ECLI:NL:RBASS:2011:BU3881

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
25 oktober 2011
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
313769 - CV EXPL 11-2428
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verzekeraar en verweer op verrekening in civiele procedure

In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Assen, heeft de naamloze vennootschap N.V. Univé Zorg (hierna: Univé) een vordering ingesteld tegen een gedaagde partij, die in persoon procedeerde. De zaak betreft een geschil over de uitbetaling van no-claim bedragen van de jaren 2005 en 2006, die Univé niet aan de gedaagde heeft voldaan. De gedaagde heeft gesteld dat hij recht heeft op deze uitbetalingen en dat hij, door het niet ontvangen van deze bedragen, niet het volledige gevorderde bedrag aan Univé kan betalen. Univé heeft in haar repliek aangegeven dat zij het verweer van de gedaagde niet goed begreep en heeft verzocht om verduidelijking.

De kantonrechter heeft in een tussenvonnis overwogen dat het bezwaar van de gedaagde zo begrepen moet worden dat hij een beroep op verrekening heeft gedaan. Univé is in de gelegenheid gesteld om op dit verweer in te gaan, maar heeft dit onvoldoende gemotiveerd. De kantonrechter oordeelt dat de gedaagde impliciet een beroep op verrekening heeft gedaan door te stellen dat hij nog no-claim bedragen tegoed heeft van Univé. De kantonrechter heeft vastgesteld dat Univé niet voldoende heeft aangetoond dat de no-claim bedragen reeds verrekend zijn met een schuld van de gedaagde.

Uiteindelijk heeft de kantonrechter geoordeeld dat de gedaagde recht heeft op uitbetaling van de no-claim bedragen en dat deze bedragen in mindering moeten worden gebracht op de gevorderde hoofdsom. De kantonrechter heeft de vordering van Univé gedeeltelijk toegewezen, waarbij de gedaagde is veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 188,24, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. De proceskosten zijn gedeeltelijk gecompenseerd, waarbij de gedaagde een deel van de kosten aan Univé moet vergoeden. Het vonnis is uitgesproken op 25 oktober 2011.

Uitspraak

RECHTBANK Assen
Sector kanton
Locatie Assen
zaak-/rolnummer: 313769 \ CV EXPL 11-2428
vonnis van de kantonrechter van 25 oktober 2011
in de zaak van
de naamloze vennootschap N.V. Univé Zorg,
hierna te noemen: Univé,
gevestigd te Alkmaar,
eisende partij,
gemachtigde: AGC gerechtsdeurwaarders,
tegen
[Gedaagde],
hierna te noemen: [gedaagde],
wonende te [adres],
gedaagde partij,
procederende in persoon.
Het verdere verloop van de procedure
Het tussenvonnis van 16 augustus 2011;
De akte van Univé van 30 augustus 2011;
De akte van [gedaagde] van 27 september 2011, met diverse producties.
De verdere beoordeling
1. Bij repliek heeft Univé aangegeven dat zij het verweer van [gedaagde] niet goed begreep. Daarbij heeft zij tevens verzocht om het verweer alsnog te verduidelijken, 'opdat eiseres het verweer kan begrijpen en waar nodig verder kan weerleggen'.
In het tussenvonnis van 16 augustus 2011 is, in aansluiting daarop, door de kantonrechter overwogen dat zij het bezwaar van [gedaagde] tegen de vordering aldus heeft begrepen dat Univé ten onrechte de no-claim van 2005 en 2006 niet aan hem heeft uitbetaald. Bij dat tussenvonnis is aan Univé is de gelegenheid geboden om bij akte alsnog op dat verweer in te gaan, zodat duidelijkheid aan [gedaagde] kan worden gegeven over de no-claim.
2. Bij akte heeft Univé gesteld dat het door [gedaagde] gestelde niet afdoet aan haar vordering omdat er geen beroep op verrekening is gedaan en ook geen reconventionele vordering is ingesteld.
Door Univé is inhoudelijk over dat verweer het volgende gesteld:
"Voorts laat eiseres weten dat indien over 2005 en 2006 een bedrag aan no-claim zou toekomen, dat bedrag reeds verrekend is met een schuld van gedaagde aan eiseres. Eiseres dient daarom te betwisten dat aan gedaagde nog een bedrag aan no-claim zou toekomen.".
3. De kantonrechter is van oordeel dat door [gedaagde] weliswaar niet expliciet, door het hanteren van de term 'verrekening', maar wel -zeker ook voor een professionele instelling als Univé- duidelijk kenbaar impliciet een beroep op verrekening is gedaan. Immers, zijn bezwaar houdt in dat hij niet het gehele gevorderde bedrag hoeft te betalen omdat hij nog de no-claim bedragen van 2005 en 2006 van Univé tegoed heeft. Dat verweer kan moeilijk anders worden begrepen dan als een beroep op verrekening met een tegenvordering.
4. Dat een verzekerde in de jaren 2005 en 2006 aanspraak op uitbetaling door zijn verzekeraar van een no-claim ten bedrage van € 255,00 had indien er geen zorgkosten waren gemaakt, is niet betwist. Door [gedaagde] is gesteld dat hij (eveneens) recht op uitbetaling van die bedragen had en dat Univé die bedragen ten onrechte niet aan hem heeft voldaan.
5. De kantonrechter is van oordeel dat Univé, hoewel daartoe expliciet in de gelegenheid gesteld, die stelling van [gedaagde], daarop neerkomende dat sprake is van een te verrekenen tegenvordering, niet voldoende deugdelijk gemotiveerd heeft weersproken. De enkele mededeling dat 'indien'(!?) aan [gedaagde] een bedrag aan no-claim zou toekomen, dat bedrag reeds is verrekend met een schuld, is daartoe onvoldoende.
6. Kennelijk acht Univé het niet nodig om -zoals door haar bij repliek is aangegeven- het verweer van [gedaagde] deugdelijker te weerleggen. Gelet op de daartoe nu juist expliciet bij het tussenvonnis geboden gelegenheid, omdat uit de stellingen van [gedaagde] volgt dat het niet uitbetaald gekregen hebben van die no-claim de reden is dat hij de gevorderde som niet wenst te betalen, omdat hij ter zake nog een vordering heeft op Univé, lag het op de weg van Univé om over die kwestie helderheid te verschaffen en aldus adequaat inhoudelijk op het verweer van [gedaagde] in te gaan. Daarbij komt dat zij daartoe als de verzekeraar van [gedaagde] ook in staat moet worden geacht. Nu dat niet is gebeurd houdt de kantonrechter voor juist dat [gedaagde] aanspraak heeft op uitbetaling van de no-claim in 2005 en 2006 door Univé, alsmede dat deze tot op heden niet aan hem ten goede is gekomen. Het beroep op verrekening met 2 x € 255,00 zal dan ook worden gehonoreerd.
7. De juistheid van de gevorderde hoofdsom ad € 654,21 is door [gedaagde] niet betwist. Gelet daarop is deze toewijsbaar, met dien verstande dat daarop de no-claim van 2005 en 2006 ten bedrage van in totaal € 510,00 door verrekening in mindering zal worden gebracht, zodat resteert te betalen € 144,21.
8. Univé heeft voorts vergoeding van wettelijke rente en incassokosten ad € 178,50 gevorderd. Nu de verschuldigde bedragen in 2009 niet tijdig door [gedaagde] zijn voldaan is de rente toewijsbaar. Gelet op de verrekening volgt uit artikel 6:129 BW, alsmede de factuurdata vermeld in de dagvaarding, dat de berekende vervallen rente niet correct is en dat voor een bedrag groot € 53,58 eerst aanspraak op rente gemaakt kan worden vanaf 31 augustus 2009 en voor een bedrag groot € 90,63 vanaf 1 oktober 2009. De gevorderde vergoeding van wettelijke rente zal zo worden toegewezen.
9. [gedaagde] heeft het verschuldigde bedrag groot € 144,21 ondanks de buitengerechtelijk incassoactiviteiten ten onrechte onbetaald. Gelet daarop, alsmede de staffel incassokosten is de kantonrechter van oordeel dat voor incassokosten € 44,03 toewijsbaar is.
10. Beide partijen worden gedeeltelijk in het ongelijk gesteld. [gedaagde] heeft echter ondanks de buitengerechtelijk incassoactiviteiten een bedrag groot € 144,21 niet betaald, hoewel hij ook met inachtneming van zijn bezwaar dat gedeelte van de gevorderde hoofdsom dient te betalen. Gelet daarop ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten gedeeltelijk te compenseren in die zin dat [gedaagde] de dagvaardingskosten, alsmede het griffierecht voor een gedeelte groot € 106,00 (behorende bij het toegewezen bedrag) aan Univé dient te vergoeden. Voor het overige dienen partijen ieder de eigen kosten te dragen.
De beslissing
De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om aan Univé te betalen € 188,24 te vermeerderen met de wettelijke rente over een bedrag groot € 53,58 vanaf 31 augustus 2009 en over een bedrag groot € 90,63 vanaf 1 oktober 2009 tot aan de dag van volledige betaling;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling van de navolgende proceskosten aan de zijde van Univé gevallen: € 97,81 aan dagvaardingskosten en € 106,00 aan vast recht;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de proceskosten voor het overige;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. A.M.A.M. Kager en in het openbaar uitgesproken op 25 oktober 2011.
typ/conc: 131ak
coll: