ECLI:NL:RBASS:2012:BY3531

Rechtbank Assen

Datum uitspraak
13 november 2012
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
19.700421-11 (tul)
Instantie
Rechtbank Assen
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tenuitvoerlegging van voorwaardelijke gevangenisstraf na niet-naleving van bijzondere voorwaarden

In deze zaak heeft de Rechtbank Assen op 13 november 2012 uitspraak gedaan over de tenuitvoerlegging van een voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden, opgelegd aan de veroordeelde in een eerder vonnis van 3 januari 2012. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde de bijzondere voorwaarden, die onder andere inhielden dat hij zich diende te houden aan de aanwijzingen van de reclassering, niet had nageleefd. De veroordeelde had zich niet gehouden aan afspraken met de jeugdreclassering en was niet verschenen op meerdere afspraken. Dit leidde tot zorgen over zijn thuissituatie en gedrag, waaronder huiselijk geweld. De rechtbank concludeerde dat er geen vertrouwen was dat de veroordeelde zich in de toekomst aan de voorwaarden zou kunnen houden, en wees de vordering tot gedeeltelijke tenuitvoerlegging af. De rechtbank gelastte de volledige tenuitvoerlegging van de voorwaardelijke gevangenisstraf.

Uitspraak

RECHTBANK ASSEN
Sector strafrecht
Parketnummer: 19.700421-11 (vordering TUL)
Beslissing na voorwaardelijke veroordeling van de meervoudige strafkamer d.d. 13 november 2012 in de zaak van het openbaar ministerie tegen:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
wonende te [woonplaats],
thans verblijvende te [detentieadres],
veroordeelde.
1. Gang van zaken.
1.1. De officier van justitie heeft op 3 oktober 2012 een vordering ingediend en daarbij gevorderd dat de rechtbank de tenuitvoerlegging zal gelasten van 5 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf, die deze rechtbank bij vonnis van 3 januari 2012 aan veroordeelde heeft opgelegd.
1.2. De rechtbank heeft kennis genomen van de stukken.
1.3. Het onderzoek ter terechtzitting met gesloten deuren heeft plaats gehad op 30 oktober 2012 alwaar zijn gehoord:
- de veroordeelde bijgestaan door zijn raadsman mr. B.W.M. Toemen, advocaat te Boxtel,
- [M], reclasseringsmedewerker bij het Leger des Heils,
- de officier van justitie, mr. M. Kappeyne van de Coppello.
2. Motivering.
2.1. De rechtbank heeft in voormeld vonnis als bijzondere voorwaarde gesteld -kort gezegd- dat veroordeelde zich dient te houden aan de aanwijzingen van de reclassering, hetgeen onder meer inhoudt dat hij deelneemt aan het traject ITB harde kern van de jeugdreclassering voor een termijn van 6 maanden en dat hij zich (vervolgens) gedurende een periode van maximaal een jaar zal onderwerpen aan elektronisch toezicht zulks met inachtneming van hetgeen in het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 13 december 2011 is geadviseerd en zoals nader overeen te komen in overleg met de jeugdreclassering.
Uit de rapportage negatieve terugmelding van de jeugdreclassering (opgemaakt door [S], werkzaam bij het Leger des Heils ) van 3 oktober 2012 en het rapport van de Raad voor de Kinderbescherming d.d. 25 oktober 2012 komt het volgende naar voren. Veroordeelde heeft zich gedurende een half jaar gehouden aan de voorschriften van de jeugdreclassering, waarop het traject ITB harde kern is afgesloten. Vervolgens is het traject overgedragen naar de jeugdreclassering van het Leger des Heils. Op de eerste afspraak (overdracht met BJZ d.d. 13 augustus 2012) is veroordeelde niet verschenen. Op de volgende afspraak d.d. 24 augustus 2012 is veroordeelde wederom niet verschenen. Uit telefonisch contact met de moeder van veroordeelde bleek dat de situatie thuis onwenselijk was, dat veroordeelde brutaal was en zijn eigen gang ging. Voorts blijkt uit het rapport dat veroordeelde zich niet houdt aan (verlof) afspraken, dat veroordeelde te laat thuis komt, dat hij heeft verzuimd om naar school te gaan en dat hij zich, toen hij hierop (telefonisch) werd aangesproken, bedreigend heeft uitgelaten jegens de jeugdreclasseerder. Nadat veroordeelde een gele kaart had gekregen van de jeugdreclassering, waarbij hem uitdrukkelijk is medegedeeld dat er geen nieuwe strafbare feiten mochten worden gepleegd, is veroordeelde op 1 oktober 2012 in verzekering gesteld in verband met huiselijk geweld.
De jeugdreclassering is van mening dat de kans op recidive hoog is. Er zijn zorgen omtrent de thuissituatie, agressie en mogelijk drugsgebruik. De jeugdreclassering concludeert dat het traject onvoldoende effect heeft gehad op het gedrag en welbevinden van veroordeelde en zijn moeder en acht het voortzetten van de maatregel niet haalbaar.
2.2. De officier van justitie heeft ter zitting zijn vordering aangepast in die zin dat hij de rechtbank thans vraagt om een gedeeltelijke tenuitvoerlegging van 3 maanden gevangenisstraf en de resterende 2 maanden voorwaardelijke gevangenisstraf te handhaven met dien verstande dat de bijzondere voorwaarde van toezicht door de jeugdreclassering wordt gewijzigd in toezicht door Reclassering Nederland. Een en ander met aftrek van de tijd die veroordeelde krachtens het bevel voorlopige tenuitvoerlegging van de rechter-commissaris inmiddels heeft uitgezeten.
2.3. De veroordeelde heeft op de zitting, kort weergegeven, verklaard dat het klopt dat hij zich niet aan afspraken heeft gehouden. Hij geeft aan dat hij tijdens het ITB harde kern traject bepaalde vrijheden had die de jeugdreclassering weer heeft ingeperkt. Veroordeelde geeft aan dat hij dat erg vervelend vond. Hij doet zijn best maar als hij één foutje maakt, wordt dat opgeblazen en kan hij niets meer goed doen.
De raadsman geeft aan dat veroordeelde gelet op de problematische thuissituatie in elk geval niet meer terug naar huis kan. Dat betekent dat er een andere woonplek voor hem gezocht moet worden. Veroordeelde heeft daar hulp en begeleiding bij nodig.
2.4. Op grond van het hiervoor overwogene¬ komt de rechtbank tot het oordeel dat veroordeelde de bij voormeld vonnis opgelegde bijzondere voorwaarden niet heeft nageleefd. Hij heeft zich niet gehouden aan de aanwijzingen van de reclassering. De vordering tenuitvoerlegging van de voorwaardelijk opgelegde gevangenisstraf van 5 maanden kunnen op grond hiervan worden toegewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding voor een gedeeltelijke tenuitvoerlegging, met name niet omdat zij er geen vertrouwen in heeft dat veroordeelde zich in de toekomst wel aan de voorwaarden zal (kunnen) houden.
3. Beslissing
De rechtbank gelast de tenuitvoerlegging van de bij vonnis van 3 januari 2012 door deze rechtbank opgelegde voorwaardelijke gevangenisstraf van vijf maanden.
Aldus gegeven door mr. O.J. Bosker, voorzitter en mrs. M.C. Fuhler en H. de Wit, rechters, in tegenwoordigheid van mr. A.D. Vermeer, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van de rechtbank op 13 november 2012.