ECLI:NL:RBBRE:2000:AA8228
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J. Janssen
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep inzake het vervallen voorkeursrecht op een perceel
In deze zaak heeft eiser beroep ingesteld tegen een besluit van de gemeente Tilburg, waarbij een voorkeursrecht op zijn perceel is vervallen. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 14 augustus 2000, waarbij eiser in persoon aanwezig was en verweerder vertegenwoordigd werd door gemachtigden. De achtergrond van de zaak betreft een besluit van de gemeenteraad dat op 12 april 1999 een voorkeursrecht vestigde op een gedeelte van het perceel van eiser, gelegen in de ecologische zone. Eiser heeft bezwaar gemaakt tegen dit besluit, maar verweerder heeft dit bezwaar ongegrond verklaard.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het voorkeursrecht op 3 juli 2000 opnieuw is vastgesteld, maar dat eiser geen belang meer heeft bij de beoordeling van het oorspronkelijke besluit, omdat het voorkeursrecht inmiddels is vervallen. De rechtbank overweegt dat, volgens de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg), de gemeenteraad de aanwijzing kan laten vervallen als deze niet meer voldoet aan de gestelde eisen. Eiser heeft ter zitting verklaard dat hij geen schade heeft geleden door het vervallen van het voorkeursrecht en dat hij in de periode dat het voorkeursrecht gold, niet tot verkoop van het perceel is overgegaan.
De rechtbank concludeert dat er geen geschil meer bestaat over het bestreden besluit, en dat eiser niet-ontvankelijk moet worden verklaard in zijn beroep. De rechtbank wijst erop dat de bestuursrechter alleen kan oordelen over geschillen die nog bestaan. Aangezien eiser geen belang meer heeft bij de beoordeling van het vervallen voorkeursrecht, behoeft het bestreden besluit geen verdere bespreking. De uitspraak is gedaan door mr. Janssen, met mr. Korten als griffier, op 22 september 2000. Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.