De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist en/of blijken uit de in zoverre onweersproken gelaten inhoud van de overgelegde producties.
1. [Y] heeft in 2007 een Iseki tuinbouwtractor (verder: de tractor) gekocht.
2. In 2010 bleek er een eigen gebrek schade aan de tractor te zijn. [Y] heeft de tractor vervolgens ter reparatie bij [X] gebracht.
3. [X] heeft de tractor gerepareerd. Daarbij zijn het differentieelhuis, de lagers in het differentieelhuis en de afdichting in en ten behoeve van de montage van het differentieel huis vervangen. [X] heeft de kosten van de reparatie bij factuur van 7 juli 2010 aan [Y] in rekening gebracht. Op de factuur is vermeld dat de bondatum 19 juni 2010 is.
4. Op donderdag 30 september 2010 constateerde [Y] dat sprake was van olielekkage. Daarover is contact met [X] geweest.
5. Tijdens het uitvoeren van werkzaamheden met de tractor op 11 oktober 2010 scheurde het eerder vervangen differentieelhuis en het differentieel bovendeksel van de tractor. De tractor is vervolgens naar [X] gebracht.
6. Op 12 en 20 oktober 2010 heeft[Z]er [Z] (verder: [Z]), werkzaam bij Achmea, in opdracht van de verzekeraar van [Y], een onderzoek verricht naar de schadeoorzaak. Bij email van 9 december 2010 heeft hij onder meer het volgende gemeld:
"Onderdeel van het onderzoek was het vaststellen van de huidige schadeoorzaak. Hierbij is ook de oorzakelijke relatie tot de gebruisomstandigheden ten opzichte van de constructieve samenstelling onderzocht. Er werd vastgesteld dat er geen constructief falen en/of bovenmatige gebruiksomstandigheden ten grondslag hebben gelegen aan de schade.
Het in aluminium legering geconstrueerde differentieelhuis en bovendeksel vertoond aan beide zijden een breuk. Het bovendeksel is met meerdere bouten rondom op het onderliggende differentieelhuis gemonteerd. Vanuit twee centraal in het midden liggende boutposities van de genoemde delen is een inleidende en finale restbreuk ontstaan. De breukpositie wordt door beide partijen herkend als het eerder aangegeven en gecontroleerde olielekkagepositie. De breuk is ontstaan door spanning vanuit de boutpositie er is een vorm van splijting van de aluminiumlegering opgetreden."
7. [Y] heeft [X] bij brief van 18 november 2010, alsmede emails van 6 december 2010 en 5 januari 2011 aansprakelijk gesteld voor de geleden schade en gesommeerd tot reparatie.
8. [X] heeft de aansprakelijkheid ontkend en gesteld dat niet zeker is waardoor de schade is ontstaan. Voorts heeft hij -onder meer- bij email van 22 november 2010, 5 en 7 januari 2011 kenbaar gemaakt de oorzaak nog nader te willen onderzoeken, alsmede bereid te zijn tot herstel, echter zolang onduidelijk is over de aansprakelijkheid op kosten van [Y]. In de email van 7 januari 2011 heeft [X] tevens gemeld dat:
- [Y] de aansprakelijkheid slechts baseert op een aanname van [Z],
- [Y] niet bereid is om in te stemmen met inschakeling van een derde deskundige om de schade nogmaals te laten onderzoeken en beoordelen, alsmede
- de verzekeraar van zijn garagepolis expertisebureau [A] heeft ingeschakeld en dat de hoofdexpert van dat buro er door de kerst nog niet in is geslaagd om een uitgebreid onderzoek in te stellen.
9. Bij email van 14 januari 2011 heeft een expert van [A] vragen aan [Y] voorgelegd en tevens gemeld dat zij de schade aan de tractor hebben opgenomen.
10. In reactie daarop heeft [Y] bij email van 20 januari 2011 onder meer het volgende gemeld:
"Uw vraagstelling berust dan ook niet op wat u aangeeft, de vraagstelling berust op aanvullend onderzoek naar aanleiding van een door [X] … ingehuurde expert van een externe verzekeraar.
Dat u de schade in behandeling heeft gekregen via de verzekeraar van [X] … is mij al geruime tijd bekend. Ik ben ook al enige tijd op de hoogte van de conclusie van uw expert, de heer [B], en dat deze zijn conclusie deelt en heeft gedeeld met de expert namens mijn verzekeraar ... de heer [Z]. Ik heb begrepen dat [X] … in eerste instantie bereid was om naar aanleiding van de gelijkende resultaten van de experts aansprakelijkheid te erkennen. Enkele dagen later en na uitleg van de polisvoorwaarden door .. [B] heeft [X] .. echter .. om een andere expert gevraagd. Het voorstel van [X] .. van [Z].. om op basis van ongelijk de materialen op inleiding van breuk te onderzoeken zijn om onduidelijke reden niet overgenomen."
11. Bij email van 31 januari 2011 heeft de heer [C] van [A] aan [Z] voorgesteld om aan een breukvlak onderzoek te laten verrichten. Verzocht is kenbaar te maken of [Z] zich daarin kan vinden, alsmede of deze zich zal conformeren aan de uitkomst van het onderzoek. [Z] heeft per email van 1 februari 2011 aangegeven onder een aantal voorwaarden daarmee in te kunnen stemmen.
12. [A] heeft per email van 8 februari 2011 aan [Z] gemeld dat het onderzoek is verricht. Daarbij is als conclusie vermeld dat de schade aan de tractor is ontstaan door het gebruik van vloeibaar afdichtmiddel tijdens de montage van het achterbrughuis. Tevens zijn foto's bijgevoegd.
13. Bij brief van 9 maart 2011 heeft [Y] [X] de gelegenheid gegeven de tractor onder een aantal nadere voorwaarden te repareren en tevens aansprakelijk gesteld voor de geleden schade indien reparatie uitblijft.
14. [X] heeft de tractor niet binnen de in de brief vermelde termijn gerepareerd. [X] is echter nadien alsnog tot reparatie overgegaan. De kosten daarvan ad € 5.879,97 heeft hij bij factuur van 22 juli 2001 aan [X] in rekening gebracht. [Y] heeft de tractor op 13 mei 2011 bij [X] weggehaald.
15. Bij inleidende dagvaarding van 12 juli 2011 heeft [Y] betaling gevorderd van gestelde, door haar geleden vertragingsschade, met rente en kosten.
16. Bij verstekvonnis van 2 augustus 2011 is [X] veroordeeld tot betaling van € 8.892,60 aan vertragingsschade, vermeerderd met rente, alsmede € 2.027,82 wegens gemaakte kosten en van de proceskosten ad € 100,00 aan dagvaardingskosten, € 202,00 griffiegeld en € 250,00 salaris gemachtigde.
17. Op 5 december 2011 heeft [D] aan Aegon Schadeverzekering NV verbonden (verder: [D]), een rapport uitgebracht naar aanleiding van het door hem in opdracht van [X] uitgevoerd onderzoek naar de toedracht. Daarbij zijn foto's overgelegd en is onder meer vermeld dat:
- hij in november 2010 een bezoek heeft gebracht aan [X] en de tractor in gedemonteerde toestand heeft bekeken;
- hij vervolgens contact heeft opgenomen met [B] van [A] en begreep dat deze de breukvlakken niet had onderzocht en ook geen toedracht onderzoek had uitgevoerd;
- hij vervolgens contact heeft opgenomen met [C] van [A] en afgesproken is dat de tractor gezamenlijk zou worden onderzocht, hetgeen op 11 januari 2011, mede in aanwezigheid van [B], is gebeurd, alsmede dat daarbij onder meer werd geconstateerd dat:
* de bovendeksel van de achterbrug was uitgescheurd vanaf links midden tot halverwege de deksel;
* de linkerzijde van de achterbrug vanuit een boutgat verticaal was gescheurd en dat tevens een deel was uitgebroken;
* de rechterzijde van de achterbrug vanaf het midden een verticale scheur vertoonde;
* duidelijk zichtbaar was dat de boutgaten aan de linkerzijde van de achterbrug ovaal waren vervormd;
* de scheur in het bovendeksel in een V-vorm stond en dat aan de breukvlakken duidelijk waarneembaar was dat er sprake was van een geweldsbreuk;
* is geconstateerd dat er vloeibare pakking aanwezig was in een van de boorgaten;
* er grote banden waren gemonteerd die regelmatig tegen de spatborden hadden geschuurd;
* de lengte van het boorgat inclusief gemonteerd bovendeksel 41 mm bedroeg, de gemonteerde bout een lengte had van 27 mm en de aangetroffen prop vloeibare, flexibele pakking 10 mm lang was.
- vervolgens afspraken zijn gemaakt over nader te verrichten onderzoek aan de tractor en over de toedracht;
- tegen de afspraken in een mail met nadere vragen naar [Y] is verzonden en er geen fysiek onderzoek heeft plaatsgevonden;
- naar aanleiding van het door [A] uitgevoerde onderzoek op de breukvakken aanvullende vragen aan [A] zijn gesteld;
- de conclusie van [D] luidt dat op geen enkele wijze is aangetoond dat de schade aan de tractor een gevolg is van een niet goed uitgevoerde reparatie aan het differentieelhuis. Wel is vast komen te staan dat de schade nadien is ontstaan ten gevolge van behoorlijke krachten die zijn uitgeoefend op het bovendeksel en het differentieelhuis.