ECLI:NL:RBASS:2012:BX8722
Rechtbank Assen
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vordering en veroordeling tot proceskostenvergoeding in geschil tussen Essent Retail Energie B.V. en gedaagde
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Assen op 7 augustus 2012, heeft de eiser, Essent Retail Energie B.V., een vordering ingesteld tegen de gedaagde partij, die in persoon verder procedeerde nadat zijn gemachtigde zich had onttrokken. De vordering betrof een bedrag van € 2.326,58, vermeerderd met wettelijke rente en proceskosten. Essent stelde dat de gedaagde verantwoordelijk was voor het aan hem in rekening gebrachte verbruik, maar de gedaagde betwistte dit en voerde aan dat hij niet verantwoordelijk was voor de gehanteerde beginstanden.
De kantonrechter heeft de vordering van Essent afgewezen, waarbij werd overwogen dat Essent haar vordering niet deugdelijk had gemotiveerd en dat zij de gedaagde onterecht op kosten had gejaagd. De kantonrechter oordeelde dat de kosten van de gedaagde, die door zijn gemachtigde waren gemaakt, niet volledig door Essent vergoed dienden te worden. De rechter heeft vastgesteld dat de gedaagde recht had op een vergoeding van € 500,00 voor de gemaakte proceskosten, in plaats van het door de gedaagde gevorderde bedrag van € 1.511,30.
De beslissing van de kantonrechter was gebaseerd op de overweging dat de gedaagde voorafgaand aan de procedure had geprobeerd Essent te overtuigen van een vergissing in de berekening van het verbruik, maar dat Essent hierop niet adequaat had gereageerd. De kantonrechter concludeerde dat de vordering van Essent niet kon worden gehandhaafd en dat de gemaakte kosten van de gedaagde redelijkerwijs moesten worden vergoed, zij het in beperkte mate. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige procesvoering en de noodzaak voor partijen om hun kosten in het oog te houden.