ECLI:NL:RBASS:2011:BP8515

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
12 januari 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
83337
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor achternaamswijziging van minderjarige

In deze zaak heeft de rechtbank Assen op 12 januari 2011 uitspraak gedaan over het verzoek van de vrouw om vervangende toestemming te verlenen voor de wijziging van de achternaam van haar minderjarige dochter [X]. De vrouw, die samen met haar advocaat mr. D. Jakobs op de zitting aanwezig was, heeft aangevoerd dat de minderjarige lijdt onder het feit dat zij de achternaam van haar vader draagt, terwijl zij al geruime tijd de achternaam [Z] hanteert op school. De vrouw heeft gesteld dat de confrontatie met de achternaam van de vader emotioneel zwaar is voor [X] en dat dit haar gemoedstoestand negatief beïnvloedt.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige, die ouder is dan twaalf jaar, voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat zij haar achternaam wil wijzigen. De vader heeft echter zijn toestemming voor de wijziging van de achternaam geweigerd. De rechtbank heeft in haar overwegingen artikel 1:5 lid 2 en artikel 1:7 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek betrokken, waaruit blijkt dat de geslachtsnaam van een minderjarige kan worden gewijzigd op verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger, mits aan bepaalde voorwaarden is voldaan.

De rechtbank heeft geoordeeld dat de wens van de minderjarige om haar achternaam te wijzigen prevaleert, nu de vader niet instemt met het verzoek. Daarom heeft de rechtbank de vrouw vervangende machtiging verleend om zelfstandig het verzoekschrift tot wijziging van de geslachtsnaam van [X] bij het Ministerie van Justitie in te dienen. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders verzochte is afgewezen. De uitspraak is gedaan door mr. A.L.J.M.A. Janssens, rechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier A.E. Meijer.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector Civiel
Beschikking d.d. 12 januari 2011
Zaaknummer 83337 / FA RK 10-3303
Beschikking van de tweede enkelvoudige kamer in de zaak van:
[de vrouw],
wonende te [adres],
verzoekster, hierna te noemen de vrouw,
toegevoegd advocaat mr. D. Jakobs,
-- en --
[de man],
wonende te [adres],
gerekwestreerde, hierna te noemen de man.
1. Verloop van de procedure
1.1. Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 23 november 2010, heeft de vrouw verzocht vervangende toestemming te verlenen voor achternaamswijziging van [X Y], in die zin dat zij voortaan [X Z] zal gaan heten.
1.2. De minderjarige is in de gelegenheid gesteld haar mening kenbaar te maken.
1.3. De rechtbank heeft de zaak behandeld ter terechtzitting van 7 januari 2011. De vrouw is samen met haar advocaat verschenen. Namens de Raad voor de Kinderbescherming is aanwezig de heer R.C.M. Wouters.
2. Vaststaande feiten
Partijen zijn met elkaar gehuwd geweest. Het huwelijk is ontbonden door inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van 9 maart 2005 in de registers van de burgerlijke stand op 22 maart 2005. Uit het huwelijk is geboren minderjarige [X Y], hierna te noemen [X],geboren op [geboortedatum] te [geboorteplaats].
Partijen hebben gezamenlijk het gezag over [X]. Zij woont bij de vrouw.
3. Standpunten van partijen
De vrouw grondt haar verzoek op de omstandigheid dat [X] lijdt onder het feit dat zij formeel de achternaam van de man draagt. De vrouw voert aan dat [X] al vier jaar geleden heeft aangegeven dat zij haar achternaam wil wijzigen en dat [X] op school sinds ongeveer drie jaar de achternaam [Z] hanteert. Volgens de vrouw is de confrontatie met de naam van de man emotioneel zwaar beladen voor [X] en verslechtert het telkens haar gemoedstoestand.
Nu partijen gezamenlijk belast zijn met het gezag en de man zijn toestemming niet wil geven verzoekt de vrouw de rechtbank de vervangende toestemming te verlenen.
4. Gronden van de beslissing
4.1. Op grond van het bepaalde in artikel 1:5 lid 2 BW heeft [X] de geslachtsnaam van de vader. Artikel 1:7 lid 1 BW bepaalt dat de geslachtsnaam van een persoon op zijn verzoek of op verzoek van zijn wettelijke vertegenwoordiger, door de Koning kan worden gewijzigd.
Lid 5 van dit artikel bepaalt onder meer dat bij algemene maatregel van bestuur regelen worden gesteld betreffende de gronden waarop de geslachtsnaamwijziging kan worden verleend, de wijze van indiening en behandeling van verzoeken als in het eerste lid.
4.2. Deze algemene maatregel van bestuur is vanaf 1 januari 1998 het Besluit inhoudende Regels voor geslachtsnaamwijziging, verder te noemen “het besluit”. Het besluit is laatstelijk gewijzigd bij besluit van 21 februari 2004 (Stb 2004,100)
4.3 .Artikel 3 van het besluit bepaalt onder lid 1 dat:
“Op eensluidend verzoek van de wettelijke vertegenwoordiger en van degene wiens geslachtsnaam ten behoeve van de minderjarige wordt verzocht, (…), wordt de geslachtsnaam van een minderjarige van twaalf jaar of ouder gewijzigd:
a. in de geslachtsnaam van de ouder wiens naam het kind niet heeft, indien deze ouder na ontbinding van het huwelijk of de verbreking van een buitenhuwelijkse samenleving met de andere ouder gedurende een aaneengesloten periode van tenminste drie jaren onmiddellijk voorafgaande aan het verzoek de minderjarige heeft verzorgd en opgevoed.”
Lid 4 van artikel 3 van het besluit bepaalt voor zover hier van belang dat:
“Het verzoek wordt afgewezen, indien:
a. de minderjarige al een op grond van dit artikel gewijzigde geslachtsnaam heeft;
b. de minderjarige van twaalf jaar of ouder niet instemt met het verzochte;
c. een ouder weigert in te stemmen met de verzochte geslachtsnaamwijziging van de minderjarige van twaalf jaar of ouder, tenzij deze minderjarige bij zijn instemming blijft.”
4.4. De nota van toelichting van besluit van 21 februari 2004 vermeldt onder meer het volgende:
“Algemeen:
Het Besluit geslachtsnaamwijziging maakt het onder meer mogelijk de geslachtsnaam van minderjarige te wijzigen in die van de verzorgende ouder, nieuwe partner van de verzorgende ouder of pleegouder. Dit is geregeld in artikel 3. Voor kinderen van twaalf jaar en ouder is bepaald dat wanneer het kind instemt met de wijziging van zijn of haar geslachtsnaam, de wijziging wordt toegestaan.
Weigert een ouder in te stemmen met de verzochte wijziging dan wordt de geslachtsnaam wijziging alleen toegewezen wanneer het kind bij de instemming blijft.”
4.5. Gelet op de inhoud van het besluit en de inhoud van de nota van toelichting is de rechtbank van oordeel dat de wens van de minderjarige [X], nu zij ouder is dan twaalf jaar, prevaleert als haar vader niet instemt met het verzoek tot geslachtsnaamwijziging.
[X] heeft tijdens haar verhoor door de rechtbank voldoende aannemelijk gemaakt dat zij bij het door haar moeder ingediende verzoek tot geslachtsnaamwijziging blijft.
4.6. De rechtbank zal dan ook de vrouw vervangende machtiging verlenen voor de ontbrekende instemming van de man, zodat de vrouw zelfstandig het verzoekschrift tot wijziging van de geslachtsnaam van [X] bij het Ministerie van Justitie kan indienen.
5. Beslissing
De rechtbank
Verleent aan de vrouw vervangende machtiging voor de ontbrekende instemming van de man, zodat de vrouw ten behoeve van de minderjarige zelfstandig het verzoekschrift tot wijziging van de geslachtsnaam van [X Y], geboren op [geboortedatum] in de gemeente [geboorteplaats], bij het Ministerie van Justitie kan indienen;
Verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad;
Wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is gegeven door mr. A.L.J.M.A. Janssens, rechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 januari 2011 in tegenwoordigheid van A.E. Meijer, griffier en door de rechter en de griffier voornoemd ondertekend.
N.B. De griffier deelt mede dat u tegen deze beschikking in hoger beroep kunt gaan bij het gerechtshof te Leeuwarden.
U kunt dit hoger beroep instellen binnen drie maanden na de dag van de uitspraak. Deze datum staat in de beschikking vermeld. Het beroep moet namens u worden ingesteld door een advocaat. Als u in aanmerking wilt komen voor door de overheid (gedeeltelijk) gefinancierde rechtsbijstand, dan kan uw advocaat daartoe namens u een verzoek indienen bij de Raad voor de rechtsbijstand. Uw advocaat kan u daaromtrent nader informeren.