ECLI:NL:RBASS:2012:BW9876

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
15 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.156122-11
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • A.L.M.J.A. Janssens
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verwijzing van strafzaak naar meervoudige kamer door politierechter

Op 15 juni 2012 vond de openbare terechtzitting plaats voor de politierechter van de Rechtbank Assen in de strafzaak met parketnummer 19-156122-11. De verdachte was niet verschenen, waardoor de politierechter besloot verstek te verlenen en de behandeling van de zaak buiten de aanwezigheid van de verdachte voort te zetten. Tijdens de zitting vorderde de officier van justitie de verwijzing van de zaak naar de meervoudige kamer, omdat de ernst van het feit dit volgens haar rechtvaardigde. De officier van justitie merkte op dat zij geen hogere gevangenisstraf dan één jaar kon requireren, nu de zaak bij de politierechter was aangebracht.

De politierechter overwoog dat op basis van artikel 369 lid 2 van het Wetboek van Strafvordering, in samenhang met artikel 328, de officier van justitie bevoegd was om te vorderen dat de strafzaak door de meervoudige kamer behandeld zou worden. Ondanks de relatieve ouderdom van de zaak en het feit dat het Openbaar Ministerie (OM) de zaak eerder had kunnen aanbrengen, besloot de politierechter de vordering van de officier van justitie toe te wijzen. Hij benadrukte dat het afwijzen van de vordering de vrijheid van het OM om te requireren zou beperken, wat de verhouding tussen het OM en de rechter zou schaden.

Na deze overweging schorste de politierechter het onderzoek voor onbepaalde tijd en stelde hij de stukken in handen van de rechter-commissaris voor het horen van de door de verdediging opgegeven getuigen. Tevens verwees hij de zaak naar de meervoudige kamer van de rechtbank. De politierechter beval de oproeping van de verdachte voor de nadere terechtzitting, met kennisgeving aan de raadsman van de verdachte, en ook de oproeping van benadeelde partijen die op de hoogte wilden worden gehouden van het verloop van de strafzaak. Dit proces-verbaal werd vastgesteld en getekend door de politierechter en de griffier.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19-156122-11
Proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de Politierechter in bovengenoemde rechtbank op vrijdag 15 juni 2012.
Tegenwoordig:
mr. A.L.M.J.A. Janssens, politierechter,
mr. W. Huizing, officier van justitie,
en R.C. Sprong, griffier.
De politierechter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De verdachte, genaamd:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats en -land] op [geboortedatum] 1974,
wonende te [adres],
is niet verschenen.
De politierechter beveelt dat tegen de niet verschenen verdachte verstek wordt verleend en dat de behandeling van de zaak buiten diens aanwezigheid wordt voortgezet.
De politierechter memoreert dat de verdediging van de verdachte en/of één of meer van de medeverdachten, heeft verzocht een aantal getuigen te doen horen.
De officier van justitie vordert vervolgens verwijzing van de zaak naar de meervoudige kamer van deze rechtbank, omdat de ernst van het feit naar haar oordeel daartoe aanleiding geeft en zij, officier van justitie, geen hogere gevangenisstraf mag requireren dan één jaar nu de zaak bij de politierechter is aangebracht.
De politierechter overweegt met betrekking tot de vordering van de officier van justitie als volgt. Op de voet van art. 369 lid 2 Sv, in samenhang met art. 328 Sv dat in art. 367 Sv van overeenkomstige toepassing wordt verklaard op het rechtsgeding voor de politierechter, is de officier van justitie bevoegd te vorderen dat de strafzaak door de meervoudige kamer van de rechtbank zal worden behandeld. Daargelaten de relatieve ouderdom van de onderhavige strafzaak en daargelaten het feit dat het OM deze zaak al eerder dan wel direct had kunnen aanbrengen ter behandeling van de meervoudige kamer, zal de politierechter de vordering toewijzen en de strafzaak verwijzen naar de meervoudige kamer. Een beslissing om de vordering van de officier van justitie af te wijzen zou de vrijheid van het OM om te requireren aan banden leggen, hetgeen de verhouding tussen het OM en de rechter zou miskennen.
De politierechter schorst hierna, gehoord de officier van justitie, het onderzoek voor onbepaalde tijd. Hij stelt de stukken in handen van de rechter-commissaris, belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank, voor het horen van de door de verdediging opgegeven getuigen en zoveel meer te doen als hij in het belang van het onderzoek noodzakelijk acht. De politierechter verwijst de zaak tevens naar de meervoudige kamer van deze rechtbank.
De politierechter beveelt de oproeping van verdachte tegen de dag van de nadere terechtzitting, met kennisgeving daarvan aan de raadsman van verdachte. Tevens beveelt de politierechter de oproeping van de benadeelde partijen die hebben aangegeven op de hoogte te willen worden gehouden van het verloop van de strafzaak.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de politierechter en de griffier is vastgesteld en getekend.