ECLI:NL:RBASS:2010:BL6817

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
3 maart 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
275020 - EJ VERZ 10-5001
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding van de arbeidsovereenkomst wegens dringende reden door het meenemen van laptops zonder toestemming

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 3 maart 2010 uitspraak gedaan over het verzoek van de besloten vennootschap Univé Organisatie B.V. tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [werknemer]. Univé verzocht de ontbinding op grond van dringende redenen, omdat [werknemer] zonder toestemming twee laptops van het bedrijf had meegenomen en deze had aangepast. De feiten van de zaak zijn als volgt: [werknemer] was sinds 5 maart 1981 in dienst bij Univé en werkte in de functie van medewerker archief en documentatie. Tijdens een reorganisatie was het kantoor in Zwolle gesloten, en op 27 november 2009 verliet [werknemer] het kantoor met een krat waarin de laptops waren verpakt. Hij verklaarde dat hij de laptops had meegenomen in een opwelling, omdat hij problemen had met zijn eigen laptop van Univé. Tijdens het interne onderzoek bleek dat [werknemer] de identificatiestickers van de laptops had verwijderd en dat hij zonder toestemming handelingen had verricht aan de laptops.

Univé stelde dat de handelingen van [werknemer] een dringende reden vormden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [werknemer] zonder toestemming goederen van Univé heeft meegenomen en dat hij de laptops heeft aangepast. De kantonrechter oordeelde dat de gedragingen van [werknemer] zodanig ernstig waren dat van Univé niet kon worden gevergd de arbeidsovereenkomst voort te zetten. De kantonrechter heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst toegewezen, met ingang van 15 maart 2010, en [werknemer] veroordeeld in de proceskosten van Univé.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector kanton
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 275020 \ EJ VERZ 10-5001
beschikking van de kantonrechter van 3 maart 2010
in de zaak van:
de besloten vennootschap Univé Organisatie B.V.,
hierna te noemen: Univé,
gevestigd te 6811 KS Arnhem, Nieuwe Stationsstraat 12,
verzoekende partij,
gemachtigde: mr. H. Dontje,
tegen
[Werknemer]
hierna te noemen: [werknemer],
wonende te [adres],
verwerende partij.
gemachtigde: mr. K. Tunç.
1. Procesverloop
1.1 Univé heeft bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 5 januari 2010, verzocht de tussen haar en [werknemer] gesloten arbeidsovereenkomst, voor het geval deze nog bestaat, te ontbinden op grond van gewichtige redenen in de zin van artikel 7: 685 BW.
1.2 De eerste reactie van [werknemer] op het verzoek is binnengekomen op 12 januari 2010, waarna het verweerschrift van [werknemer] is binnengekomen op 17 februari 2010.
1.3 De behandeling ter terechtzitting heeft plaatsgevonden op 17 februari 2010.
2. De vaststaande feiten
Bij de beoordeling van het verzoek wordt van de navolgende feiten en omstandigheden uitgegaan.
2.1 [werknemer] is sedert 5 maart 1981 in dienst bij Univé, laatstelijk in de functie van medewerker archief en documentatie, tegen een bruto salaris van effectief € 902,40 per maand. [werknemer] werkt 40% in verband met een WAO-uitkering. Zijn bruto maandsalaris bij een fulltime dienstverband bedraagt € 2.256,00 exclusief vakantietoeslag, dertiende maand en een variabele uitkering. Op de tussen Univé en [werknemer] gesloten arbeidsovereenkomst is het bepaalde in de CAO Verzekeringsbedrijf Binnendienst van toepassing.
2.2 In het kader van een reorganisatie heeft Univé haar kantoor te Zwolle gesloten. De aldaar werkzame personen zijn grotendeels herplaatst binnen andere vestigingen. De ontmanteling van het gebouw vond plaats door de heren [R] en [B].
2.3 Op 1 december 2009 is door [R] geconstateerd dat er twee laptops uit de vestiging te Zwolle waren verdwenen. Naar aanleiding van deze melding is een nader onderzoek ingesteld. Uit dit onderzoek, waarbij onder andere camerabeelden zijn bekeken, is gebleken dat [werknemer] op 27 november 2009 omstreeks 15.20 uur het Univé-kantoor te Zwolle heeft verlaten met een rode krat waarop een laptoptas te zien is.
2.4 Tijdens een interview op 14 december 2009 in verband met het interne onderzoek heeft [werknemer] onder andere het volgende verklaard:
"Die 27e november was ik hier om koffie te drinken. Ik ben die dag in de postkamer geweest. Ik ben het pand binnengekomen via [B], dat is een collega die er toen bleek te zitten. Ik kende [B] vanuit de tijd dat ik in Zwolle werkte. (…) Het meenemen van de laptops is in een opwelling gebeurd. Ik had namelijk met mijn eigen laptop van Univé een probleem gehad. Ik kon namelijk niet in de laptop zelf en zodoende niet in het computersysteem van Univé. Ik had er een wachtwoord op staan en die werkte niet meer. Dat probleem deed zich voor eind oktober, begin november. Ik heb daar geen melding van gemaakt bij de ICT servicedesk. U vraagt mij waarom niet. Ik ben dat vergeten, ik heb er niet aan gedacht. (…) Ik heb de laptops meegenomen in een kratje. De laptops stonden gewoon op tafel in de postkamer. Ik heb de laptops in het kratje gedaan en toen ingeladen. (…) U vraagt mij wat er precies is gebeurd met allebei de laptops die ik heb meegenomen. Ik heb op allebei de laptops geprobeerd XP op te zetten. Dat heb ik gedaan omdat ik met Office 2007 wilde gaan werken. Ik heb verder niet gekeken welk besturingssysteem er op de laptops zat. U vraagt mij waarom ik allebei de laptops heb veranderd en niet eerst met één laptop heb geprobeerd. Office 2007 kreeg ik er niet op want daar had ik niet genoeg licenties voor. Toen heb ik Office 2000 erop gezet en toen kwam ik erachter dat het ook niet werkte." (…) U vraagt mij of ik derhalve met de laptops die ik heb meegenomen uit het gebouw van Univé, zonder toestemming van iemand van Univé , allerlei softwarematige veranderingen heb aangebracht. Dat klopt inderdaad, dat heb ik gedaan. U vraagt mij of ik van iemand toestemming heb gekregen die laptops mee te nemen vanuit het gebouw van Univé. Ik heb van niemand toestemming gekregen die laptops mee te nemen uit het gebouw van Univé. (…) U vraagt mij nogmaals waarom ik de 27e november 2009 in Zwolle was, in het kantoor van Univé. Ik was hier puur om een bakje koffie te doen. Toen ik binnenkwam had ik alleen mijn laptop bij me. Ik had verder niks bij me. Ik heb u verteld dat ik [R] heb gebeld om te melden dat ik de twee laptops nog in mijn bezit had. U vraagt mij wanneer ik hem heb gebeld. Ik weet dat niet precies. Als u zegt dat het afgelopen donderdag 10 december is geweest dan kan dat kloppen. U vertelt mij dat uw collega woensdagmiddag een afspraak heeft gemaakt met [B] om hem te spreken. Ik heb [B] niet gesproken. Dat is dus puur toeval. Ik zou sowieso donderdagmorgen hebben gebeld."
2.5 [werknemer] is aansluitend aan het interview op 14 december 2009 geschorst. Vervolgens zijn de door [werknemer] ingeleverde laptops onderzocht en daarbij is geconstateerd dat de identificatiestickers met barcode, welke door Univé op de laptops zijn geplaatst, waren verwijderd of deels waren verwijderd. Toen op 15 december 2009 de resultaten van het onderzoek bekend waren, is [werknemer] bij brief van 15 december 2009 ontslag op staande voet aangezegd.
3. Het verzoek en het verweer
3.1 Univé heeft gesteld dat [werknemer] doelbewust en zonder toestemming van Univé goederen van Univé heeft meegenomen en deze, voor zover het de laptops betreft, van andere besturingssystemen heeft voorzien en de identificatiestickers heeft verwijderd. De handelwijze van [werknemer], zoals die uit het onderzoek naar voren is gekomen, is aan te merken als een dringende reden, waardoor van Univé redelijkerwijs niet kan worden gevergd de arbeidsovereenkomst met [werknemer] te laten voortduren, zo deze niet reeds geëindigd is met het ontslag op staande voet op 15 december 2009. Subsidiair stelt Univé dat de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden op grond van verandering in de omstandigheden, nu van haar in redelijkheid niet kan worden verlangd dat zij het dienstverband met [werknemer] - voor zover dat nog bestaat - nog langer voortzet, gelet op het gebrek aan vertrouwen in [werknemer]. Er bestaat dan ook geen grond voor het toekennen van een vergoeding aan [werknemer].
3.2 [werknemer] heeft verweer gevoerd. Hij erkent dat hij twee laptops heeft meegenomen naar huis, maar hij heeft dit gedaan in een opwelling en met als doel de laptop die hij van Univé ter beschikking had gekregen te vervangen. Hij heeft daarmee niet conform de regels gehandeld, maar hij was nimmer van plan de laptops te stelen. Toen hij besefte dat hij geen toestemming had gevraagd voor het meenemen van de laptops, heeft hij onmiddellijk telefonisch contact opgenomen met [R], om alsnog melding hiervan te doen. Op dat moment was hij niet op de hoogte van het onderzoek naar de laptops. Het gesprek met [B] heeft pas plaatsgehad na de melding aan [R] en [werknemer] heeft ook tijdens dit gesprek niet vernomen dat er een onderzoek gaande was. De identificatiestickers dienen alleen voor de interne administratie van Univé. Tevens dient rekening te worden gehouden met het zeer lange dienstverband van [werknemer]. Voor het geval de kantonrechter van mening is dat de arbeidsovereenkomst dient te worden ontbonden op grond van een verandering van omstandigheden, verzoekt [werknemer] om aan hem een neutrale vergoeding toe te kennen.
4. De beoordeling
4.1 De kantonrechter heeft zich ervan vergewist dat het verzoek geen verband houdt met het bestaan van een opzegverbod. Dat is noch gesteld noch gebleken.
4.2 Ten aanzien van het primaire verzoek om de arbeidsovereenkomst, voor zover deze nog bestaat, te ontbinden op grond van een dringende reden overweegt de kantonrechter als volgt. De door Univé weergegeven feitelijkheden omtrent de door [werknemer] meegenomen laptops heeft [werknemer] grotendeels erkend. Derhalve is in ieder geval aannemelijk geworden dat [werknemer] zonder toestemming goederen van Univé heeft meegenomen en dat hij de meegenomen laptops van andere besturingssystemen heeft voorzien en de identificatiestickers heeft verwijderd. Tevens heeft Univé naar het oordeel van de kantonrechter in het kader van deze procedure voldoende aannemelijk gemaakt dat [werknemer] deze goederen zich (wederrechtelijk) heeft toegeëigend. Daarbij neemt de kantonrechter met name in aanmerking de door [werknemer] tijdens het onderzoek en ter zitting afgelegde tegenstrijdige verklaringen. Zo heeft [werknemer] tijdens het onderzoek verklaard dat hij een kopje koffie wilde drinken in de vestiging te Zwolle en dat [B] daar toevallig aanwezig was, terwijl [werknemer] ter zitting heeft verklaard, in overeenstemming met de verklaring van [B] tijdens het onderzoek, dat hij een afspraak met [B] had om een computer aan hem te verkopen. De ter zitting gegeven uitleg van [werknemer] omtrent het verwijderen van de identificatiestickers, namelijk dat dit een vorm van tijdverdrijf was, leidt naar het oordeel van de kantonrechter ook niet tot een andere conclusie dan dat [werknemer] de laptops voor zichzelf wilde gebruiken. [werknemer] heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat hij deze laptops voor zijn werk nodig had in verband met een defecte laptop waarover hij op dat moment met toestemming van Univé beschikte. Zo is onduidelijk gebleven waarom hij twee laptops nodig had en waarom de besturingssystemen dienden te worden aangepast in een systeem dat met name voor privégebruik wordt gehanteerd. Tevens heeft [werknemer] ter zitting niet betwist dat de laptops door hem zijn schoongespoeld, terwijl die laptops gegevens van Univé bevatten. Overigens heeft [werknemer] ter zitting erkend dat hij op de hoogte is van het feit dat Univé niet toestaat dat werknemers zelf sleutelen aan dergelijke goederen. De door [werknemer] gestelde omstandigheid dat hij alsnog zou hebben gemeld dat hij de laptops in zijn bezit had, terwijl hij niet op de hoogte was van het onderzoek, is voorts gelet op de tijdens het onderzoek afgelegde verklaring van [B] en de hiervoor geschetste feiten onvoldoende aannemelijk geworden.
4.3 Gelet op het vorenstaande is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk geworden dat sprake is van een dringende reden die dient te leiden tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst. De door [werknemer] aangevoerde omstandigheden, zoals het relatief lange en onberispelijke dienstverband en zijn persoonlijke omstandigheden, zijn onvoldoende om tot een ander oordeel te komen. De aard en de ernst van voornoemde gedragingen van [werknemer], waarbij [werknemer] eveneens diverse tegenstrijdige verklaringen heeft afgelegd, dienen in het onderhavige geval naar het oordeel van de kantonrechter zwaarder te wegen dan voornoemde omstandigheden.
4.4 Aan de subsidiaire grond, verandering van de omstandigheden en het daarmee eventueel toekennen van een vergoeding, komt de kantonrechter dan ook niet toe. De verzochte ontbinding zal worden toegewezen met ingang van 15 maart 2010.
4.4 Gezien het vorenstaande behoeft aan Univé geen termijn te worden gegund om het verzoek in te trekken.
4.5 [werknemer] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld.
Beslissing
De kantonrechter:
ontbindt de tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst, voor het geval deze nog bestaat, met ingang van 15 maart 2010;
veroordeelt [werknemer] in de kosten van deze procedure, tot op heden aan de zijde van Univé begroot op € 297,00 wegens vast recht en € 400,00 wegens salaris gemachtigde;
Deze beslissing is gegeven door de kantonrechter mr. A.M.A.M. Kager en in het openbaar uitgesproken op 3 maart 2010.
typ: 167/SJSK
coll: