ECLI:NL:RBASS:2012:BW0282

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
27 maart 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.996506-10
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Frauduleuze handelingen en bijstandsfraude door verdachte met gebruik van rechtspersonen

In deze zaak heeft de rechtbank Assen op 27 maart 2012 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die zich gedurende meerdere jaren schuldig heeft gemaakt aan een reeks frauduleuze handelingen. De verdachte heeft onder andere onterecht omzetbelasting teruggevraagd, valsheid in geschrifte gepleegd, goederen en gelden verduisterd, bedrieglijke bankbreuk gepleegd en een aanzienlijk bedrag gewit. Daarnaast heeft hij zich schuldig gemaakt aan bijstandsfraude door opzettelijk informatie achter te houden die van belang was voor de hoogte van zijn bijstandsuitkering. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte door het oprichten van verschillende buitenlandse rechtspersonen een complex en ondoorzichtig netwerk heeft gecreëerd om zijn frauduleuze activiteiten te verbergen en uit te voeren. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de impact op zowel de Staat als particuliere ondernemers. De verdachte heeft zijn familieleden betrokken bij zijn frauduleuze praktijken, wat de rechtbank als bijzonder ernstig heeft aangemerkt. De rechtbank heeft de feiten als wettig en overtuigend bewezen verklaard, met uitzondering van enkele onderdelen van de tenlastelegging, waar de verdachte van is vrijgesproken. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, de Noordelijke Fraudekamer, na onderzoek op verschillende terechtzittingen.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector Strafrecht
Parketnummer: 19/996506-10, ter terechtzitting gevoegd 19/993005-11
datum uitspraak: 27 maart 2012
bij verstek
VONNIS van de rechtbank te Assen, meervoudige kamer voor strafzaken, Noordelijke Fraudekamer, zitting houdende te Assen, in de zaak tegen:
[verdachte 1],
geboren op [datum] 1961 te [plaats],
wonende te [plaats], [adres].
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzittingen van 16 januari 2012, 3 februari 2012 en 13 maart 2012.
TENLASTELEGGING
De tenlastelegging onder parketnummer 19/996506-10 is ter terechtzitting van 13 maart 2012 op vordering van de officier van justitie gewijzigd en is daarmee als volgt komen te luiden:
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
Lohnbetrieb Agrartec GmbH op of omstreeks 20 juli 2007 te Emmen en/of
Apeldoorn, althans in Nederland,
tezamen en in vereniging met één of meer rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen,
(een) bij de belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in Algemene wet inzake
rijksbelastingen, te weten (een) aangifte(n) voor de omzetbelasting over het
tweede kwartaal van het jaar 2007,
onjuist en/of onvolledig heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de belastingdienst te Emmen, terwijl
dit/die feit(en) er toe strekte(n) dat er te weinig belasting werd geheven,
hebbende die onjuistheid hierin bestaan dat Lohnbetrieb Agrartec GmbH
(telkens) opzettelijk op die/dat aangiftebiljet(ten) geen, althans een te laag
bedrag aan af te dragen omzetbelasting heeft vermeld, althans een te hoog
bedrag aan ontvangen voorbelasting heeft vermeld;
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al
dan niet tezamen met één of meer anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven,
dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte al dan niet
tezamen met één of meer anderen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
De in deze tenlastelegging gebruikte termen en uitdrukkingen worden, voorzover
daaraan in de Algemene wet inzake rijksbelastingen bepaalde betekenis is
gegeven, geacht in dezelfde betekenis te zijn gebezigd;
art 68 lid 2 ahf/ond a Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 69 lid 2 Algemene wet inzake rijksbelastingen
art 51 lid 2 ahf/ond 2° Wetboek van Strafrecht
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 mei 2007 tot en met 9 oktober 2007, te
Beilen en/of Emmen en/of (elders) in Nederland en/of Duitsland tezamen en in
vereniging met (een) andere rechtsperso(o)n(en) en/of (een) natuurlijk(e)
pers(o)n(en), althans alleen, valselijk heeft opgemaakt en/of vervalst,
a. een factuur van Xima GmbH (D-018, p.460); en/of
b. een suppletieaangifte omzetbelasting over het tijdvak juni 2007 ten
name van [naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. (D-004, p.438); en/of
c. een factuur van Loonbedrijf [naam] B.V. aan [naam]
Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. te Beilen d.d. 14 mei 2007 (D-010,
p.446);
elk zijnde (een) geschrift(en) dat bestemd is om tot bewijs van enig feit te
dienen, met het oogmerk om deze als echt en onvervalst te gebruiken of door
anderen te doen gebruiken, bestaande de valsheid hierin dat de factu(u)r(en)
vermeld onder a en/of c fictief zijn en/of in de suppletieaangifte onder b de
post 'levering naar landen binnen de EU' en/of de post 'verschuldigde
belasting' onjuist waren ingevuld;
art 225 lid 1 Wetboek van Strafrecht
althans, indien terzake van het vorenstaande geen veroordeling mocht volgen,
terzake dat
[naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. op of omstreeks 23 juli 2007 en/of
9 oktober 2007, althans in de periode van 20 juli 2007 tot en met 09 oktober
2007, te Beilen en/of Emmen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging
met één of meer rechtsperso(o)n(en) en/of met één of meer natuurlijke
perso(o)n(en), althans alleen, (telkens) opzettelijk gebruik heeft gemaakt of
gebruik heeft doen maken van hierna te noemen document(en),
a. een factuur van Xima GmbH (D-018, p.460); en/of
b. een suppletieaangifte omzetbelasting over het tijdvak juni 2007 ten name
van [naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. (D-004, p.438); en/of
c. een factuur van Loonbedrijf [naam] B.V. aan [naam] Agrarisch
Uitzendbureau V.O.F. te Beilen d.d. 14 mei 2007 (D-010, p.446);
elk zijnde een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen,
terwijl [naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. en/of haar mededader(s)
wist(en) of redelijkerwijs moest (en) vermoeden dat dit/die geschrift(en)
bestemd was/waren voor gebruik als ware(n)het/zij (telkens) echt en
onvervalst, bestaande dat gebruik maken (telkens) in het overleggen van
voornoemde geschriften aan de belastingdienst en bestaande die valsheid of
vervalsing hierin, dat de factu(u)r(en) vermeld onder a en/of c fictief zijn
en/of in de suppletieaangifte onder b de post 'levering naar landen binnen de
EU' en/of de post 'verschuldigde belasting' onjuist waren ingevuld,
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al
dan niet tezamen met één of meer anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven,
dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte al dan
niet tezamen met één of meer anderen, (telkens) feitelijke leiding heeft
gegeven;
art 225 lid 2 Wetboek van Strafrecht
3.
hij op of omstreeks 31 januari 2008, te Beilen, althans in Nederland, tezamen
en in vereniging met (een) andere rechtsperso(o)n(en) en/of (een)
natuurlijk(e) pers(o)n(en), althans alleen,
- een tractor van het merk NEW HOLLAND AG, model 8970 en/of
- een tank van het merk Veenhuis,
die (telkens) toebehoorde(n) aan CHN Capital Benelux, en welke goederen
verdachte als huurder en/of huurkoper en/of gebruiker onder zich had, zich
wederrechterlijk heeft toegeëigend.
art 321 Wetboek van Strafrecht
4.
[naam]Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. op één of meer tijdstip(pen) in of
omstreeks de periode 1 november 2007 tot en 18 mei 2010, te Emmen en/of
Beilen, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) andere
rechtsperso(o)n(en) en/of (een) natuurlijk(e) pers(o)n(en), althans alleen,
terwijl zij in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke
verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
lasten verdicht en/of heeft verdicht en/of baten niet verantwoordt en/of
niet heeft verantwoord en/of enig(e) goed(eren) aan de boedel onttrekt en/of
heeft onttrokken, immers hebbende [naam] agrarisch Uitzendbureau V.O.F.
en/of haar mededaders:
- diverse machines verkocht aan HAHEBO B.V. in der periode van 1 januari 2008
tot en met 6 februari 2008; en/of
- inkomsten uit de uitleen van [betrokkene 1] aan de gemeente Emmen heeft laten
betalen op rekening van Agrartec GmbH in de periode van 15 januari 2008 tot
en met 28 februari 2008; en/of
- inkomsten uit de verkoop van een aardappelselectiekar aan [betrokkene 2] heeft
laten betalen op rekening van Agrartec GmbH in de periode van 14 november
2007 tot en met 28 januari 2008;
tot het plegen van welk(e) bovenomschreven strafbare feit(en) verdachte, al
dan niet tezamen met één of meer anderen, (telkens) opdracht heeft gegeven,
dan wel aan welke bovenomschreven verboden gedraging(en) verdachte al dan niet
tezamen met één of meer anderen, (telkens) feitelijke leiding heeft gegeven;
art 341 ahf/ond a ahf/sub 1° Wetboek van Strafrecht
5.
hij, in de periode van 6 februari 2008 tot en met 09 oktober 2011, te Beilen,
althans in Nederland, tezamen en in vereniging met één of meer
rechtsperso(o)n(en) en/of natuurlijk(e) perso(o)n(en), althans alleen,
voorwerpen, te weten een geldbedrag van EUR 110.000,-, althans enig
geldbedrag, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en/of heeft omgezet
terwijl hij wist of moest vermoeden dat deze voorwerpen middelijk of
onmiddellijk uit misdrijf afkomstig waren.
art 420bis lid 1 ahf/ond a Wetboek van Strafrecht
Parketnummer 19/993005-11:
hij tezamen en in vereniging met [verdachte 2], althans alleen, op één of meer
tijdstippen in of omstreeks de periode 30 november 2007 tot en met 31 augustus
2010 in de gemeente Midden-Drenthe, in elk geval in Nederland,(telkens) in
strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde
verplichting, te weten krachtens artikel 17 van de Wet Werk en Bijstand,
opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens aan de gemeente
Midden-Drenthe te verstrekken, immers hebbende verdachte en/of [verdachte 2]
(telkens) niet (volledig) aan genoemde instantie gemeld - zakelijk
weergegeven - dat verdachte en/of [verdachte 2] inkomsten dan wel de
beschikking over vermogen heeft/hebben gehad door:
- de verkoop van een aardappelselektiekar aan [betrokkene 2] voor EUR 9.222,50,
welke opbrengst op rekeningnummer 1261.78.763 t.n.v. Lohnbetrieb Agratec
GmbH is ontvangen en over welke rekening verdachte en/of [verdachte 2] (als
enige) de beschikking had(den), en/of
- de verkoop van een aantal landbouwmachines aan de firma Hahebo voor EUR
164.696,00, welke opbrengst op rekeningnummer 1261.78.763 t.n.v. Lohnbetrieb
Agratec GmbH is ontvangen en over welke rekening verdachte en/of [verdachte 2]
(als enige) de beschikking had(den) en/of van welke opbrengst
nadien EUR 110.000,-, althans een deel, is overgeboekt naar een rekening
t.n.v. GMS AGRI, binnen welke onderneming verdachte en/of [verdachte 2] (als
enige) de beschikking had(den) over de bankrekening, en/of
- het laten betalen van een factuur van EUR 6.761,86 door de gemeente Emmen
naar rekeningnummer 1261.78.763 t.n.v. Lohnbetrieb Agratec GmbH en over
welke rekening verdachte en/of [verdachte 2] (als enige) de beschikking
had(den), terwijl deze factuur deels door een andere (failliete) onderneming
van verdachte uitgeschreven had moeten worden, en/of
- het niet melden van deelname in Lohnbetrieb Agratec GmbH en/of GMS AGRI,
althans in één of meer onderneming(en) waarbinnen verdachte en/of [verdachte 2]
als enige feitelijk de zeggenschap had(den) en/of binnen welke
onderneming(en) sprake was van actieve vermogensbestanddelen waarover
verdachte en/of [verdachte 2] de beschikking had(den), en/of
- het verkrijgen/opnemen van (contante) gelden uit/van GMS AGRI, althans één
of meer rechtsperso(o)n(en);
zulks terwijl dit/deze feit(en) kon(den) strekken tot bevoordeling van
zichzelf of een ander, terwijl verdachte wist, althans redelijkerwijs moest
vermoeden dat dat/die gegeven(s) van belang waren voor de vaststelling van
verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, dan wel
voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming;
art 227b Wetboek van Strafrecht
Vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd dat de rechtbank de verdachte ter zake van het onder parketnummer 19/996506-10 onder 1, 2 primair, 3, 4 en 5 en parketnummer 19/993005-11 tenlastegelegde zal veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
Bewijsoverwegingen
Parketnummer 99506-10
Naar het oordeel van de rechtbank staat, gelet op de verklaringen van de getuigen [getuige 1], [getuige 2], [getuige 3] en [getuige 4], vast dat de verdachte als enige de zeggenschap had over het handelen van Lohnbetrieb Agrartec GmbH en dat [getuige 2] als "katvanger" de GmbH op zijn naam heeft gekregen. De in de tenlastelegging opgenomen feitelijke gedragingen zijn derhalve weliswaar voor een (groot) deel uit naam van Lohnbetrieb Agrartec GmbH gedaan, maar in de praktijk door de verdachte uitgevoerd, die daarmee (wellicht naast de rechtspersoon) als feitelijk leidinggever, maar ook als pleger van deze gedragingen kan worden aangemerkt. Op grond van die verklaringen en de zich in het dossier bevindende stukken acht de rechtbank bewezen dat verdachte zich, door gebruik te maken van deze GmbH, op verschillende momenten en manieren op frauduleuze wijze heeft verrijkt.
Zo heeft verdachte als feitelijk leidinggever van Lohnbetrieb Agrartec GmbH een aangifte voor de omzetbelasting over het 2e kwartaal van het jaar 2007 gedaan en daartoe een aan die onderneming gerichte factuur ter ondersteuning bij de belastingdienst ingediend. Uit de zich in het dossier bevindende stukken is de rechtbank gebleken dat deze aan Lohnbetrieb Agrartec GmbH gerichte factuur vals is en dat de op die factuur vermelde omzetbelasting derhalve niet in rekening is gebracht, terwijl er in de aangifte omzetbelasting over het 2e kwartaal wel een
verzoek tot teruggave is gedaan. Het onder feit 1 op de tenlastelegging opgenomen belastingfraude acht de rechtbank dan ook wettig en overtuigend bewezen.
Ook heeft hij, zo blijkt uit de processtukken, onder de noemer van Lohnbetrieb Agrartec GmbH een tractor en een tank verkocht aan Handelsmij HAHEBO, terwijl genoemde landbouwvoertuigen niet in eigendom toebehoorden aan deze GmbH, danwel verdachte, maar aan de leasemaatschappij. Het onder feit 3 vermelde verwijt, verduistering van deze landbouwvoertuigen, acht de rechtbank eveneens wettig en overtuigend bewezen.
Ook heeft hij misbruik gemaakt van het vertrouwen van zijn schoonzoon en dochter, door hen te gebruiken in een constructie om (een groot deel van) de met de verkoop van de landbouwvoertuigen frauduleus verworven gelden, onder gebruikmaking van de bankrekening van Lohnbetrieb Agrartec GmbH, door te sluizen naar een door hem beheerde Duitse bankrekening. De rechtbank acht dan ook wettig en overtuigend bewezen dat verdachte zich heeft schuldig gemaakt aan witwassen, zoals hem dat onder feit 5 op de dagvaarding wordt verweten.
Verdachte heeft naar het oordeel van de rechtbank ook frauduleuze handelingen gepleegd onder de noemer van V.O.F. Zandbergen Agrarisch Uitzendbureau (nader: de VOF), een onderneming die hij samen met zijn echtgenote dreef. De rechtbank acht op grond van de gedingstukken bewezen dat de factuur van de VOF aan XIMA GmbH van 23 mei 2007 en de factuur van Loonbedrijf [naam] BV aan de VOF van 14 mei 2007 vals zijn en dat deze facturen valselijk binnen de geledingen van de VOF opgemaakt zijn. Ook is de suppletieaangifte Omzetbelasting van de VOF bewust onjuist ingevuld, door deze facturen in de aangifte te verwerken en de daaraan gerelateerde voorbelasting terug te vragen.
De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte deze facturen en aangifte zelf heeft opgemaakt en vervalst, althans dat zijn feitelijke betrokkenheid daarbij zo groot is geweest dat hem dat persoonlijk kan worden toegerekend, en zal verdachte derhalve terzake het onder 2 primair tenlastegelegde vrijspreken. Wel kan verdachte worden aangemerkt als feitelijk leidinggever van de verboden gedragingen.
Het onder 2 subsidiair tenlastegelegde acht de rechtbank bewezen, met uitzondering van de post "verschuldigde belasting" ten aanzien van de suppletieaangifte onder b., nu in voornoemde suppletieaangifte in het geheel geen post "verschuldigde belasting" staat vermeld.
Tenslotte heeft verdachte zich naar het oordeel van de rechtbank schuldig gemaakt aan het feitelijk leiding geven aan een door de VOF gepleegde bedrieglijke bankbreuk, zoals dat hem onder feit 4 op de dagvaarding wordt verweten. Uit het dossier blijkt dat de VOF, in staat van faillissement, op initiatief van verdachte machines en geldbedragen aan de failliete boedel heeft onttrokken.
Daarnaast heeft verdachte naar het oordeel van de rechtbank het in de dagvaarding onder nummer 19/993005-11 genoemde feit heeft begaan. Uit het dossier blijkt dat verdachte de in de tenlastelegging vermelde werkzaamheden en inkomsten niet, althans niet volledig, heeft doorgegeven aan de gemeente Midden Drenthe, van welke gemeente hij samen met zijn echtgenote een bijstandsuitkering ontving. Daarmee heeft hij niet voldaan aan de op hem rustende inlichtingenverplichting. De rechtbank acht niet bewezen dat zijn echtgenote wetenschap heeft gehad van die werkzaamheden en/of inkomsten. Dit leidt tot de gevolgtrekking dat niet bewezen kan worden dat sprake is van medeplegen.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het tenlastegelegde heeft begaan, met dien verstande dat:
Parketnummer 19-996506-10:
1.
Lohnbetrieb Agrartec GmbH op 20 juli 2007 te Emmen en Apeldoorn,
een bij de belastingwet voorziene aangifte als bedoeld in de Algemene wet inzake rijksbelastingen, te weten een aangifte voor de omzetbelasting over het tweede kwartaal van het jaar 2007, onjuist heeft gedaan bij de Inspecteur der belastingen en/of de belastingdienst te Emmen, terwijl dit feit er toe strekte dat er te weinig belasting werd geheven,
hebbende die onjuistheid hierin bestaan dat Lohnbetrieb Agrartec GmbH opzettelijk op dat aangiftebiljet een te hoog bedrag aan ontvangen voorbelasting heeft vermeld, aan welke bovenomschreven verboden gedraging verdachte feitelijke leiding heeft gegeven;
2 subsidiair.
[naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. in de periode van 20 juli 2007 tot en met 9 oktober 2007, te Beilen en Emmen, telkens opzettelijk gebruik heeft gemaakt of
gebruik heeft doen maken van hierna te noemen documenten,
a. een factuur aan Xima GmbH en
b. een suppletieaangifte omzetbelasting over het tijdvak juni 2007 ten name
van [naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. en
c. een factuur van Loonbedrijf [naam] B.V. aan [naam] Agrarisch
Uitzendbureau V.O.F. te Beilen d.d. 14 mei 2007,
elk zijnde een geschrift bestemd om tot bewijs van enig feit te dienen, terwijl [naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. wist dat die geschriften bestemd waren voor gebruik als waren zij telkens echt en onvervalst, bestaande dat gebruik maken telkens in het overleggen van voornoemde geschriften aan de belastingdienst en bestaande die valsheid hierin, dat de facturen vermeld onder a en c fictief zijn en in de suppletieaangifte onder b de post 'levering naar landen binnen de EU' onjuist was ingevuld,
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte telkens feitelijke leiding heeft
gegeven;
3.
hij op 31 januari 2008, te Beilen,
- een tractor van het merk NEW HOLLAND AG, model 8970 en
- een tank van het merk Veenhuis,
die toebehoorden aan CHN Capital Benelux, en welke goederen verdachte als huurder en gebruiker onder zich had, zich wederrechterlijk heeft toegeëigend.
4.
[naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F. op tijdstippen in de periode van 1 november 2007 tot en met 18 mei 2010, te Emmen en Beilen, terwijl zij in staat van faillissement is verklaard, ter bedrieglijke verkorting van de rechten van haar schuldeisers,
lasten heeft verdicht en baten niet heeft verantwoord en goederen aan de boedel heeft onttrokken, immers heeft [naam] Agrarisch Uitzendbureau V.O.F.:
- diverse machines verkocht aan HAHEBO B.V. in de periode van 1 januari 2008 tot en met 6 februari 2008 en
- inkomsten uit de uitleen van [betrokkene 1] aan de gemeente Emmen laten betalen op rekening van Agrartec GmbH in de periode van 15 januari 2008 tot en met 28 februari 2008 en
- inkomsten uit de verkoop van een aardappelselectiekar aan [betrokkene 2] laten betalen op rekening van Agrartec GmbH in de periode van 14 november 2007 tot en met 28 januari 2008,
aan welke bovenomschreven verboden gedragingen verdachte telkens feitelijke leiding heeft gegeven;
5.
hij, in de periode van 6 februari 2008 tot en met 9 oktober 2011, te Beilen, voorwerpen, te weten een geldbedrag van EUR 110.000,-, voorhanden heeft gehad, heeft overgedragen en heeft omgezet terwijl hij wist dat deze voorwerpen middellijk of onmiddellijk uit misdrijf afkomstig waren.
Parketnummer 19/993005-11:
hij op tijdstippen in de periode van 30 november 2007 tot en met 31 augustus 2010 in de gemeente Midden-Drenthe, telkens in strijd met een hem bij of krachtens wettelijk voorschrift opgelegde verplichting, te weten krachtens artikel 17 van de Wet Werk en Bijstand, opzettelijk heeft nagelaten tijdig de benodigde gegevens aan de gemeente Midden-Drenthe te verstrekken, immers heeft verdachte telkens niet (volledig) aan genoemde instantie gemeld - zakelijk weergegeven - dat verdachte inkomsten dan wel de beschikking over vermogen heeft gehad door:
- de verkoop van een aardappelselektiekar aan [betrokkene 2] voor EUR 9.222,50, welke opbrengst op rekeningnummer 1261.78.763 t.n.v. Lohnbetrieb Agrartec GmbH is ontvangen en over welke rekening verdachte de beschikking had, en
- de verkoop van een aantal landbouwmachines aan de firma Hahebo voor EUR 164.696,00, welke opbrengst op rekeningnummer 1261.78.763 t.n.v. Lohnbetrieb Agrartec GmbH is ontvangen en over welke rekening verdachte de beschikking had en van welke opbrengst nadien EUR 110.000,-, is overgeboekt naar een rekening t.n.v. GMS agri BV, binnen welke onderneming verdachte de beschikking had over de bankrekening, en
- het laten betalen van een factuur van EUR 6.761,86 door de gemeente Emmen naar rekeningnummer 1261.78.763 t.n.v. Lohnbetrieb Agrartec GmbH en over welke rekening verdachte de beschikking had, terwijl deze factuur deels door een andere (failliete) onderneming van verdachte uitgeschreven had moeten worden, en
- het niet melden van deelname in Lohnbetrieb Agrartec GmbH en/of GMS agri BV, waarbinnen verdachte feitelijk de zeggenschap had en binnen welke ondernemingen sprake was van actieve vermogensbestanddelen waarover verdachte de beschikking had, en
- het verkrijgen/opnemen van (contante) gelden uit/van GMS agri BV,
zulks terwijl deze feiten konden strekken tot bevoordeling van zichzelf, terwijl verdachte wist, dat die gegevens van belang waren voor de vaststelling van verdachtes of eens anders recht op een verstrekking of tegemoetkoming, dan wel voor de hoogte of de duur van die verstrekking of tegemoetkoming;
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal hiervan worden vrijgesproken.
Door een kennelijke vergissing staat in het onder parketnummer 19/996506-10 onder 2 primair en subsidiair tenlastegelegde "een factuur van Zima GmbH" in plaats van "een factuur aan Zima GmbH" en in het onder parketnummer 993005-11 gestelde telkens "Lohnbetrieb Agratec GmbH" in plaats van "Lohnbetrieb Agrartec GmbH" en telkens "GMS AGRI" in plaats van "GMS agri BV". De rechtbank gaat telkens van het laatste uit. De verdachte is daardoor niet in de verdediging geschaad.
De rechtbank heeft daarnaast de overig in de tenlasteleggingen voorkomende schrijffouten hersteld. De verdachte is hierdoor niet in de verdediging geschaad.
Kwalificatie
Hetgeen de rechtbank bewezen heeft verklaard levert het volgende strafbare feit / de volgende strafbare feiten op:
Parketnummer 19/996506-10:
Onder 1:
Feitelijk leiding geven aan opzettelijk een bij de belastingwet voorziene aangifte onjuist doen, terwijl het feit ertoe strekt dat te weinig belasting wordt geheven, begaan door een rechtspersoon.
Onder 2 subsidiair:
Feitelijk leiding geven aan opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift, als bedoeld in artikel 225, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht, als ware het echt en onvervalst, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon.
Onder 3:
Verduistering
Onder 4:
Feitelijk leiding geven aan bedrieglijke bankbreuk, meermalen gepleegd, begaan door een rechtspersoon.
Onder 5:
Witwassen
Parketnummer 19/993005-11:
Opzettelijk in strijd met een hem bij wettelijk voorschrift opgelegde verplichting nalaten de benodigde gegevens te verstrekken, terwijl dit kan strekken tot bevoordeling van zichzelf, en terwijl hij weet dat de verstrekte gegevens van belang zijn voor de vaststelling van zijn recht op een verstrekking of tegemoetkoming.
Motivering straf
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van de verdachte zoals deze naar voren is gekomen uit het onderzoek op de terechtzitting, het uittreksel uit het justitieel documentatieregister waaruit blijkt dat de verdachte niet eerder is veroordeeld ter zake van soortgelijke feiten alsmede de vordering van de officier van justitie.
De verdachte heeft zich gedurende een aantal jaren schuldig gemaakt een scala van frauduleuze handelingen, zoals het ten onrechte terugvragen van omzetbelasting, valsheid in geschrifte, verduistering van goederen en gelden, bedrieglijke bankbreuk en het witwassen van een aanzienlijk geldbedrag.
Ook heeft hij zich gedurende drie jaren schuldig gemaakt aan bijstandsfraude, door bewust informatie achter te houden die van belang kan zijn voor (de hoogte van) de bijstandsuitkering.
Door verdachtes jarenlange handelen heeft hij zich op allerlei manieren op frauduleuze wijze gelden toegeëigend. Hierbij heeft verdachte, door het oprichten van verschillende (buitenlandse) rechtspersonen en daarvan gebruik te maken, bewust een onoverzichtelijk en ondoorzichtig netwerk ingericht om zijn frauduleuze praktijken uit te kunnen voeren en verborgen te kunnen houden. Door zijn handelen heeft verdachte zich vele duizenden euro's kunnen toe-eigenen. Daarmee heeft hij niet alleen de Staat, maar ook particuliere ondernemers gedupeerd. Hij heeft ook niet geschroomd om zijn familieleden (echtgenote, schoonzoon en dochter) bij zijn handelingen te betrekken en hen ongewild te gebruiken voor zijn frauduleuze verrichtingen. De rechtbank rekent de verdachte de feiten daarom zwaar aan.
De rechtbank acht daarom het opleggen van een gevangenisstraf zoals door de officier van justitie is gevorderd passend en geboden.
Toepasselijke wettelijke voorschriften
De rechtbank heeft gelet op de artikelen:
51, 57 lid 1, 225 lid 2, 227b, 321, 341 aanhef, onder a aanhef en sub 1 en 420bis lid 1 aanhef en onder a van het Wetboek van Strafrecht
68 lid 2, aanhef en onder a (oud) en 69 lid 2 (oud) Algemene wet inzake rijksbelastingen
BESLISSING
De rechtbank:
- verklaart het onder parketnummer 19/996506-10 onder 1, 2 subsidiair, 3, 4 en 5 en parketnummer 19/993005-11 tenlastegelegde wettig en overtuigend bewezen zoals hiervoor is aangegeven, te kwalificeren als voormeld;
- verklaart het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart de verdachte voor het bewezenverklaarde strafbaar;
- verklaart het onder parketnummer 19/996506-10 onder 2 primair en onder parketnummer 19/996506-10 en 19/993005-11 meer of anders tenlastegelegde niet bewezen en spreekt verdachte daarvan vrij;
- veroordeelt de verdachte voor het bewezen- en strafbaar verklaarde tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van 18 maanden.
Dit vonnis is aldus gewezen door mrs. H.H.A. Fransen, voorzitter, L.W. Janssen en
J. van Bruggen, rechters, in tegenwoordigheid van A.E. Tuinstra, als griffier en uitgesproken op de openbare terechtzitting van 27 maart 2012.
Mrs. L.W. Janssen en J. van Bruggen zijn buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.
11
4