ECLI:NL:RBASS:2012:BX0115

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
29 juni 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
12/266-1
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • Rechter-commissaris
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot bewaring op grond van geringe ernst van het feit

Op 29 juni 2012 heeft de rechter-commissaris van de Rechtbank Assen een vordering tot bewaring afgewezen die was ingediend door de officier van justitie. De vordering was gericht tegen een verdachte, geboren in 1961, die op dat moment in een bepaalde verblijfplaats verbleef. De rechter-commissaris heeft de verdachte gehoord en de feiten en omstandigheden van de zaak in overweging genomen.

De rechter-commissaris concludeerde dat er ernstige bezwaren tegen de verdachte bestonden, zoals bedoeld in artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering. Echter, de rechter-commissaris oordeelde dat niet voldaan was aan de vereisten van artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering voor het verlenen van een bevel tot bewaring. Ondanks dat de verdachte als veelpleger bekend stond, was het feit waarvoor de vordering was ingediend van geringe ernst. De gedragingen van de verdachte waren niet gepleegd om zich te verrijken, maar om zichzelf van hulp en steun te verzekeren.

Gezien deze omstandigheden oordeelde de rechter-commissaris dat de voorlopige hechtenis van de verdachte niet noodzakelijk was. De beslissing werd genomen met inachtneming van de relevante artikelen uit het Wetboek van Strafvordering, namelijk artikel 63 en 79. De uitspraak werd gedaan op 29 juni 2012.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer : 19/830162-12
RC-nummer : 12/266
AFWIJZING VORDERING BEVEL TOT BEWARING
De rechter commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank;
Overweegt:
Gezien de vordering d.d. 29 juni 2012 van de officier van justitie in dit arrondissement, strekkende tot verlenen van een bevel tot bewaring tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1961,
wonende te [adres].
Thans verblijvende [verblijfplaats]
De verdachte is op de vordering gehoord.
Uit de thans bekende feiten en omstandigheden is gebleken dat terzake van de in de vordering omschreven feit ernstige bezwaren als bedoeld in artikel 67 van het Wetboek van Strafvordering tegen verdachte bestaan.
Niet is gebleken dat voldaan is aan de vereisten die artikel 67a lid 3 van het Wetboek van Strafvordering stelt voor het verlenen van het bevel tot bewaring. De rechter-commissaris overweegt daarbij dat, hoewel verdachte als zogeheten ‘veelpleger’ te boek staat en dat zijn documentatie zonder meer aanleiding geeft die kwalificatie te onderbouwen, de gedraging zoals deze op de vordering van de officier van justitie is omschreven, van geringe ernst is en blijkens de verklaring van de verdachte gepleegd is niet zozeer om zich te verrijken, doch om zichzelf van hulp en steun te verzekeren. De rechter-commissaris is van oordeel dat deze omstandigheden onvoldoende redenen vormen de voorlopige hechtenis van verdachte te bevelen, nu deze daarom niet als noodzakelijk kan worden gezien.
Er is mede gelet op art. 63 en 79 Wetboek van Strafvordering.
Beslist als volgt:
Wijst de vordering primair af.
Assen, 29 juni 2012
De rechter commissaris,