ECLI:NL:RBASS:2009:BK3557

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
12 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
263499 - EJ VERZ 09-5511
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M.C. Obenhuijsen
  • S.J.S. Koekkoek
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding arbeidsovereenkomst en toekenning van een ontbindingsvergoeding wegens verstoorde arbeidsverhoudingen

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Ucosan B.V., handelsnaam Villeroy & Boch Wellness, verzocht om ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [werkneemster] op grond van gewichtige redenen, zoals bedoeld in artikel 7:685 BW. De arbeidsovereenkomst bestaat sinds 1 december 1983, waarbij [werkneemster] laatstelijk de functie van Wellness Supply Chain Manager vervulde. Ucosan stelde dat door een reorganisatie de functie van [werkneemster] was gewijzigd en dat zij niet geschikt was voor de nieuwe functie. Ucosan bood andere functies aan, maar [werkneemster] weigerde deze, omdat zij vond dat zij de nieuwe functie kon vervullen. Een onafhankelijke deskundige concludeerde dat [werkneemster] wel degelijk geschikt was voor de nieuwe functie, maar Ucosan besloot haar niet in deze functie te plaatsen. Dit leidde tot een verstoorde arbeidsrelatie, waardoor Ucosan de arbeidsovereenkomst wilde ontbinden.

[werkneemster] voerde verweer en deed een zelfstandig verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst, met een hogere ontbindingsvergoeding. De kantonrechter oordeelde dat de verstoorde verhoudingen voornamelijk aan Ucosan te wijten waren. De kantonrechter oordeelde dat de arbeidsovereenkomst per 1 december 2009 ontbonden moest worden en kende [werkneemster] een ontbindingsvergoeding toe van € 262.500,-, met een correctiefactor van 1,5. De kantonrechter stelde ook een termijn vast waarbinnen beide partijen hun verzoeken konden intrekken, en compenseerde de proceskosten tussen partijen.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector kanton
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 263499 \ EJ VERZ 09-5511
beschikking van de kantonrechter van 12 november 2009
in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Ucosan B.V., met als handelsnaam Villeroy & Boch Wellness,
hierna te noemen: Ucosan,
gevestigd te Roden,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. D. den Hertog,
tegen
[Werkneemster],
hierna te noemen: [werkneemster],
wonende te [adres],
verwerende partij.
gemachtigde: mr. E. van Dijk.
Procesverloop
1.1 Ucosan heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 19 augustus 2009, verzocht de tussen haar en [werkneemster] bestaande arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.
1.2 Het verweerschrift van [werkneemster], tevens inhoudende een zelfstandig verzoek, is binnengekomen op 9 oktober 2009.
1.3 De behandeling ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 15 oktober 2009.
Motivering
2.1 [werkneemster] is sedert 1 december 1983 in dienst bij Ucosan, laatstelijk in de functie van Wellness Supply Chain Manager, tegen een bruto salaris van € 6.731,67 per maand inclusief vakantietoeslag en dertiende maand. Daarnaast ontvangt [werkneemster] afhankelijk van de resultaten een variabele bonus van € 20.000,- per jaar, waarbij een derde deel is gegarandeerd.
3.1 Ucosan heeft gesteld dat er diverse ontwikkelingen zijn geweest in de partijverhoudingen vanaf begin 2009 die hebben geleid tot een wijziging in de omstandigheden die van dien aard zijn dat de arbeidsovereenkomst billijkheidshalve behoort te eindigen. Binnen het concern waartoe Ucosan behoort is een reorganisatie doorgevoerd waardoor de functie van [werkneemster] is gewijzigd in benaming (Supply Chain Management West-Europe) en inhoud. Ucosan heeft gemeend dat [werkneemster] onvoldoende gekwalificeerd was voor de nieuwe functie. Zij heeft andere functies aangeboden, maar [werkneemster] was van mening dat zij wel in staat was de nieuwe functie te vervullen en heeft de aangeboden andere functies als niet passend afgewezen. Ucosan heeft vervolgens in april 2009 een onafhankelijke deskundige verzocht te adviseren of [werkneemster] gezien haar capaciteiten en haar ervaring de nieuwe functie zou kunnen vervullen. [werkneemster] werd intussen op non-actief gesteld aangezien partijen geen afspraken konden maken over het door haar vervullen van interim-taken. De deskundige heeft op 7 juli 2009 gerapporteerd dat [werkneemster] wel over de competenties beschikt om de functie van Supply Chain Manager West Europe te kunnen uitoefenen. Daarop heeft Ucosan besloten het advies te volgen en [werkneemster] alsnog met de nieuwe functie te belasten. Daartoe was [werkneemster] echter niet (meer) bereid, zodat thans geen andere uitkomst meer aanwezig is dan beëindiging van het dienstverband.
Op grond van deze omstandigheden verzoekt Ucosan de arbeidsovereenkomst te ontbinden, onder toekenning van een vergoeding ad € 83.803,15 met correctiefactor 0,5. Daarbij gaat Ucosan uit van de gegarandeerde bonus van een derde deel van € 20.000,00 per jaar. Volgens Ucosan is het in de gegeven omstandigheden niet gerechtvaardigd dat [werkneemster] zich afsluit van herstel van de verhoudingen en van voortgezette samenwerking.
3.2 [werkneemster] heeft verweer gevoerd. [werkneemster] stelt dat zij ten onrechte niet is benoemd in de gewijzigde functie (Supply Chain Manager Western Europe). Als reden hiervoor heeft Ucosan aangegeven dat [werkneemster] niet gestructureerd zou zijn in haar werk, welke kritiek nooit eerder tegenover [werkneemster] is geuit. [werkneemster] heeft aanspraak gemaakt op de gewijzigde functie en heeft verzocht om criteria voor deze functie te doen toekomen. Daarop volgde geen reactie. Met betrekking tot de enige en meerdere malen aangeboden functie (Global Demand Planner) heeft [werkneemster] telkenmale aangegeven dat deze functie volgens haar niet passend is, omdat deze functie niet aansluit bij haar ervaring en capaciteiten. Ucosan heeft vervolgens aangegeven dat het alternatief voor laatstgenoemde functie ontslag is. Op 22 april 2009 heeft Ucosan vervolgens per brief aangegeven dat zij geen andere uitkomst ziet dan beëindiging van het dienstverband. Voorts stelt Ucosan in voornoemde brief voor om een externe expert te benoemen met als doel een handvat te bieden voor de mate waarin [werkneemster] aanspraak kan maken op een ontbindingsvergoeding. [werkneemster] was overigens wel bereid om interim-taken te gaan verrichten, maar wederom werd de volgens haar niet passende functie Global Demand Planner aangeboden. Uit het onderzoek van de deskundige is naar voren gekomen, ondanks de negatieve vraagstelling volgens [werkneemster], dat [werkneemster] uitermate geschikt is voor de functie van Supply Chain Manager WE. Onder verwijzing naar de brief van 22 april 2009 vraagt [werkneemster] vervolgens aan Ucosan om met een voorstel te komen. Ucosan biedt vervolgens [werkneemster] opeens wel de functie aan, maar [werkneemster] is van mening dat de reeds ontstane breuk tussen partijen niet te herstellen is. Deze breuk is volgens [werkneemster] veroorzaakt door het vorenstaande handelen van Ucosan. Middels een zelfstandig verzoek verzoekt [werkneemster] dan ook om ontbinding van de arbeidsovereenkomst onder toekenning van een vergoeding ad € 375.360,- met correctiefactor twee. Daarbij gaat [werkneemster] uit van een gemiddelde bruto jaarbonus van € 13.065,-. Tevens verzoekt [werkneemster] om rekening te houden met een fictieve opzegtermijn van vijf maanden.
3.3 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod. Dat is gesteld noch gebleken.
3.4 Beide partijen hebben te kennen gegeven de arbeidsovereenkomst te willen beëindigen en uit de stukken en ter zitting is gebleken dat de arbeidsverhouding zodanig ernstig is verstoord, dat een verdere samenwerking onmogelijk is. Dit is een zodanige verandering van omstandigheden, dat ontbinding van de arbeidsovereenkomst op korte termijn gerechtvaardigd is. De kantonrechter zal dan ook de arbeidsovereenkomst tussen partijen ontbinden per 1 december 2009 gelet op de hierna te gunnen termijn voor intrekking van de verzoeken, waarbij de kantonrechter geen rekening houdt met de fictieve opzegtermijn nu dit voor rekening van een werknemer dient te komen.
3.5 Aangezien de arbeidsovereenkomst zal worden ontbonden wegens verandering van omstandigheden, dient de kantonrechter te beoordelen of er ter gelegenheid van de ontbinding aan [werkneemster] een vergoeding dient te worden toegekend. Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende aannemelijk geworden dat de verstoorde verhoudingen met name te wijten zijn aan het handelen c.q. nalaten van Ucosan. Vaststaat dat door het doorvoeren van een reorganisatie de door [werkneemster] vervulde functie is gewijzigd in benaming en inhoud. Indien Ucosan als werkgever vervolgens van mening is dat [werkneemster] om welke reden dan ook niet geschikt is voor de gewijzigde functie, dient zij als goed werkgever dat op een behoorlijke wijze te onderbouwen. Als onvoldoende betwist is aannemelijk geworden dat [werkneemster] meerdere malen uitleg heeft gevraagd waarom zij voor de gewijzigde functie niet geschikt zou zijn. Daarop is nimmer een deugdelijke verklaring gekomen. De enkele stelling dat zij niet gestructureerd zou zijn in haar werk terwijl dit nimmer eerder aan haar was kenbaar gemaakt is gelet op haar onbetwist goede functioneren tot dan toe onvoldoende. Van Ucosan als werkgeefster mag op dit punt meer worden verwacht. De deskundige is pas in een later stadium ingeschakeld in het kader van een te bepalen ontbindingsvergoeding zoals blijkt uit de brief d.d. 22 april 2009, waarover hieronder meer. Nadat Ucosan meerdere malen zonder deugdelijke onderbouwing heeft aangegeven dat [werkneemster] niet geschikt zou zijn voor de gewijzigde functie, heeft Ucosan vervolgens diverse malen de functie aangeboden van Global Demand Planner. Met betrekking tot deze functie heeft [werkneemster] zelf aangegeven niet geschikt te zijn, gelet op haar capaciteiten en ervaring. Naar het oordeel van de kantonrechter wordt de ongeschiktheid van [werkneemster] voor deze functie onvoldoende (onderbouwd) betwist door Ucosan en betaamt het een goed werkgever voorts niet om als alternatief voor deze aangeboden functie het einde van de arbeidsovereenkomst aan te wijzen. Uit de brief van Ucosan d.d. 22 april 2009 volgt vervolgens dat zij in het kader van de mate waarin [werkneemster] aanspraak kan maken op een ontbindingsvergoeding een deskundige inschakelt om de argumenten van partijen te onderzoeken met betrekking tot de (on)geschiktheid van [werkneemster] voor de gewijzigde functie. Daarmee heeft Ucosan zonder enig voorbehoud herstel tussen de partijverhoudingen uitgesloten en kon [werkneemster] redelijkerwijs niet meer vertrouwen op een toekomst in dienst bij Ucosan. Terwijl Ucosan zelf aangeeft dat partijen elkaar niet van hun standpunten met betrekking tot de (on)geschiktheid voor de betreffende functies weten te overtuigen, biedt zij wederom de door [werkneemster] meerdere malen geweigerde functie van Global Demand Planner als ad interim functie aan, onder aanzegging van non-actiefstelling bij weigering van die ad interim functie. Naar het oordeel van de kantonrechter kan het dan ook niet aan [werkneemster] worden verweten dat de verhoudingen tussen partijen vanaf dat moment niet meer te herstellen waren, ook niet door het alsnog (in een te laat stadium) aanbieden van de gewijzigde functie. Gelet op het vorenstaande, waarbij met name aan Ucosan de verstoorde verhoudingen zijn te wijten, ziet de kantonrechter aanleiding een hogere ontbindingsvergoeding toe te kennen dan de neutrale vergoeding, namelijk een vergoeding met correctiefactor 1,5. Daarbij gaat de kantonrechter uit van een maandsalaris ad € 6.731,67 per maand inclusief vakantietoeslag en dertiende maand. Aangezien een derde deel van de op zich variabele bonus van [werkneemster] is gegarandeerd, zal alleen dit deel (omgerekend € 555,55 per maand) als structureel looncomponent worden meegenomen in de berekening van de beloning. Voorts uitgaande van 24 gewogen dienstjaren, zal de kantonrechter een vergoeding naar billijkheid van € 262.500,- bruto toekennen.
3.6 Nu een hogere vergoeding wordt toegekend dan door Ucosan is aangeboden en een lagere vergoeding dan door [werkneemster] is verzocht, dient zowel aan Ucosan als aan [werkneemster] een termijn te worden gegund om het verzoek in te trekken. Partijen kunnen tot uiterlijk 26 november 2009 hun ontbindingsverzoeken intrekken.
3.7 De kantonrechter acht termen aanwezig om de proceskosten tussen partijen te compenseren, nu partijen deels in het gelijk en in het ongelijk zijn gesteld, zowel bij intrekking als bij handhaving van het verzoek.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst per 1 december 2009, tenzij beide ontbindingsverzoeken voor na te noemen datum worden ingetrokken.
kent aan [werkneemster] ten laste van Ucosan ter gelegenheid van voornoemde ontbinding een vergoeding toe ten bedrage van bruto 262.500,- (zegge: tweehonderd tweeënzestig duizend vijfhonderd euro);
bepaalt dat zowel Ucosan als [werkneemster] tot uiterlijk 26 november 2009 het ontbindingsverzoek kan intrekken;
compenseert de proceskosten in dier voege dat iedere partij de eigen kosten draagt, zowel bij intrekking als bij handhaving van het verzoek.
Deze beslissing is gegeven door de kantonrechter mr. J.M.C. Obenhuijsen en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.J.S. Koekkoek op 12 november 2009.
typ: 167/SJSK
coll: