ECLI:NL:RBASS:2012:BX3003
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Subrogatie en vorderingsrecht van verzekeraars in geval van familierelatie
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Assen op 12 juni 2012 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee verzekeraars, Achmea Schadeverzekeringen N.V. (Interpolis) en Univé Schade N.V. De kern van het geschil betreft de vraag of Interpolis, als gevolg van subrogatie, een eigen vordering kan instellen tegen Univé, de WAM-verzekeraar van de schadeveroorzaker, in het geval er een familierelatie bestaat tussen de benadeelde en de schadeveroorzaker. De feiten van de zaak zijn als volgt: op 27 augustus 2010 heeft [X], de vader van [Y], schade veroorzaakt aan de schuurdeur van [Y] met zijn auto. Interpolis heeft de schade aan [Y] vergoed, maar vordert nu het bedrag terug van Univé, die de WAM-verzekering van [X] beheert. Univé heeft echter geweigerd om het bedrag te vergoeden, met een beroep op artikel 7:962, lid 3, BW, dat subrogatie uitsluit in gevallen van familierelaties.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat Interpolis geen vordering kan instellen tegen Univé, omdat de familierelatie tussen [X] en [Y] een belemmering vormt voor subrogatie. De rechter heeft benadrukt dat de wetgever heeft beoogd om te voorkomen dat verzekeraars als gevolg van subrogatie inbreuk maken op duurzame familiebanden. De kantonrechter heeft de vordering van Interpolis afgewezen en bepaald dat zij de proceskosten van Univé moet vergoeden. Deze uitspraak benadrukt de beperkingen van subrogatie in situaties waar sprake is van een familierelatie, en bevestigt dat de rechten van de benadeelde in dergelijke gevallen niet door de verzekeraar kunnen worden uitgeoefend tegen de WAM-verzekeraar van de schadeveroorzaker.