ECLI:NL:RBBRE:2002:AD9165
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J. van der Meer
- P. de Vries
- Y. de Jong
- Rechtspraak.nl
Vonnis van de Rechtbank Breda inzake drugshandel en wapenbezit
Op 4 februari 2002 heeft de Rechtbank Breda een vonnis gewezen in de zaak tegen de verdachte, die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder drugshandel en wapenbezit. De rechtbank heeft de gedingstukken bekeken en de zaak ter terechtzitting onderzocht. De officier van justitie heeft zijn vordering gepresenteerd, waarop de verdachte en zijn raadsman verweer hebben gevoerd. De rechtbank oordeelde dat de dagvaarding gedeeltelijk nietig was, maar dat de tenlastelegging voldoende duidelijkheid bood voor de verdachte om zich te verdedigen. De rechtbank heeft de inzet van infiltranten als getuigen beoordeeld en geconcludeerd dat er geen schending van de procesorde was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het medeplegen van opzettelijk handelen in strijd met de Opiumwet en het bezit van wapens. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twaalf jaar, waarbij de tijd in voorlopige hechtenis in mindering wordt gebracht. De rechtbank heeft ook bepaald dat bepaalde in beslag genomen voorwerpen aan het verkeer worden onttrokken. Dit vonnis is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 4 februari 2002.