RECHTBANK VAN HET ARRONDISSEMENT BREDA
Parketnummer(s): 4410/97 en 2132/01
1 Partijen. Onderzoek van de zaak.
In de ter terechtzitting overeenkomstig artikel 285 van het wetboek van strafvordering gevoegde zaken onder voormelde parketnummers van de officier van justitie in het arrondissement Breda tegen:
[verdachte], geboren op [geboortedatum en plaats],
wonende te [adres],
thans gedetineerd in de P.I. te Dordrecht,
heeft de vierde kamer van deze rechtbank het volgende vonnis gewezen.
De rechtbank heeft de gedingstukken gezien en de zaak onderzocht ter terechtzitting. Zij heeft de vordering van de officier van justitie gehoord en het verweer dat naar voren is gebracht door de verdachte en de raadsman.
De tenlastelegging is gewijzigd overeenkomstig de artikelen 314a en 313 van het wetboek van strafvordering.
Verdachte staat, met inachtneming hiervan, terecht ter zake dat (hierna volgt een opgave van de tenlastegelegde feiten)
10 De strafbaarheid van verdachte.
Verdachte is strafbaar voor hetgeen te zijnen laste bewezen is verklaard, nu niet is gebleken van enige omstandigheid die zijn strafbaarheid zou opheffen.
11 De straffen en maatregelen.
11. 1 De algemene overwegingen omtrent de straf.
Op grond van de aard van het bewezene alsmede op grond van de omstandigheden waaronder dit is gepleegd en de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken, is de rechtbank van oordeel dat aan verdachte de straf behoort te worden opgelegd, die zij hierna zal bepalen.
11.2 De bijzondere overwegingen omtrent de straf.
Verdachte is als medepleger betrokken geweest bij de uitvoer van een grote hoeveelheid XTC pillen, bij de invoer van grote partijen hasjiesj en een aantal pogingen daartoe, bij heling van grote partijen dure merkhorloges en sieraden die van gewapende overvallen in Frankrijk afkomstig waren, en bij oplichting van een Franse Rolls Royce dealer in Parijs waarbij die dealer een Rolls Royce afhandig werd gemaakt. Ook heeft verdachte geprobeerd om sassafrasolie te verkrijgen, een product dat gebruikt kan worden bij de vervaardiging van PMK, een sleutelgrondstof voor de productie van synthetische drugs. Daarnaast is verdachte als medepleger betrokken geweest bij een gewapende overval op [slach[slachtoffer]. Tijdens die gewapende overval werd een grote hoeveelheid hasjiesj weggenomen die eigendom was van [slachtoffer]. De overval werd gepleegd in de loods van [slachtoffer]. Hij werd in die loods bedreigd met één of meer vuurwapen(s) of één of meer op een vuurwapen gelijkende voorwerpen. Voor [slachtoffer] was deze overval zeer beangstigend en schokkend. Hij vreesde doodgeschoten te zullen worden. Verder is verdachte als medepleger betrokken geweest bij een diefstal met braak in Meerssen, waarbij een partij hasjiesj werd gestolen. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan uitlokking van valsheid in geschrift door zich dreigend uit te laten tegenover makelaar [S.]. Verdachte wilde dat [S.] een eerder door hem gedane taxatie van een perceel grond met opstallen zou herroepen en verlagen. Het was de bedoeling van verdachte om op die manier te voorkomen dat zijn moeder, eigenaresse van genoemd perceel grond met opstallen, haar bijstandsuitkering zou verliezen. Verdachte heeft zich bij herhaling schuldig gemaakt aan bedreiging van [K.], een ambtenaar van de gemeente Breda. Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan diefstal van een gouden ring in Antwerpen (België). Tenslotte heeft verdachte zonder daartoe bevoegd te zijn een vuurwapen en daarbij behorende munitie voorhanden gehad.
Het gaat in dit onderzoek om een grote hoeveelheid en een grote verscheidenheid aan feiten gedurende een lange periode gepleegd, waarbij verdachte een initiërende en coördinerende rol speelde. Hierbij wist hij anderen ertoe te bewegen deze feiten te plegen waarbij hij zelf geen daadwerkelijke uitvoeringshandelingen verrichtte. Hij was echter zowel bij het bedenken, het begeleiden en het afhandelen van de feiten betrokken. De rechtbank rekent dit verdachte zwaar aan. Met name die feiten waarbij geweld danwel bedreiging met geweld is gebruikt, de overval op [slach[slachtoffer] en de bedreigingen van de gemeenteambtenaar [K.], zijn naar het oordeel van de rechtbank ernstig van aard, alsmede de heling van grote partijen gestolen horloges die van gewelddadige overvallen in Frankrijk afkomstig waren. Voorts is door een aantal misdrijven grote financiële schade ontstaan. Te denken wederom aan de heling van horloges, waaronder een horloge met een waarde van meer dan een miljoen gulden en de oplichting van de Rolls Royce dealer in Parijs. Daarnaast heeft verdachte zich geen enkele rekenschap gegeven van de nadelige gevolgen die de invoer van een grote hoeveelheid hasjiesj met zich meebracht. Verdachte liet zich bij dit alles slechts leiden door geldelijk gewin.
In het voordeel van verdachte houdt de rechtbank bij de bepaling van de aan hem op te leggen straf rekening met de volgende omstandigheden.
De feiten die in de zaak onder parketnummer 4410/97 onder 2 bewezen verklaard zijn, te weten de voorbereidingshandelingen met betrekking tot PMK, BMK en sassafrasolie, dienen naar het oordeel van de rechtbank sterk gerelativeerd te worden. Weliswaar heeft verdachte op verschillende fronten getracht die olie te bemachtigen, maar alles bijeen genomen maken die pogingen toch een amateuristische indruk.
Uit het langdurig gerechtelijk vooronderzoek zijn slechts zeer geringe aanwijzingen gebleken die duiden op enige rol van verdachte bij de handel of productie van harddrugs.
Verdachte is weliswaar eerder met justitie in aanraking gekomen, maar tot op heden had hij slechts een beperkt strafblad.
Verdachte heeft een half jaar van zijn voorarrest in volledige beperkingen doorgebracht.
Gelet op het vorenstaande is de rechtbank van oordeel dat niet kan worden volstaan met een andere of lagere straf dan een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur.
De rechtbank overweegt dat aan de medeverdachten van de uitvoer van XTC pillen een gevangenisstraf voor de duur van 30 maanden is opgelegd (door het hof bekrachtigt) en dat aan de mededaders van de gewelddadige beroving van [slachtoffer] eveneens een gevangenisstraf van 30 maanden is opgelegd.
13 De toepasselijke wetsartikelen.
De beslissing berust op de artikelen 5, 10, 27, 36b, 36c, 36d, 45, 47, 57, 91, 225, 285, 3 10, 311, 312, 326 en 416 van het wetboek van strafrecht; de artikelen 2, 3, 10, 10a, 11, 13 en 14 van de Opiumwet en de artikelen 26, 55, 56 en 60 van de Wet wapens en munitie.
RECHTDOENDE beslist de rechtbank als volgt.
Zij verklaart het ten laste gelegde bewezen, zodanig als hierboven onder 7 is omschreven.
Zij verklaart niet bewezen hetgeen verdachte in de zaak onder parketnummer 4410/97 onder 1 primair 2 primair, 3, 4, 5 primair en 6 en in de zaak onder parketnummer 2132/01 onder 1 primair, 2, 3 primair, 4 primair en 5 meer of anders is ten laste gelegd en spreekt hem daarvan vrij.
Zij verstaat dat het aldus bewezen verklaarde oplevert de onder 9 vermelde strafbare feiten. Zij verklaart de verdachte deswege strafbaar.
Zij veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van TIEN JAAR.
Zij bepaalt dat de tijd door de verdachte voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht in mindering zal worden gebracht bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf.
Zij verklaart aan het verkeer onttrokken de onder 12.1 omschreven voorwerpen.
Zij gelast de teruggave aan de rechthebbende van de onder 12.2 omschreven voorwerpen.
Zij gelast de bewaring ten behoeve van de rechthebbende van de onder 12.3 genoemde voorwerpen.
Zij gelast de teruggave aan verdachte van de onder 12.4 genoemde voorwerpen.
Dit vonnis is gewezen door mr. De Ruijter, voorzitter, mr. Toekoen en mr. Tempelaar, rechters, in tegenwoordigheid van Klostermann, griffier, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 11 februari 2002.