ECLI:NL:RBASS:2010:BO8095

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
21 december 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
300966 \ MB VERZ 10-98
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • J.M.H. Pauw
  • I. Eising
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Matiging van administratieve sanctie wegens snelheidsovertreding door huisarts op weg naar spoedgeval

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Assen op 21 december 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen een administratieve sanctie opgelegd aan een huisarts. De huisarts had op 10 maart 2010 om 8:27 uur te Emmer-Compascuum de maximum snelheid overschreden met 23 km/h. De sanctie van € 140,00 werd opgelegd in het kader van de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften. De huisarts was op weg naar een spoedgeval, waarbij hij een melding had ontvangen van een patiënt met hartklachten, en hij vermoedde dat er sprake was van een levensbedreigende situatie. Tijdens de behandeling van de zaak heeft de huisarts aangevoerd dat hij zich ter plaatse aan de maximumsnelheid heeft gehouden en dat hij geen gevaar voor andere verkeersdeelnemers heeft veroorzaakt.

De kantonrechter heeft de omstandigheden van het geval in overweging genomen en vastgesteld dat de huisarts in een conflict van rechtsplichten verkeerde. Hij was eerder ter plaatse dan de ambulance en de patiënt is later met spoed naar het ziekenhuis vervoerd. De kantonrechter heeft geoordeeld dat de huisarts voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat er sprake was van een spoedgeval en dat hij noodgedwongen snel bij de patiënt moest zijn. Gezien de bijzondere omstandigheden heeft de kantonrechter besloten de sanctie te matigen tot nihil, wat ook betekent dat de reeds betaalde administratiekosten van € 6,00 aan de huisarts moeten worden terugbetaald.

De kantonrechter heeft geen principiële uitspraak gedaan die voor de gehele beroepsgroep van huisartsen zou gelden, maar benadrukt dat in elke zaak afzonderlijk moet worden beoordeeld of de oplegging van de sanctie gerechtvaardigd is. De beslissing is genomen met inachtneming van de specifieke feiten en omstandigheden van deze zaak, waarbij de verkeersveiligheid niet in het geding was.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector kanton
Locatie Emmen
beschikkingsnr.: 1139745047
zaaknummer: 300966 \ MB VERZ 10-98
Op de openbare terechtzitting van 7 december 2010 heeft de kantonrechter mr. J.M.H. Pauw bijgestaan door mr. I. Eising als griffier het beroepschrift behandeld van:
[Betrokkene],
wonende te [adres],
gericht tegen een door de officier van justitie te Assen op grond van de Wet Administratiefrechtelijke Handhaving Verkeersvoorschriften genomen beslissing, met bovenvermeld CJIB-nummer.
Betrokkene en de zaakbehandelaar van het openbaar ministerie hebben ter terechtzitting van de gelegenheid gebruik gemaakt hun zienswijze nader toe te lichten.
Hetgeen is aangevoerd is hierna bij de standpunten weergegeven.
De inhoud van de stukken geldt als hier herhaald en ingelast.
De kantonrechter heeft op de openbare terechtzitting van 21 december 2010 zijn beslissing uitgesproken.
De beslissing luidt:
De kantonrechter heeft het beroep gedeeltelijk gegrond verklaard, voor wat betreft de hoogte van de sanctie. De sanctie inclusief administratiekosten wordt gematigd tot nihil.
Deze beslissing is gebaseerd op de volgende gronden.
De feiten
Aan betrokkene is een administratieve sanctie van € 140,00 opgelegd wegens de overschrijding van de maximum snelheid binnen de bebouwde kom, met 23 km/h, welke gedraging zou zijn verricht op 10 maart 2010 om 8:27 uur te Emmer-Compascuum, gemeente Emmen, Kanaal A NZ, met een personenauto gekentekend [xxx].
Standpunten van partijen
Hetgeen door betrokkene in het beroepschrift is gesteld geldt als hier herhaald.
De zaakbehandelaar van het openbaar ministerie heeft geconcludeerd tot ongegrond verklaring van het beroep.
Beoordeling
Betrokkene heeft een beroep gedaan op de omstandigheden van het geval. Betrokkene is huisarts en was in dat kader ten tijde van de gedraging op weg naar een spoedgeval. Betrokkene had een melding gekregen van een patiënt met hartklachten. Betrokkene vermoedde dat de patiënt een hartinfarct had en er derhalve sprake was van een levensbedreigende situatie. Betrokkene was eerder dan de ambulance ter plaatse en de patiënt is later per ambulance met spoed naar het ziekenhuis vervoerd.
Betrokkene was ten tijde van de gedraging in conflict van rechtsplichten en doet een beroep op overmacht. Betrokkene heeft aangevoerd dat de verkeersituatie zeer overzichtelijk was en hij de overige verkeersdeelnemers niet in gevaar heeft gebracht. Betrokkene heeft hierbij aangegeven dat hij zich, ter plaatse van een school, aan de maximumsnelheid heeft gehouden. Betrokkene heeft gewezen op een identieke situatie in 2001, waarbij de officier van Justitie toen heeft gezegd dat in deze situaties de beschikking wordt vernietigd indien een "excuusbriefje" van de patiënt het beroep zou vergezellen. Betrokkene heeft de kantonrechter gevraagd een principiële uitspraak te doen en aan te geven onder welke omstandigheden hij de maximum snelheid mag overschrijden.
De kantonrechter overweegt als volgt.
De kantonrechter zal geen gevolg geven aan het verzoek van betrokkene om een principiële uitspraak te doen. De kantonrechter overweegt hiertoe dat voertuigen van (huis)artsen geen voorrangsvoertuigen zijn in de zin van de wet zodat in iedere zaak afzonderlijk dient te worden beoordeeld of oplegging van de sanctie gezien de (bijzondere) omstandigheden van dat specifieke geval gerechtvaardigd is. Een algemene principiële uitspraak die zou gelden voor de hele beroepsgroep van betrokkene is om deze reden niet te geven.
De kantonrechter overweegt in onderhavig geval dat betrokkene de geconstateerde gedraging op zich niet heeft bestreden, maar heeft gewezen op de omstandigheden van het geval.
De gedraging staat derhalve in rechte vast.
Naar het oordeel van de kantonrechter heeft betrokkene echter voldoende aannemelijk gemaakt dat er in casu sprake was van een spoedgeval en betrokkene, gezien de levensbedreigende situatie van de patiënt, noodgedwongen was zo spoedig mogelijk bij deze patiënt te zijn. De kantonrechter betrekt hierbij dat betrokkene eerder dan de ambulance ter plaatse was en de desbetreffende patiënt vervolgens met spoed per ambulance naar het ziekenhuis is gebracht.
Nu betrokkene onder meer heeft aangegeven de alarmlichten van zijn auto aan te hebben gehad, zich in de omgeving van de school wel aan de maximumsnelheid te hebben gehouden en voorts voldoende aannemelijk is geworden dat er geen gevaar voor de verkeersveiligheid is geweest, ziet de kantonrechter gelet op de bijzondere omstandigheden van dit specifieke geval, aanleiding om de sanctie te matigen tot nihil. Dit houdt tevens in dat de reeds betaalde administratiekosten van € 6,00 aan betrokkene zullen dienen te worden terugbetaald.
Het beroep zal dan ook voor wat betreft de hoogte van de sanctie gedeeltelijk gegrond worden verklaard.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door de kantonrechter en de griffier, beiden voornoemd, is getekend.
conc.: 22/mp
coll.:
Beslissing verzonden op:
Tegen deze beslissing kan hoger beroep worden ingesteld bij het gerechtshof te Leeuwarden, tenzij de bij deze beslissing opgelegde administratieve sanctie niet meer bedraagt dan € 70,00.
Het Hoger beroep kan worden ingesteld door binnen 6 weken na de hierboven vermelde verzenddatum een beroepschrift in te dienen bij de rechtbank Assen, sector kanton (Postbus 30009, 9400 RA Assen).
“De wet gaat uit van een geheel schriftelijke procedure, tenzij door u bij het beroepschrift uitdrukkelijk om een zitting is gevraagd.”