ECLI:NL:RBASS:2010:BO5162
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige in het kader van kinderbescherming
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Assen op 28 juli 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van een minderjarige. De zaak werd behandeld met gesloten deuren, waarbij de vader verzocht om aanhouding van de behandeling tot medio oktober 2010, in afwachting van een uitspraak in een omgangsprocedure. De kinderrechter heeft dit verzoek afgewezen, omdat er onvoldoende verband was tussen de twee procedures en uitstel niet in het belang van de minderjarige zou zijn.
De kinderrechter heeft vastgesteld dat de voorwaarden voor ondertoezichtstelling, zoals gesteld in artikel 254, lid 1, Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek, zijn vervuld. Het is gebleken dat andere middelen in vrijwillig kader hebben gefaald of zullen falen om te voorkomen dat de minderjarige in zijn zedelijke en geestelijke belangen of gezondheid ernstig wordt bedreigd. De kinderrechter oordeelde dat een machtiging tot uithuisplaatsing noodzakelijk is in het belang van de verzorging en opvoeding van de minderjarige.
De beslissing houdt in dat de minderjarige onder toezicht wordt gesteld van de Stichting Bureau Jeugdzorg Drenthe voor een termijn van een jaar, en dat er een machtiging tot uithuisplaatsing wordt verleend, eveneens voor een jaar. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard. De uitspraak werd gedaan door mr. A.L.J.M.A. Janssens, kinderrechter, en is ondertekend door de rechter en de griffier. Er is een mogelijkheid tot hoger beroep binnen drie maanden na de uitspraak, dat door een advocaat moet worden ingesteld.