ECLI:NL:RBASS:2012:BX8806

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
28 september 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19/10015-12
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf wegens niet-naleving van voorwaarden

Op 28 september 2012 heeft de Rechtbank Assen, sector strafrecht, een uitspraak gedaan in een zaak betreffende de voorlopige tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van 538 dagen. Deze straf was eerder opgelegd door de politierechter op 3 juli 2012. De rechter-commissaris heeft in deze zaak de voorlopige tenuitvoerlegging bevolen, ondanks dat de rechtbank in haar vonnis niet had bepaald dat de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar waren. De rechter-commissaris oordeelde dat er ernstige redenen waren om te vermoeden dat de veroordeelde zich niet aan de gestelde voorwaarden hield. Dit vermoeden was gebaseerd op een rapport van de Verslavingszorg Noord Nederland (VNN) van 16 juli 2012, waarin werd aangegeven dat de veroordeelde niet had voldaan aan de voorwaarde van opname en behandeling in een verslavingskliniek.

De veroordeelde had na zijn veroordeling aangegeven gemotiveerd te zijn om een behandeling te ondergaan, maar had zich niet gehouden aan de voorwaarden die door de rechtbank waren opgelegd. De rechter-commissaris nam in zijn overwegingen mee dat de veroordeelde niet in hoger beroep was gegaan tegen zijn veroordeling en dat hij zich niet had gehouden aan de afspraken die hij had gemaakt met de begeleiding van de verslavingszorg. De rechter-commissaris concludeerde dat er voldoende redenen waren om aan te nemen dat de veroordeelde zich niet aan de voorwaarden zou houden, wat leidde tot de beslissing om de voorlopige tenuitvoerlegging van de gevangenisstraf te bevelen.

De rechter-commissaris heeft de VNN opgedragen om te onderzoeken op welke termijn en in welke kliniek de veroordeelde kan worden opgenomen voor behandeling van zijn verslaving. Deze beslissing werd genomen om te waarborgen dat de veroordeelde alsnog de nodige behandeling zou ondergaan en om het recidivegevaar te beperken. De uitspraak van de rechter-commissaris werd op 28 september 2012 gedaan en is een belangrijke stap in de uitvoering van de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer : 19/810015-12
RC-nummer : 12/9
BEVEL VOORLOPIGE TENUITVOERLEGGING
De rechter commissaris belast met de behandeling van strafzaken in deze rechtbank;
Overweegt:
Gezien de vordering van de officier van justitie in dit arrondissement van 28 september 2012, strekkende tot het verlenen van een bevel tot voorlopige tenuitvoerlegging van een door de politierechter 3 juli 2012 opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van 538 dagen jegens:
Naam : [verdachte],
Voornamen : [voornamen verdachte]
geboren op : [geboortedatum] 1985 te [geboorteplaats]
adres : [adres verdachte]
Gehoord de veroordeelde, bijgestaan door zijn raadsman mr. Knottenbelt.
Bij onherroepelijk vonnis van 3 juli 2012 is veroordeelde door de rechtbank Assen veroordeeld tot onder meer 538 dagen voorwaardelijke gevangenisstraf. Naast de algemene voorwaarde, heeft de rechtbank een aantal bijzondere voorwaarden opgelegd. Deze zijn dat de veroordeelde zich dient te melden bij de Verslavingszorg Noord Nederland teneinde de toen beoogde opname in het IMC op 6 juli 2012 voor te bereiden. Ook is de voorwaarde gesteld dat veroordeelde in het IMC moet meewerken aan een opname en aan behandeling.
Op grond van het rapport van de VNN van 16 juli 2012 is het OM van oordeel dat er ernstige redenen bestaan voor het vermoeden dat enige gestelde voorwaarde niet wordt nageleefd. Daarom heeft het OM op 19 juli 2012 bevolen veroordeelde aan te houden. Blijkens het proces-verbaal van aanhouding van 28 september 2012 is veroordeelde op 28 september 2012 om 04.03 uur aangehouden. Omdat het OM de aanhouding van de veroordeelde noodzakelijk blijft vinden, heeft het onverwijld, te weten op 28 september 2012, een vordering ingediend bij de rechter-commissaris.
De raadsman heeft gedurende de behandeling van de vordering voorlopige tenuitvoerlegging aangevoerd dat de Rechtbank Assen in haar vonnis van 3 juli 2012 niet heeft bepaald dat de voorwaarden dadelijk uitvoerbaar zijn en dat dit verzuim tot afwijzing van de vordering dient te leiden. De rechter-commissaris verwerpt dit verweer. Hoewel vastgesteld moet worden dat de rechtbank Assen in bedoeld vonnis niet de clausule als bedoeld in art. 14e lid 1 Sr heeft opgenomen, leidt dit in het onderhavige niet tot een afwijzing van de vordering. De rechter-commissaris heeft vastgesteld dat veroordeelde heeft ingestemd met de opname in het IMC op 6 juli 2012 en toen de intentie hiertoe ook heeft uitgedragen met de behandeling te willen beginnen. Uit het vonnis van 3 juli 2012, ter zake waarvan geen hoger beroep is ingesteld door veroordeelde, blijkt dat veroordeelde zich tijdens de behandeling van de strafzaak gemotiveerd daarvoor heeft opgesteld. De rechter-commissaris houdt het er derhalve voor dat veroordeelde wetens en willens vrijwillig aan de tenuitvoerlegging van de voorwaarden is begonnen.
Met betrekking tot de vordering van de officier van justitie overweegt de rechter-commissaris het volgende. De officier van justitie heeft op 28 september 2012 de hiervoor genoemde vordering ingediend omdat de officier van justitie van oordeel is dat er ernstige reden bestaan voor het vermoeden dat veroordeelde enig gestelde voorwaarde niet heeft nageleefd, te weten: het verblijven in en het zich laten behandelen door het IMC.
Uit het dossier, in het bijzonder uit het daaraan gevoegde rapport van de VNN, en uit het verhandelde ter zitting leidt de rechter-commissaris af dat veroordeelde zich niet heeft gehouden aan de voorwaarde van opname, verblijf en behandeling in het IMC. Hoewel veroordeelde op 10 juli 2012 in het kader van het toezicht de standaard gedragsregels en de toezichtovereenkomst heeft ondertekend, is hij twee dagen daarna tegen het advies van de begeleiding in, weggegaan. Ondanks het feit dat hem is voorgehouden wat de gevolgen van vroegtijdig vertrek uit het IMC zouden zijn, heeft veroordeelde de opname beëindigd. Daarna is niets meer van veroordeelde gehoord. Uit het rapport van 18 mei 2012, dat ten behoeve van de rechtbank Assen is opgesteld teneinde het bij de behandeling van de strafzaak te betrekken, volgt dat het recidivegevaar als groot wordt ingeschat, doordat veroordeelde een aantal leefgebieden niet op orde heeft. Onder meer wordt gewezen op het middelengebruik van veroordeelde. De rechter-commissaris is van oordeel dat er ernstige redenen bestaan te vermoeden dat veroordeelde zich niet aan de bijzondere voorwaarden heeft gehouden en zal gaan houden indien de voorlopige tenuitvoerlegging niet zal worden bevolen. Daarmee is dan ook aan de voorwaarde om tot een voorlopige tenuitvoerlegging van de niet ten uitvoer gelegde vrijheidsstraf op de voet van art. 14fa lid 5 Sr over te gaan, voldaan. Deze zal dan ook worden bevolen.
De rechter-commissaris beslist als volgt:
beveelt de voorlopige tenuitvoerlegging van de door de rechtbank opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf. De rechter-commissaris draagt de VNN op om ten behoeve van de behandeling van de definitieve tenuitvoerlegging te onderzoeken of, en zo ja: op welke termijn en in welke kliniek, veroordeelde bij wijze van eventueel te wijzigen bijzondere voorwaarde ter behandeling van zijn verslaving kan worden opgenomen.
Assen, 28 september 2012
(mr. A.L.J.M.A. Janssens)
De officier van justitie gelast de tenuitvoerlegging van aangehecht bevel en brengt deze ter kennis van verdachte.
Assen, 28 september 2012
De officier van justitie,