hij het hem onder 4. tenlastegelegde heeft bekend.
de aangifte van [benadeelde]
De verklaring van verdachte ter terechtzitting, waarin hij het hem onder 5. tenlastegelegde heeft bekend.
De rechtbank acht wettig bewezen en zij heeft de overtuiging verkregen dat de verdachte het onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 1 februari 2001 tot en met 8 februari 2008 te Gieten, in de gemeente Aa en Hunze of elders in Nederland,
telkens met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen
A. in de periode van 5 februari 2007 tot en met 31 januari 2008 een geldbedrag van in totaal eur 289.789,13, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [benadeelden], en aan de erfgenamen van die [benadeelde], map 5, blz 123-151);
en
B. in de periode van 5 september 2007 tot en met 27 januari 2008 een geldbedrag van in totaal eur 95.205,51, dat toebehoorde aan [benadeelde] (map 5, blz 152-203);
en
C. in de periode van 4 augustus 2005 tot en met 4 februari 2008 een geldbedrag van in totaal eur 13.230,00, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [benadeelde] (map 5, blz 204-220);
en
D. in de periode van 2 juni 2006 tot en met 29 januari 2008 een geldbedrag van in totaal eur 7.591,15, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [benadeelde] (map 5, blz 221);
en
E. in de periode van 27 november 2006 tot en met 6 februari 2008 een geldbedrag van in totaal eur 10.095,00, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [benadeelde] (map 5, blz 235-249);
en
F. in de periode van 12 december 2006 tot en met 21 december 2007 een geldbedrag van in totaal eur 66.158,50, dat geheel of ten dele toebehoorde aan mevrouw [benadeelde] (map 5, blz 250-265);
en
G. in de periode van 12 april 2006 tot en met 18 december 2006 een geldbedrag van in totaal eur 93.450,00, dat geheel of ten dele toebehoorde aan de erfgenamen van [overledene] (map 5, blz 266-378);
en
H. in de periode van 10 juni 2003 tot en met 29 januari 2008 een geldbedrag van in totaal eur 60.850,00, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [benadeelde] (map 5, blz 379-428h);
en
I. in de periode van 4 december 2007 tot en met 28 januari 2008 een geldbedrag van in totaal eur 14.100,00, dat geheel of ten dele toebehoorde aan de erfgenamen van [overledene] (map 5, blz 429-459a);
en
J. in de periode van 27 december 2007 tot en met 1 februari 2008 een geldbedrag van in totaal eur 29.500,00, dat geheel of ten dele toebehoorde aan de erfgenamen van [overledene] (blz 460-483);
en
K. in de periode van 9 februari 2001 tot en met 10 februari 2006 een geldbedrag van in totaal eur 179.296,57, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [benadeelde] en aan de erfgenamen van die [benadeelde] (map 5, blz 484-541);
en
L. in de periode van 9 april 2003 tot en met 4 april 2005 een geldbedrag van in totaal eur 21.245,65, dat geheel of ten dele toebehoorde aan [benadeelde] en aan de erfgenamen van die [benadeelde] (map 5, blz 542-612);
en
M. in de periode van 24 februari 2006 tot en met 4 mei 2006 een geldbedrag van in totaal eur 18.317,69, dat geheel of ten dele toebehoorde aan de erfgenaam van [overledene] (map 5, blz 613-631),
waarbij verdachte telkens de weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft
gebracht door middel van een valse sleutel (gebruik van een bankpas of
internetbankieren of overschrijvings- dan wel opnameformulieren);
hij op verschillende tijdstippen in de periode van 10 april 2006 tot en met 8 februari 2008 te Gieten, gemeente Aa en Hunze,
- een aangifte recht van successie betreffende mevrouw [benadeelde] (VB11)
en
- een testament betreffende mevrouw [benadeelde] (VB11-B),
elk zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt en heeft vervalst, immers heeft verdachte valselijk ten aanzien van die aangifte recht van successie en dat testament een onjuiste verdeling van de erfdelen over de erfgenamen opgenomen, zulks telkens met het oogmerk om die geschriften als echt en
onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
hij in de periode van 1 december 2007 tot en met 31 december 2007 te Gieten, gemeente Aa en Hunze
- een rekening en verantwoording over de periode 1 januari 2006 tot en met 31
december 2006 in verband met de bewindvoering van de heer [benadeelde] (K04),
zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk in deze rekening en verantwoording een vordering van rechthebbende [benadeelde] op zijn zuster [betrokken Zuster] opgenomen ten bedrage van eur 15.000,00 zulks terwijl een dergelijke vordering niet bestond, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
hij in de periode van 1 november 2004 tot en met 30 november 2004 te Gieten, gemeente Aa en Hunze,
- een aangifte recht van successie betreffende [benadeelde] (SK09), zijnde een geschrift dat bestemd was om tot bewijs van enig feit te dienen, valselijk heeft opgemaakt, immers heeft verdachte valselijk in die aangifte recht van successie opgegeven dat het saldo van de bankrekeningen eur 4.398,00 bedroeg, terwijl dat saldo in werkelijkheid eur 41.398,00 bedroeg, zulks met het oogmerk om dat geschrift als echt en onvervalst te gebruiken of door anderen te doen gebruiken;
hij op of omstreeks 21 oktober 2005 in Nederland, met het oogmerk om zich wederrechtelijk te bevoordelen door een samenweefsel van verdichtsels, de heer [benadeelde] heeft bewogen tot de afgifte van een geldbedrag (eur 10.000,00), hebbende verdachte met vorenomschreven oogmerk -zakelijk weergegeven- bedrieglijk en in
strijd met de waarheid die [benadeelde] voorgehouden dat genoemd geldbedrag door verdachte zou worden aangewend om een boer die in financiële nood zat, te helpen, waardoor die [benadeelde] werd bewogen tot bovenomschreven afgifte.
De in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden zijn redengevend voor de bewezenverklaring. De in de bewijsmiddelen opgenomen andere geschriften zijn uitsluitend gebruikt in verband met de inhoud van andere bewijsmiddelen. Elk bewijsmiddel is slechts gebruikt voor het bewijs van het feit, waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
De verdachte zal van het onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. meer of anders tenlastegelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Bijzondere bewijsoverweging
De Hoge Raad heeft in zijn arrest van 8 december 1992 overwogen dat het wegnemen van geld uit een geldautomaat met een ontvreemde creditcard en daarbij behorende pincode kan worden opgevat als diefstal met een valse sleutel.
In zijn arrest van 7 oktober 2003 heeft de Hoge Raad overwogen dat de stelling dat uitsluitend een bankpas tezamen met een pincode kan worden aangemerkt als een valse sleutel onjuist is.
Weliswaar was verdachte overwegend bevoegd tot het doen van geldopnamen voor genoemde cliënten van het notariskantoor, de opnamen en de overschrijvingen die verdachte verweten worden betreffen situaties waarbij misbruik van deze bevoegdheid is gemaakt voor eigen gewin.
Op grond van vorenstaande arresten acht de rechtbank dan ook bewezen dat verdachte de weg te nemen geldbedragen onder zijn bereik heeft gebracht door gebruik te maken van een bankpas met pincode en door middel van internetbankieren en overschrijvings- dan wel opnameformulieren. Niet alleen het wegnemen van geld door middel van de bankpas met pincode, maar ook het internetbankieren en het gebruik van overschrijvings- dan wel opnameformulieren valt immers naar het oordeel van de rechtbank onder diefstal door middel van een valse sleutel.
Het bewezen verklaarde levert respectievelijk op:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van valse sleutels,
strafbaar gesteld bij artikel 311 in verbinding met artikel 310 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
strafbaar gesteld bij artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht, meermalen gepleegd;
strafbaar gesteld bij artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht;
strafbaar gesteld bij artikel 225 van het Wetboek van Strafrecht;
strafbaar gesteld bij artikel 326 van het Wetboek van Strafrecht.
De rechtbank acht de verdachte strafbaar, omdat geen strafuitsluitingsgronden aanwezig worden geacht.
Uit het voorlichtingsrapport dat Verslavingszorg Noord Nederland over verdachte heeft opgemaakt komt naar voren dat verdachte geen ontwenningsverschijnselen heeft gehad nadat hij stopte met gokken. Ook ter terechtzitting heeft verdachte in die zin verklaard.
De rechtbank leidt hieruit af dat verdachte geen pathologisch verslaafde gokker is en vanuit die geestesgesteldheid heeft gehandeld. Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank weloverwogen en zuiver uit winstbejag gehandeld.
De rechtbank ziet daarom geen aanleiding verdachte psychologisch te laten onderzoeken, zoals de raadsman van verdachte heeft voorgesteld.
De rechtbank neemt bij de bepaling van de hierna te vermelden straf in aanmerking de aard en de ernst van de gepleegde feiten, de omstandigheden waaronder deze feiten zijn begaan, hetgeen de rechtbank uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken omtrent de persoon van de verdachte, de eis van de officier van justitie, het pleidooi van de raadsman van de verdachte en de inhoud van het de verdachte betreffende uittreksel uit het algemeen documentatieregister d.d. 1 oktober 2009, waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld, en de ter zitting gedane erkenning door de verdachte dat hij zich aan het op de dagvaarding ad-informandum gevoegde feit heeft schuldig gemaakt, welk feit hiermee is afgedaan.
Verdachte heeft zich in zijn functie van notarieel medewerker bij notariaat [notariaat] te Gieten, belast met de behandeling van boedels, bewindvoeringen en dergelijke, gedurende een tijdsbestek van zeven jaren schuldig gemaakt aan het meermalen plegen van gekwalificeerde diefstal van gelden van bankrekeningen van onderbewindgestelden of volmachtgevers door gebruik te maken van bankpassen, overschrijvings- en opnameformulieren en door middel van internetbankieren. Kenmerkend voor het handelen van verdachte is dat hij het totale weggenomen bedrag niet in een of enkele handelingen onder zich heeft gebracht maar dat hij jarenlang stelselmatig en doorlopend (kleinere) bedragen van cliënten van het notariskantoor afhandig heeft gemaakt. Keer op keer heeft verdachte daarmee de keuze gemaakt om het in hem gestelde vertrouwen te misbruiken.
Daarnaast heeft hij zich in die periode schuldig gemaakt aan het valselijk opmaken en vervalsen van aangiften recht van successie, een testament en een rekening en verantwoording. Tenslotte heeft hij de heer [benadeelde] voor een bedrag van € 10.000,-- opgelicht door hem voor te houden dat dit geldbedrag zou worden aangewend om een boer in financiële nood te helpen.
De gelden die verdachte op de vorenomschreven manieren verkreeg, wendde hij echter geheel ten eigen bate aan.
Verdachte gebruikte verschillende manieren om zich de gelden toe te eigenen. Hij boekte gelden over op zijn eigen privé-rekeningen door middel van internetbankieren en verrichtte betalingen door gebruik te maken van pinpassen met pincodes, waarover hij beschikte in zijn functie van gevolmachtigde. Voorts deed hij kasopnames en boekte hij bedragen over door middel van overschrijvingsformulieren.
De door verdachte in eigen zak gestoken gelden zijn vrijwel volledig opgegaan aan casinobezoek. Uit het zogenaamde "loopproces-verbaal" blijkt dat verdachte in het Holland casino € 660.215,43 heeft vergokt en via internet casino nog eens € 333.515,08.
Verdachte heeft niet alleen financiële schade toegebracht - waarbij de rechtbank overweegt dat de meeste gedupeerden inmiddels geheel of grotendeels schadeloos zijn gesteld - maar heeft door zijn gedragingen volstrekt respectloos gehandeld jegens onderbewindgestelden en erfgenamen wier belangen hij behoorde te behartigen. Daarnaast heeft hij imagoschade aan notariskantoor [notariskantoor] en de gehele beroepsgroep van notarissen toegebracht.
De rechtbank heeft rekening gehouden met het feit dat verdachte blijkens het uittreksel uit het documentatieregister d.d. 1 oktober 2009 niet eerder met politie en justitie in aanraking is geweest. Ten slotte heeft de rechtbank gelet op hetgeen omtrent de persoon van de verdachte is gebleken uit de rapportage opgemaakt door Verslavingszorg Noord Nederland, waarin onder andere wordt aangegeven dat de kans op recidive laag is.
De officier van justitie heeft oplegging van een gevangenisstraf gevorderd voor de duur van drie jaren.
De rechtbank overweegt met betrekking tot deze eis het volgende.
Verdachte bezocht zeer veelvuldig casino's, waar hij even zo vaak onwaarschijnlijk grote bedragen vergokte. Ook gokte hij via internet. Zoals hierboven al gememoreerd heeft hij in de tenlastegelegde periode bijna één miljoen (!) euro vergokt. Naar het oordeel van de rechtbank werd verdachte niet gedreven door een pathologische drang tot gokken, maar handelde hij weloverwogen en uit winstbejag. De rechtbank rekent dit de verdachte zeer zwaar aan.
Verdachte heeft van het in hem gestelde vertrouwen stelselmatig en doorlopend en gedurende een lange periode op grove wijze misbruik gemaakt.
Een voorwaardelijk deel acht de rechtbank, evenals de officier van justitie, niet aangewezen omdat uit de rapportage omtrent verdachte, opgemaakt door Verslavingszorg Noord Nederland, naar voren komt dat de kans op recidive laag is.
De rechtbank zal, al het vorenoverwogene in aanmerking nemend, aan verdachte een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf opleggen van dertig maanden.
Benadeelde partij [benadeelde partij]
Naar het oordeel van de rechtbank is deze vordering, die ter terechtzitting door de gemachtigde [gemachtigde] mondeling nader is geactualiseerd, niet (meer) van zo eenvoudige aard dat zij zich leent voor behandeling in het strafgeding. De benadeelde partij zal dan ook niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en zij kan haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Benadeelde partij [benadeelde partij]
De rechtbank acht het causaal verband tussen het bewezen verklaarde feit en de schade alsmede de aansprakelijkheid van de verdachte voor die schade bewezen. De vordering acht zij tot na te noemen bedrag voldoende aannemelijk gemaakt. De civiele vordering is dan ook gegrond en tot na te noemen bedrag voor toewijzing vatbaar.
Voor het overige acht de rechtbank de vordering onvoldoende onderbouwd en de benadeelde partij daarin niet ontvankelijk. Voor dit deel kan de benadeelde partij zijn vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Schadevergoedingsmaatregel
Met betrekking tot het onder 5. bewezen verklaarde feit acht de rechtbank de verdachte jegens het slachtoffer [benadeelde partij] naar burgerlijk recht tot na te noemen bedrag aansprakelijk voor de schade, die door het strafbare feit is toegebracht.
Aan de verdachte zal de verplichting worden opgelegd dat bedrag aan de Staat te betalen ten behoeve van het slachtoffer.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft mede gelet op de artikelen 10, 27, 36f en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
Beslissing van de rechtbank
De rechtbank verklaart bewezen dat het onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. tenlastegelegde, zoals hierboven is omschreven, door de verdachte is begaan, stelt vast dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de strafbare feiten zoals hierboven is vermeld en verklaart de verdachte deswege strafbaar.
De rechtbank verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte onder 1. primair, 2., 3., 4. en 5. meer of anders is tenlastegelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot gevangenisstraf voor de duur van dertig maanden.
De rechtbank beveelt dat de tijd die door de verdachte vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij 1] niet ontvankelijk is in haar vordering en dat zij haar vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] van de som van € 10.000,-- en veroordeelt de verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij tot op heden gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot op heden begroot op nihil.
De rechtbank bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige deel van de vordering niet ontvankelijk is en dat zij dat deel van de vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen. De benadeelde partij en de verdachte dragen de eigen kosten.
De rechtbank legt aan de verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2] een bedrag van € 10.000,-- te betalen, bij gebreke van betaling te vervangen door 85 dagen hechtenis, met dien verstande dat de toepassing van de vervangende hechtenis de hiervoor opgelegde verplichting niet opheft en verstaat dat voldoening aan de verplichting tot betaling aan de Staat van voormeld bedrag ten behoeve van het slachtoffer de veroordeling tot betaling aan de benadeelde partij doet vervallen, alsmede dat betaling van voormeld bedrag aan de benadeelde partij de verplichting tot betaling aan de Staat van dit bedrag doet vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.M.M. Oostdam, voorzitter en mr. L.J. Hofstra en mr. M.A.F. Veenstra, rechters, in tegenwoordigheid van R.C. Sprong, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 17 november 2009. Mr. Veenstra is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.