ECLI:NL:RBASS:2010:BP0021
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- I.J. Kemkers
- A.L.J.M.A. Janssens
- Rechtspraak.nl
Voorlopige machtiging in het kader van de Wet BOPZ voor een minderjarige met autisme
Op 26 juli 2010 ontving de Rechtbank Assen een verzoekschrift van de officier van justitie te Assen voor een voorlopige machtiging ten aanzien van een minderjarige, geboren op [geboortedatum], die vrijwillig verbleef in het Accare Kinder- en Jeugdpsychiatrisch ziekenhuis. De officier van justitie verzocht de rechtbank om een voorlopige machtiging te verlenen, ondersteund door een geneeskundige verklaring van psychiater P. Dijkshoorn. Tijdens de zitting op 29 juli 2010 werd de betrokkene, samen met zijn advocaat mw. mr. D.C. v.d. Kwaak-Wamelink, gehoord. De betrokkene gaf aan dat hij niet inzag hoe een rechterlijke machtiging hem zou helpen, en dat hij het naar zijn zin had in de kliniek. Hij was bereid om vrijwillig te blijven, maar zag geen noodzaak voor dwang. De rechtbank hoorde ook de ouders van de betrokkene, die aangaven dat er problemen waren met de ouder-kind-relatie en dat de betrokkene zich niet aan afspraken hield. De ouders hoopten dat een rechterlijke machtiging zou helpen om structuur te creëren en escalatie thuis te voorkomen.
De rechtbank besloot om de beslissing op het verzoek aan te houden, zodat de officier van justitie de gelegenheid kreeg om te overwegen of een gewijzigd verzoek moest worden ingediend. De rechtbank vroeg zich af of de wet BOPZ in deze zaak niet een voorwaardelijke machtiging voorschrijft. De rechtbank overwoog dat de betrokkene pas 14 jaar oud was en dat er mogelijk alternatieven waren voor de verzochte voorlopige machtiging. De rechtbank stelde voor om nader onderzoek te doen naar de mogelijkheid van voorwaarden die de betrokkene zou kunnen naleven, en of hij in staat was om deze voorwaarden te respecteren. De rechtbank hield de beslissing aan tot na het nader bericht van de officier van justitie.