ECLI:NL:RBASS:2011:BP1641
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot vervallen verklaring van aanwijzing in omgangsregeling voor minderjarigen
In deze zaak heeft de kinderrechter van de Rechtbank Assen op 11 januari 2011 uitspraak gedaan in een verzoek van de ouders van de minderjarigen [A] en [B] om een eerder gegeven aanwijzing van de Stichting Christelijke Jeugdzorg (SGJ) te laten vervallen. De minderjarigen waren onder toezicht gesteld en er was een machtiging tot uithuisplaatsing verleend. De ouders, vertegenwoordigd door hun advocaat mr. A.A. Vogelsang, dienden op 1 december 2010 een verzoek in bij de rechtbank, waarin zij vroegen om een aanwijzing met betrekking tot de omgang met hun kinderen. Dit verzoek volgde op een eerdere beschikking van de kinderrechter van 15 september 2010, waarin de ondertoezichtstelling en de uithuisplaatsing van de kinderen was verlengd.
Tijdens de zittingen op 22 december 2010 en 11 januari 2011 zijn de ouders, hun advocaat, en vertegenwoordigers van de SGJ verschenen. De kinderrechter heeft vastgesteld dat de SGJ op 16 november 2009 een aanwijzing had gegeven die inhield dat er geen extra bezoeken tijdens de feestdagen zouden plaatsvinden, naast de reguliere omgangsregeling. De ouders verzochten om deze aanwijzing geheel of gedeeltelijk te laten vervallen, zodat zij hun kinderen ook tijdens de feestdagen konden zien.
De kinderrechter heeft in zijn overwegingen aangegeven dat de ouders niet in hun recht op gezinsleven worden beperkt, aangezien de omgangsregeling al was vastgesteld. Na het horen van de minderjarigen bleek dat zij geen behoefte hadden aan extra bezoeken op andere tijdstippen dan de reeds vastgestelde dagen. De kinderrechter heeft geconcludeerd dat het in het belang van de emotionele groei van de minderjarigen niet wenselijk is om de omgangsregeling te wijzigen. Uiteindelijk heeft de kinderrechter het verzoek van de ouders afgewezen, waarmee de eerdere aanwijzing van de SGJ in stand bleef.