ECLI:NL:RBBRE:2000:AA9005
Rechtbank Breda
- Kort geding
- G.J.E. Poerink
- D.G.E.C.-Th. Schütz
- Rechtspraak.nl
Verbod op beroepsmatig paardrijles geven door De Smulhoeve B.V.
In deze zaak, die zich afspeelt in het kort geding tussen De Smulhoeve B.V. en Paardensportcentrum Manege Pullens B.V., is de kern van het geschil of De Smulhoeve het verbod, opgelegd in een eerder vonnis van 31 maart 2000, heeft overtreden door beroepsmatig paardrijlessen te geven. Pullens stelt dat De Smulhoeve dit verbod heeft overtreden, terwijl De Smulhoeve ontkent dit te hebben gedaan. De president van de rechtbank heeft op 24 november 2000 uitspraak gedaan in deze zaak.
De Smulhoeve, gevestigd te Kaatsheuvel, had eerder een verbod gekregen om beroepsmatig paardrijlessen te geven. Pullens, die zich op het standpunt stelt dat De Smulhoeve dit verbod heeft overtreden, heeft bewijsstukken overgelegd, waaronder video-opnamen en verklaringen van betrokkenen. De Smulhoeve heeft echter betoogd dat de activiteiten die plaatsvinden in de buitenbak van hun locatie, geen beroepsmatige lessen zijn, maar hobbyactiviteiten van pensiongasten.
De president heeft geconcludeerd dat Pullens niet heeft aangetoond dat De Smulhoeve het verbod heeft overtreden. De video-opnamen en verklaringen van de pensiongasten ondersteunen de stelling van De Smulhoeve dat de activiteiten niet beroepsmatig zijn. Daarom heeft de president de vordering van Pullens afgewezen en De Smulhoeve in het gelijk gesteld.
De kosten van het geding zijn toegewezen aan De Smulhoeve, waarbij Pullens is veroordeeld tot betaling van de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting, waarbij de president en de waarnemend griffier aanwezig waren.