ECLI:NL:RBBRE:2002:AL7748

Rechtbank Breda

Datum uitspraak
26 november 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
96211 / HA ZA 01-937
Instantie
Rechtbank Breda
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. Nollen
  • A. van Oijen
  • J. Römers
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aandelenoverdracht en gemeentelijke herindeling in Intergas

In deze zaak, die zich afspeelt in het kader van een gemeentelijke herindeling per 1 januari 1997, staat de gemeente Alphen-Chaam in een juridisch geschil met de gemeente Goirle en andere gemeenten over de verdeling van aandelen in de vennootschap Intergas. De herindeling leidde tot de vraag wat de gevolgen zijn voor de aandelen die de gemeente Alphen-Chaam in Intergas bezit, met name de 22 aandelen die gerelateerd zijn aan de gasaansluitingen in het dorp Riel, dat nu onder de gemeente Goirle valt. De rechtbank behandelt de vorderingen van de gemeente Alphen-Chaam, die stelt dat zij recht heeft op de aandelen, en de tegenvorderingen van de gemeente Goirle, die stelt dat deze aandelen aan haar moeten worden overgedragen.

De rechtbank oordeelt dat de gemeente Alphen-Chaam ontvankelijk is in haar vordering en dat er geen strijd is met de Gemeentewet. De rechtbank wijst erop dat de statuten van Intergas en de besluiten van de Algemene Vergadering van Aandeelhouders (AvA) bepalend zijn voor de aandelenverhouding. De rechtbank concludeert dat Alphen-Chaam gehouden is om 22 aandelen à pari over te dragen aan Intergas of aan door Intergas aan te wijzen gemeenten. De rechtbank wijst ook op de noodzaak van een belangenafweging, waarbij rekening wordt gehouden met de bijzondere omstandigheden van de gemeentelijke herindeling.

De rechtbank komt tot de conclusie dat Alphen-Chaam, ondanks de herindeling, recht heeft op een deel van de verkoopopbrengst van de aandelen in Intergas, indien deze verkocht worden aan Westfälische Ferngas AG. De rechtbank compenseert de proceskosten en wijst de vorderingen van de gemeente Goirle af, met uitzondering van de vordering die betrekking heeft op de overeenkomst inzake de positie van Baarle-Hertog, die wordt toegewezen. Dit vonnis is uitgesproken op 26 november 2002.

Uitspraak

96211 / HA ZA 01-937 RECHTBANK BREDA
26 november 2002 Sector Handelsrecht
Meervoudige Kamer
V O N N I S
In de zaak van:
DE GEMEENTE ALPHEN-CHAAM,
zetelende te Alphen, gemeente Alphen-Chaam,
e i s e r e s in de hoofdzaak in conventie bij dagvaardingen van 27 april en 1 mei 2001,
v e r w e e r s t e r in de hoofdzaak in reconventie,
v e r w e e r s t e r in de procedure tot tussenkomst,
procureur: mr. E.C.M. Wagemakers,
t e g e n:
DE GEMEENTE GOIRLE,
zetelende te Goirle,
e i s e r e s in de procedure tot tussenkomst,
procureur: mr. F.J.G.M. de Hommel,
a l s m e d e t e g e n:
1. DE GEMEENTE AALBURG,
zetelende te Aalburg, gemeente Wijk en Aalburg,
2. DE GEMEENTE BAARLE-NASSAU,
zetelende te Baarle-Nassau,
3. DE GEMEENTE BREDA,
zetelende te Breda,
4. DE GEMEENTE DONGEN,
zetelende te Dongen,
5. DE GEMEENTE DRIMMELEN,
zetelende te Made, gemeente Drimmelen,
6. DE GEMEENTE GEERTRUIDENBERG,
zetelende te Raamsdonksveer, gemeente Geertruidenberg,
7. DE GEMEENTE HAAREN,
zetelende te Haaren,
8. DE GEMEENTE HALDERBERGE,
zetelende te Oudenbosch, gemeente Halderberge,
9. DE GEMEENTE HEUSDEN,
zetelende te Vlijmen, gemeente Heusden,
10.DE GEMEENTE HILVARENBEEK,
zetelende te Hilvarenbeek,
11.DE GEMEENTE MOERDIJK,
zetelende te Zevenbergen, gemeente Moerdijk,
12.DE GEMEENTE OISTERWIJK,
zetelende te Oisterwijk,
13.DE GEMEENTE OOSTERHOUT,
zetelende te Oosterhout,
14.DE GEMEENTE RUCPHEN,
zetelende te Rucphen,
15.DE GEMEENTE STEENBERGEN,
zetelende te Steenbergen,
16.DE GEMEENTE TILBURG,
zetelende te Tilburg,
17.DE GEMEENTE WAALWIJK,
zetelende te Waalwijk,
18.DE GEMEENTE WERKENDAM,
zetelende te Werkendam,
19.DE GEMEENTE WOENSDRECHT,
zetelende te Hoogerheide, gemeente Woensdrecht,
20.DE GEMEENTE WOUDRICHEM,
zetelende te Woudrichem,
21.de naamloze vennootschap N.V. NEDERLANDSE
GASUNIE,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Groningen,
22.de naamloze vennootschap MAATSCHAPPIJ VOOR
INTERCOMMUNALE GASDISTRIBUTIE
"INTERGAS" N.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Oosterhout,
g e d a a g d e n in de hoofdzaak in conventie,
e i s e r s in de hoofdzaak in reconventie,
procureur: mr. N.A.M. Sinjorgo.
1. Het verdere verloop van het geding.
Dit blijkt uit de navolgende processtukken:
- het tussenvonnis van deze rechtbank d.d. 27 november 2001, en de daarin vermelde processtukken;
- de conclusie van repliek in conventie, tevens conclusie van antwoord in reconventie, met de producties 6 t/m 8;
- de conclusie van antwoord in de procedure tot tussenkomst;
- de conclusie van dupliek in conventie en van repliek in reconventie, tevens akte houdende aanvulling van eis in reconventie;
- de conclusie van repliek in de procedure tot tussenkomst;
- de conclusie van dupliek in reconventie.
Partijen zullen hierna achtereenvolgens mede als volgt worden aangeduid:
- '(de gemeente) Alphen-Chaam';
- '(de gemeente) Goirle';
- gedaagden 1 t/m 20: 'de overige Gemeenten';
- 'Gasunie'; en
- 'Intergas'.
2. Het geschil.
In conventie vordert de gemeente Alphen-Chaam als weergegeven in ro. 3.1 van het tussenvonnis.
In reconventie vorderen gedaagden in de hoofdzaak - na wijziging van eis - dat de rechtbank bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, verklaart voor recht dat:
1. Alphen-Chaam rechtens is gehouden 22 van de door haar gehouden aandelen in Intergas à pari over te dragen aan de daartoe schriftelijk door Intergas aan te wijzen gerechtigde overige gemeenten;
2. Intergas is gerechtigd 143 nieuwe aandelen uit te geven aan de daartoe volgens de laatste hertelling gerechtigde overige gemeenten;
3. Alphen-Chaam voor 77/3.574e deel is gerechtigd tot de verkoopopbrengst van de aandelen Intergas door de gezamenlijke gemeenten-aandeelhouders aan WFG; en
4. Alphen-Chaam rechtens is gebonden aan de als productie 8 bij c.v.a. overgelegde overeenkomst tussen Intergas, Alphen-Chaam en de overige gemeenten d.d. 29 maart 2001;
met veroordeling van de gemeente Alphen-Chaam in de kosten van deze procedure.
In de procedure tot tussenkomst vordert de gemeente Goirle als weergegeven in ro. 2 van het tussenvonnis.
Partijen weerspreken over en weer elkaars vordering.
3. De beoordeling.
In conventie, in reconventie en in de procedure tot tussenkomst
3.1 Vanwege hun nauwe samenhang worden de vorderingen in conventie, in reconventie en in de procedure tot tussenkomst gezamenlijk behandeld.
3.2 Tussen partijen staan de volgende feiten vast.
a. Intergas is opgericht bij akte van oprichting d.d. 17 januari 1958 en is ten algemene nutte werkzaam op het gebied van de openbare voorziening van gas en andere vormen van energie, onder meer door het inkopen, transporteren en distribueren van energie.
b. Sedert de oprichting in 1958 tot de laatste statutenwijziging d.d. 14 augustus 1996 ('Statutenwijziging 1996') is het aandeelhouderschap van elke gemeente-aandeelhouder in het kapitaal van Intergas gekoppeld geweest aan het aantal inwoners ('hoofden') van die betreffende gemeente. Ieder honderdtal hoofden gaf recht op één aandeel. De aandelengerechtigdheid van de gemeenten-aandeelhouders werd periodiek opnieuw vastgesteld op basis van een vierjaarlijkse hertelling van het aantal hoofden van elke gemeente-aandeelhouder. De daaruit voortvloeiende uitgifte van nieuwe aandelen door Intergas c.q. overdracht van aandelen tussen aandeelhouders onderling vonden plaats à pari.
c. In 1967 zijn de rechtsvoorgangsters van Alphen-Chaam, de gemeente Chaam en de gemeente Alphen en Riel, toegetreden als aandeelhouders van Intergas.
d. In de vergadering van aandeelhouders van Intergas van 5 juni 1996, waarbij de gemeente Alphen-Chaam niet vertegenwoordigd is geweest, is - mede in het licht van het onderliggende agendastuk - het volgende besloten:
"Per 31 december 1996 (…) zal voor de laatste maal een mutatie in het aantal te houden aandelen plaatsvinden op basis van inwonertal. Het op basis hiervan verkregen aantal aandelen blijft de basis voor latere mutaties als hieronder bedoeld. Vanaf 1 januari 1997 geldt het het criterium van aansluitingen. Per 1 januari 2001, en vervolgens telkenmale na vier jaren, wordt de wijziging in het aantal aansluitingen ten opzichte van 31 december 1996 c.q. latere peildatum vastgesteld, en wordt de mutatie (+ en -) in het aantal te houden aandelen berekend op basis van 1 aandeel per 36 aansluitingen.
(…)
De Algemene Vergadering van Aandeelhouders bevestigt dat bij de uitgifte of overdracht van aandelen uit hoofde van mutaties in het aantal inwoners c.q. aansluitingen de koers c.q. de koopsom van een aandeel voor de nu bestaande aandeelhouders of hun rechtsopvolgers wordt bepaald op honderd procent gelijk aan het nominale bedrag der aandelen, zijnde f 1.000,- per aandeel."
e. Artikel 4 lid 6 van de (hierdoor) gewijzigde statuten d.d. 14 augustus 1996 luidt thans als volgt:
"Het aantal door een gemeente (…) te houden aandelen is in principe gerelateerd aan het aantal inwoners van de betreffende gemeente, met dien verstande dat met ingang van een januari negentienhonderdzevenennegentig wijzigingen in het aantal door een gemeente te houden aandelen in principe zullen zijn gerelateerd aan het aantal aansluitingen op het energiedistributiesysteem van de vennootschap in de betreffende gemeente."
f. Over de aandeelhouders bevatten de statuten in artikel 4.4 de volgende bepaling:
"Houders van aandelen kunnen slechts zijn:
a. gemeenten, binnen welk gebied de energievoorziening geheel of gedeeltelijk plaatsvindt door de vennootschap;
b. Gasunie, voor tien procent (10%) van het geplaatste kapitaal, zonodig naar beneden afgerond (…)"
g. Na de Statutenwijziging 1996 heeft per 31 december 1996 de reguliere vierjaarlijkse hertelling van (voor het laatst) het aantal hoofden binnen de gemeenten-aandeelhouders plaatsgevonden. Deze hertelling resulteerde voor Alphen-Chaam in een uitbreiding van haar aandelenbezit met twee aandelen. Deze twee aandelen zijn à pari bij Alphen-Chaam geplaatst. De hertellingspraktijk heeft sinds 1973 bij diverse gemeenten-aandeelhouders in 16 eerdere gevallen geleid tot een vermindering van hun aantal aandelen à pari. Hiertegen is door geen der aandeelhouders ooit enig bezwaar gemaakt.
h. Blijkens een (als productie 1 bij conclusie van eis en productie 5 bij conclusie van antwoord) overgelegd "Overzicht aantal aandelen" houdt Alphen-Chaam per 31 december 1996 99 van de (3.444 aan de gemeenten toekomende aandelen en) in totaal 3.826 aandelen.
i. De raad van de gemeente Alphen heeft op 18 december 1997 besloten in te stemmen met de aankoop van 2 aandelen Intergas voor een bedrag van f 2.000,-- en de gemeentebegroting 1997 dienovereenkomstig te wijzigen. Voor zover hier van belang vermeldt het raadsbesluit het volgende:
"Uitgaaande van de situatie op 31 december 1996 bedraagt het aantal aandelen voor onze gemeente 97 (Alphen en Riel 61 aandelen en Chaam 36 aandelen). Onze gemeente behoudt het (gerelateerde) aantal aandelen op basis van het aantal inwoners in de kern Riel (…) Met ingang van het jaar 2001 zullen de statuten van Intergas hierop worden aangepast, waarbij vanaf dat moment de jaarlijkse dividend-uitkering gebaseerd zal zijn op het aantal aanwezige gasaansluitingen binnen de eigen gemeente."
j. In verband met een voorgenomen (gedeeltelijke) privatisering van Intergas is in de AvA van 20 september 2000 besloten de vierjaarlijkse hertelling met drie maanden te vervroegen en per 1 oktober 2000 uit te voeren, waaraan uitvoering is gegeven.
k. Bij overeenkomst d.d. 8 juli 1988 tussen Intergas en de gemeente Baarle-Hertog is bepaald dat Baarle-Hertog een contractueel recht op winstuitkering alsmede een voorwaardelijk voorkeursrecht heeft verkregen als ware zij aandeelhoudster van Intergas. Volgens een overeenkomst d.d. 29 maart 2001 tussen alle aandeelhouders en Baarle-Hertog wordt de eerder genoemde overeenkomst beëindigd, waarbij aan Baarle-Hertog een afkoopvergoeding is toegekend. De overeenkomst bepaalt verder dat de door Intergas verschuldigde afkoopvergoeding in mindering op de verkoopopbrengst van de aandelen Intergas zal worden gebracht.
l. De Raad van de gemeente Alphen-Chaam heeft op 12 maart 2001 besloten over te gaan tot verkoop van de bij die gemeente gehouden 99 aandelen in Intergas. Het besluit vermeldt nog: "Uitgangspunt hierbij is dat Alphen-Chaam 2.58% ontvangt uit de verkoopopbrengsten van Intergas."
m. De gemeente Alphen-Chaam, de overige Gemeenten, Intergas en Gasunie hebben op 29 maart 2001 een overeenkomst gesloten, waarvan artikel 1.2 - voor zover hier van belang - luidt: "Alphen-Chaam verplicht zich om ter beslechting van de in artikel 1.1 omschreven geschillen vóór 1 mei 2001 bij de Rechtbank te Breda een bodem-procedure aanhangig te maken (…)."
3.3 In conventie legt de gemeente Alphen-Chaam aan haar vordering ten grondslag als omschreven in ro. 3.2 van het tussenvonnis.
3.4 In reconventie leggen de overige Gemeenten, Intergas en Gasunie aan hun vordering - kort gezegd - ten grondslag dat op grond van de statuten d.d. 14 augustus 1996 en de besluiten van de AvA van (o.a.) 5 juni 1996 Alphen-Chaam gehouden is medewerking te verlenen aan de overdracht van 22 aandelen à pari.
3.5 In de procedure tot tussenkomst onderschrijft de gemeente Goirle het standpunt van de overige Gemeenten en Intergas dat Alphen-Chaam 22 van de 99 thans door haar gehouden aandelen dient over te dragen. De gemeente Goirle stelt echter dat deze 22 aandelen niet aan Intergas of aan door deze aan te wijzen overige Gemeenten dienen te worden overgedragen, maar aan haar, de gemeente Goirle. De weigering van Alphen-Chaam hieraan medewerking te verlenen is in strijd met de redelijkheid en billijkheid, alsmede in strijd met de algemene beginselen van behoorlijk bestuur, zulks in verband met het bepaalde in artikel 3:1 lid 2 jo. 3:4 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), aldus de gemeente Goirle. Ter onderbouwing van haar vordering stelt Goirle het volgende.
a. De gemeente Alphen en Riel was, tot haar opheffing per 1 januari 1997 vanwege een gemeentelijke herindeling, aandeelhouder van Intergas. Hierdoor werd het dorp Alphen bij Chaam gevoegd tot de nieuwe gemeente Alphen-Chaam. Via een grenscorrectie is het dorp Riel gaan behoren tot de gemeente Goirle. Op grond van de artikelen 44 lid 1 jo. 45 lid 2 van de Wet algemene regels herindeling (Wet Arhi) werd de gemeente Alphen-Chaam eigenaar van de 22 - aan Riel gerelateerde - aandelen van de voormalige gemeente Alphen en Riel in Intergas. De Wet Arhi ziet niet op de situatie als de onderhavige, waarbij één gemeente wordt opgesplitst en de aldus gesplitste delen worden toegevoegd aan verschillende gemeenten. Door deze lacune werd Alphen-Chaam (ook) aandeelhouder in Intergas wat betreft de aansluitingen van de bewoners in Riel op het gasnet, dit terwijl Riel deel uitmaakt van de gemeente Goirle en Alphen-Chaam 'in Riel niets te vertellen heeft'.
b. Indien bij wet niet alleen de gemeenten Alphen en Riel en Chaam zouden zijn opgeheven, maar ook de gemeente Goirle, en in het kader van de herindeling een nieuwe gemeente Alphen-Chaam èn een nieuwe gemeente Goirle (inclusief Riel) zouden zijn gevormd, had het voor de hand gelegen dat in dat geval Goirle zou zijn aangewezen als de gemeente die wat betreft Riel zou zijn getreden in de rechten en verplichtingen in verband met de in artikel 45 lid 1 Wet Arhi bedoelde voorzieningen.
c. De inmiddels ontstane situatie verdraagt zich niet met de aan de oprichting van Intergas ten grondslag liggende bedoeling, namelijk een gemeenschappelijke belangenbehartiging van gemeenten die op hetzelfde gasdistributienet zijn aangesloten.
d. Voor deze 22 aandelen voldoet Alphen-Chaam niet aan de kwaliteitseis als bepaald in artikel 4.4 van de statuten, nu zij immers in zoverre niet is "een gemeente binnen welk gebied de energievoorziening geheel of gedeeltelijk plaatsvindt door de vennootschap" (Intergas).
e. Voorts - aldus Goirle - voldoet Alphen-Chaam niet, althans niet meer aan de kwalificatie van aandeelhouder wat betreft het aantal aandelen per 1 januari 1997, althans per 1 oktober 2000 als bedoeld in artikel 4.6 van de statuten. Er is wat betreft de aansluitingen in Riel niet sprake van "… aansluitingen op het energiedistributiesysteem van de vennootschap in de betreffende gemeente."
f. Uitsluitend de gemeente Goirle voldoet aan de door de statuten van Intergas gestelde kwaliteitseisen wat betreft deze aandelen.
g. Voor het toewijzen van 22 aandelen aan Intergas of de door deze aan te wijzen overige gemeenten, bestaat geen rechtsgrond. Voor zover vereist doet Goirle op de voet van de artikelen 2:15 jo. 2:8 BW een beroep op de vernietigbaarheid van het besluit van de AvA van Intergas waarbij is besloten de 22 aandelen à pari over te dragen aan Intergas althans de door deze aan te wijzen overige Gemeenten.
De ontvankelijkheid
3.6 De overige Gemeenten, Gasunie en Intergas (gezamenlijk ook te noemen: gedaagden) hebben primair betoogd dat de gemeente Alphen-Chaam in haar vordering niet-ontvankelijk is. Gedaagden stellen dat deze procedure ter terechtzitting van 15 mei 2001 aanhangig is gemaakt, terwijl in artikel 1.2 van de overeenkomst is afgesproken dat de procedure vóór 1 mei 2001 aanhangig zou worden gemaakt. Gelet op artikel 1.2 van de overeenkomst van 29 maart 2001, genoemd in ro. 3.2, onder m, is naar hun stelling primair sprake van een contractuele vervaltermijn, subsidiair een termijn van orde waarvan de overschrijding niet verschoonbaar is wegens het ontbreken van een rechtvaardigingsgrond.
3.7 Uit de tekst van artikel 1.2 of enige andere bepaling van de overeenkomst blijkt niet dat aan de enkele overschrijding van deze termijn de consequentie is verbonden dat Alphen-Chaam haar recht heeft verloren om de onderhavige rechtsvordering in te stellen. Aan hun stelling dat zij deze datum als een fatale datum hebben begrepen en in redelijkheid ook mochten begrijpen, hebben gedaagden onvoldoende feiten of omstandigheden ten grondslag gelegd. De stelling dat op enig moment definitief moest komen vast te staan of Alphen-Chaam zich daadwerkelijk aan de gevolgen van de laatste hertelling zou willen onttrekken biedt hiervoor onvoldoende grondslag. Blijkens de considerans van de overeenkomst hebben Alphen-Chaam en gedaagden de wijze en de voorwaarden van de beslechting van hun geschillen gedetailleerd wensen vast te leggen. Gelet op deze voorgeschiedenis, en het ontbreken van enige aanwijzing in de tekst van de overeenkomst, mochten gedaagden er niet gerechtvaardigd op vertrouwen dat met de enkele overschrijding van de in artikel 1.2 genoemde termijn Alphen-Chaam zich in wezen van rechtswege zou conformeren aan het standpunt van gedaagden.
3.8 De vraag of Alphen-Chaam een beroep kan doen op verschoonbare termijnoverschrijding miskent het karakter van de genoemde overeenkomst. Deze bevat voor beide partijen verbintenissen, waaronder voor Alphen-Chaam de verbintenis haar rechtsvordering voor 1 mei 2001 aanhangig te maken. Dat Alphen-Chaam de rechtsvordering later heeft ingesteld zou van belang kunnen zijn voor de vraag of zij toerekenbaar is tekort geschoten in de nakoming van deze overeenkomst en of zij, in verband hiermee, in verzuim is komen te verkeren, zulks met als rechtsgevolg dat zij gehouden is tot het betalen van schadevergoeding aan gedaagden. Hierover is door gedaagden echter niets gesteld, zodat dit buiten beschouwing blijft.
3.9 Gelet op het voorgaande wordt het verweer van gedaagden verworpen, zodat Alphen-Chaam ontvankelijk is in haar vordering.
Strijd met bepalingen van de Gemeentewet
3.10 Alpen-Chaam stelt zich op het standpunt dat het niet denkbaar is dat op haar de plicht zou drukken 22 van de haar in eigendom toebehorende aandelen aan derden over te dragen, zonder dat zulks zijn grondslag zou vinden in enige verplichting die Alphen-Chaam op basis van een daartoe genomen raadsbesluit op enig moment in het verleden op zich zou hebben genomen. Zij wijst in dit verband op het bepaalde in de artikelen 147 lid 2 en 155 lid 1 (oud) Gemeentewet.
Gedaagden menen dat deze grondslag primair kan en moet worden gevonden in het hiervoor, in ro. 3.2 onder i, genoemde raadsbesluit. Gedaagden voeren hiertoe aan, dat de Raad van Alphen-Chaam de verkoop van alle door haar gehouden aandelen (99) heeft goedgekeurd, zonder daarbij aan te geven aan wie deze moesten worden geleverd. Dit omvat een gedeeltelijke levering aan de daartoe gerechtigde overige Gemeenten, aldus gedaagden.
3.11 Dit verweer faalt. Het raadsbesluit ziet, zoals door Alphen-Chaam bij repliek toegelicht en door gedaagden bij dupliek niet (voldoende) weersproken, op de verkoop van alle 99 aandelen van Alphen-Chaam aan de Westfälische Ferngas AG. Dit wordt onderstreept door de toevoeging dat zij 2,58% van de verkoopopbrenst van Intergas dient te ontvangen. Onder deze omstandigheden kan in het raadsbesluit redelijkerwijs niet worden gelezen dat de gemeenteraad besluit tot overdracht van 22 van de 99 aandelen aan een 'onbekende' verkrijger. Bovendien zou een dergelijke overdracht volgens gedaagden à pari dienen te geschieden, hetgeen in het raadsbesluit evenmin tot uitdrukking komt.
3.12 Gedaagden hebben er bij conclusie van dupliek in conventie (nr. 22) op gewezen dat zodanige grondslag kan worden gevonden in het besluit tot toetreding van Alphen-Chaam tot Intergas. Immers, door haar toetreding als aandeelhouder in 1967 heeft Alphen-Chaam zich gebonden aan de statuten van Intergas en daarmee aan de daarin vastgelegde, aan het (periodiek vast te stellen) aantal inwoners in haar gemeente, gerelateerde gerechtigdheid tot aandelen en de daaruit voortvloeiende mutaties à pari. Gedaagden wijzen er nog op dat Alphen-Chaam daar ook immer uitvoering aan heeft gegeven.
3.13 Bij conclusie van dupliek in reconventie (nr. 3b e.v.) reageert Alphen-Chaam op de hiervoor weergegeven stelling van gedaagden. De rechtbank begrijpt uit haar reactie dat Alphen-Chaam op zich niet ontkent dat zij in algemene zin is gebonden aan de statuten en de besluiten van de AvA van Intergas, doch dat zij zich op het standpunt stelt dat een raadsbesluit hoe dan ook ontbreekt.
3.14 Zoals door gedaagden is aangevoerd en door Alphen-Chaam niet (voldoende) is weersproken, is het sinds de oprichting van Intergas bestendige praktijk geweest dat na een periodieke hertelling de gemeenten die te veel aandelen blijken te bezitten, deze overdragen aan de gemeenten die er te weinig bezitten, zulks volgens de door de Raad van Commissarissen te geven aanwijzingen. Evenmin door Alphen-Chaam weersproken is de stelling van gedaagden dat zij en haar rechtsvoorgangsters steeds volledige medewerking hebben verleend aan deze hertellingspraktijk en de daaruit voortvloeiende mutaties van het aandelenbezit. Alphen-Chaam voert niet aan dat aan haar medewerking bij deze mutaties geen raadsbesluiten ten grondslag hebben gelegen. Voorts stelt Alphen-Chaam zelf dat door de raad van Alphen-Chaam is besloten twee nieuwe aandelen à pari te kopen na de hertelling per 31 december 1996 (nr. 8g bij repliek). Gelet hierop moet het ervoor worden gehouden dat de gemeenteraad van Alphen-Chaam en de raden van haar rechtsvoorgangsters telkens hebben ingestemd met dit systeem van aandelenoverdracht. Waar deze mutaties steeds ten voordele van Alphen-Chaam en haar voorgangers hebben gestrekt, moet eveneens worden aangenomen dat de gemeenteraad c.q. gemeenteraden onder ogen hebben gezien dat zij te eniger tijd mogelijk medewerking zouden moeten verlenen aan een aandelenoverdracht waarbij door Alphen-Chaam aandelen 'ingeleverd' zouden moeten worden. Dit was immers inherent aan dit systeem. Daarmee thans geconfronteerd, handelt Alphen-Chaam in strijd met de redelijkheid en billijkheid door zich erop te beroepen dat voor de overdracht van de betreffende 22 aandelen een grondslag in enig raadsbesluit ontbreekt.
3.15 Alphen-Chaam heeft er voorts op gewezen, dat besluiten die genomen zijn in de AvA van Intergas slechts rechtskracht kunnen hebben indien deze besluiten zijn genomen door terzake bevoegde personen. Nu vrijwel alle aandeelhouders Gemeenten zijn dienen aan deze besluiten 'direct of indirect' raadsbesluiten ten grondslag te liggen. Voor zover haar bekend, ontbreken zodanige raadsbesluiten bij (vrijwel) alle Gemeenten. In verband met het bepaalde in artikel 171 Gemeentewet voert Alphen-Chaam aan dat het feit dat voor de gemeenten doorgaans een burgemeester of wethouder op de AvA's zijn verschenen, dit nog niet betekent dat zij door hun gemeenteraad waren gevolmachtigd.
Gedaagden betwisten dat zij niet rechtsgeldig in de AvA's van Intergas vertegenwoordigd zijn geweest. Zij voeren voorts aan, dat zij redelijkerwijs mochten aannemen dat de gemeente bevoegd was vertegenwoordigd doordat de burgemeester van Alphen-Chaam al vele jaren als vertegenwoordiger van die gemeente in de AvA's verschijnt.
3.16 Nu het betreft besluitvorming binnen de AvA's van een naamloze vennootschap zijn wat betreft de vertegenwoordiging in elk geval de regels van het BW van toepassing en kan de omvang van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van artikel 171 Gemeentewet, waarover in de literatuur verdeeldheid heerst, buiten beschouwing blijven. Gedaagden hebben betwist (nr. 54 bij antwoord) dat zij niet rechtsgeldig in de AvA's van Intergas vertegenwoordigd zijn geweest. Voorts wijzen gedaagden erop dat zij de besluiten van de AvA, voor zover nodig, hebben bekrachtigd c.q. aanvaard door hun volledige medewerking te verlenen aan de overdrachten à pari voortvloeiende uit de hertelling per ultimo 1996. Alphen-Chaam heeft deze stelling niet betwist.
De rechtbank begrijpt de stelling van Alphen-Chaam dan ook aldus dat zij kennelijk betoogt dat zij door middel van haar aanwezige burgemeester onbevoegd vertegenwoordigd is geweest in de vergaderingen van aandeelhouders. Artikel 3:61 lid 1 BW bepaalt dat een volmacht stilzwijgend kan worden verleend, terwijl artikel 3:61 lid 2 BW - kort gezegd - de derde beschermt tegen de schijn van een volmachtverlening door de principaal. In de omstandigheden dat de burgemeester van Alphen-Chaam al enkele jaren als vertegenwoordiger van die gemeente deelneemt aan de beraadslaging en besluitvorming binnen de AvA's en namens de gemeente in het kader van Intergas overeenkomsten heeft gesloten die geen voorwerp van protest door de raad zijn geweest, moet - gelet op de in artikel 169 Gemeentewet neergelegde verantwoordingsplicht van de burgemeester aan de gemeenteraad - worden aangenomen dat (de gemeenteraad van) de gemeente Alphen-Chaam bij de overige aandeelhouders het rechtens te honoreren vertrouwen heeft gewekt dat de burgemeester met stilzwijgende volmacht bevoegdelijk namens de gemeente heeft gehandeld. Het verweer van gedaagden slaagt derhalve.
3.17 Gelet op het voorgaande is er geen strijd met bepalingen van de Gemeentewet, althans kan Alphen-Chaam daarop naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid geen beroep doen.
Strijd met artikel 2:81 BW
3.18 Alphen-Chaam stelt zich voorts op het standpunt, dat - gelet op artikel 2:81 BW - de AvA aan haar niet de verplichting kan opleggen, met welke meerderheid dan ook en zelfs niet door wijziging van de statuten van Intergas, om de 22 aandelen aan Intergas of de door deze aan te wijzen overige Gemeenten over te dragen tegen een prijs van f 1.000,-- per aandeel.
Gedaagden betwisten zulks. Zij voeren aan, dat het besluit van de AvA van 5 juni 1996 geen nieuwe verplichting op Alphen-Chaam legde, doch slechts het criterium 'hoofden' in 'aansluitingen' heeft veranderd. Bovendien heeft Alphen-Chaam zich daar nimmer tegen verzet. Zij heeft aan het gewijzigd criterium zelfs uitvoering gegeven door haar medewerking te verlenen aan het tegen f 1.000,-- nominaal verwerven van 2 extra aandelen Intergas. Dit is ook neergelegd in een raadsbesluit van 18 december 1997. Alphen-Chaam heeft derhalve de besluiten in de AvA van 5 juni 1996 erkend, aldus gedaagden.
3.19 Gelet op het raadsbesluit, genoemd in ro. 3.2, onder i, moet worden aangenomen dat Alphen-Chaam bekend was met de verandering van het criterium van 'hoofden' in 'aansluitingen' en daar vervolgens ook uitvoering aan heeft gegeven. Al aangenomen dat uit het besluit van 5 juni 1996 een nieuwe verplichting voor Alphen-Chaam zou ontstaan, heeft zij daar zelf, blijkens het raadsbesluit van 18 december 1997, mee ingestemd. Daartegen verzet artikel 2:81 BW zich niet. Dat achteraf - na een hertelling per 1 oktober 2000 - deze verandering nadelig voor haar uitpakt doet daaraan geen afbreuk. In zoverre slaagt het verweer van gedaagden en faalt de stelling van Alphen-Chaam.
Afwezigheid tijdens de AvA van 5 juni 1996
3.20 Voor zover Alphen-Chaam zich op het standpunt stelt niet aan de Statutenwijziging 1996 te zijn gebonden omdat zij tijdens de AvA van 5 juni 1996 afwezig is geweest, ziet zij eraan voorbij dat besluitvorming in de AvA volgens artikel 2:120 BW jo. artikel 42.1 van de statuten plaatsvindt op basis van volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Deze stelling van Alphen-Chaam wordt derhalve verworpen.
3.21 Gelet op het voorgaande luidt de conclusie, dat de primaire stellingen van Alphen-Chaam falen. In beginsel is zij dan ook gehouden haar medewerking te verlenen aan een overdracht van 22 aandeen à pari.
Correctie hertelling en standpunt Goirle
3.22 Subsidiair heeft Alphen-Chaam zich op het standpunt gesteld dat zij niettemin gerechtigd is tot 99 aandelen in het aandelenkapitaal van Intergas c.q. het daarmee corresponderende deel van de eventueel beschikbaar komende koopprijs indien de voorgenomen verkoop aan de Westfälische doorgang zou vinden. Zij wijst hierbij op het volgende.
In het kader van de gemeentelijke herindeling per 1 januari 1997 is het dorp Riel, eertijds behorende tot de gemeente Alphen en Riel, gevoegd bij de gemeente Goirle. In het dorp Riel liggen circa 800 gasaansluitingen van Intergas die - kort gezegd - corresponderen met circa 22 aandelen. Op basis van artikel 7 van de Herindelingswet (Stb. 1996, 449) jo. art. 45 lid 2 van de Wet algemene regels herindeling zijn de aandelen van de gemeente Chaam en de gemeente Alphen en Riel thans eigendom geworden van de gemeente Alphen-Chaam. Alphen-Chaam verwijt gedaagden de gasaansluitingen in het dorp Riel niet te hebben meegerekend bij de laatste hertelling van 1 oktober 2000. Volgens Alphen-Chaam gelden deze aansluitingen volgens gedaagden als verloren omdat de aansluitingen nu zijn gelegen in een dorp dat thans onderdeel uitmaakt van de gemeente Goirle, die geen aandeelhouder is van Intergas. Dit leidt er in de door gedaagden voorgestane opvatting echter in feite toe dat bij overdracht van de 22 aandelen à pari de overige aandeelhouders zich de rechten, verbonden aan de gasaansluitingen, toe-eigenen. Zulks ten onrechte, aldus Alphen-Chaam.
3.23 Gedaagden voeren aan, dat door de gemeentelijke herindeling als zodanig Alphen-Chaam geen rechten zijn ontvallen, nu Alphen-Chaam rechtsopvolgster is onder algemene titel. Echter, uit de Wet Arhi vloeit volgens gedaagden niet voort dat voor de bepaling van het aantal aandelen waartoe Alphen-Chaam in de toekomst is gerechtigd, ook de buiten de gemeentegrenzen gelegen aansluitingen bepalend zijn of blijven. Derhalve was zij gerechtigd bij de laatste hertelling de gasaansluitingen van Riel buiten beschouwing te laten, aldus gedaagden.
3.24 De stellingen van Alphen-Chaam lenen zich voor gezamenlijke behandeling met de stellingen van de gemeente Goirle, weergegeven in ro. 3.5, die - kort gezegd - vordert dat de aandelen aan haar moeten worden overgedragen.
3.25 Uit de Wet Arhi volgt dat Alphen-Chaam de rechten en verplichtingen overneemt van haar voorgangster, de gemeente Alphen en Riel en de gemeente Chaam. Dit is tussen partijen niet in geschil. Uit artikel 45 van de Wet Arhi volgt tevens, dat met betrekking tot de voorziening van gas toegevoegd gebied deel blijft uitmaken van het voorzieningsgebied van de bedrijven die daarin voorzagen of gerechtigd waren te voorzien op de dag, voorafgaande aan de datum van herindeling, voor zover de betrokken partijen ter zake geen nadere regeling treffen. Onder 'toegevoegd gebied' wordt volgens artikel 1, aanhef en onder i, Wet Arhi - voor zover hier van belang - verstaan: gebied dat krachtens een herindelingsregeling deel is gaan uitmaken van een andere gemeente. Volgens artikel 3 van de betreffende Herindelingswet is de gemeentegrens van Goirle gewijzigd volgens een bij die wet behorende kaart, waarmee de plaats Riel tot de gemeente Goirle is gaan behoren. In zoverre is sprake van aan Goirle toegevoegd gebied. Volgens artikel 45 Wet Arhi blijft Intergas gerechtigd de gasvoorziening voor dat deel van Goirle voort te zetten. De stelling van Goirle dat Alphen-Chaam in Riel 'niets te vertellen heeft' - zie ro. 3.5, onder a, is dan ook enerzijds onjuist omdat de gasvoorziening wordt verzorgd door Intergas en doet overigens niet terzake nu dit rechtsgevolg ligt besloten in artikel 45 Wet Arhi. Uit het voorgaande volgt tevens dat de gemeente Goirle moet dulden dat de gasvoorziening wordt voortgezet door een onderneming waarin zij zelf geen zeggenschap heeft. In zoverre faalt ook de stelling van Goirle, genoemd in ro. 3.5, onder c.
3.26 Aan de stelling van Goirle, hiervoor omschreven in ro. 3.5 onder b, komt geen rechtens relevante betekenis toe omdat de stelling uitgaat van een hypothetische situatie die zich thans niet voordoet.
3.27 Ter beoordeling staat dan ook de vraag of de statuten van 14 augustus 1996 en de besluiten van de AvA voldoende aanknopingspunten bieden om de vraag te beantwoorden wie als rechthebbende van de 22 aandelen in verband met de gasaansluitingen in Riel moet worden beschouwd. Vooropgesteld zij, dat Intergas - mede gelet op de doelomschrijving in artikel 3 van de statuten en de in artikel 4.4 neergelegde 'kwaliteitseis' - moet worden aangemerkt als een privaatrechtelijk samenwerkingsverband van publiekrechtelijke lichamen. Dit overwegend publiekrechtelijke karakter van Intergas normeert op grond van artikel 3:14 BW mede doen en laten van Intergas, daaronder begrepen de besluiten van de AvA. Dit betekent - gelet op de artikelen 3:1 lid 2 Awb jo. 3:4 Awb - dat aan (rechts)handelingen van de AvA een deugdelijke belangenafweging ten grondslag moet liggen. Tevens dient rekening te worden gehouden met de in artikel 2:8 BW neergelde rechtsregel, dat een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, zich als zodanig jegens elkander moeten gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.
3.28 Door gedaagden en Goirle is niet voldoende weersproken de stelling van Alphen-Chaam dat de hertellingen hebben gefunctioneerd in het kader van een systeem waarmee bepaald werd in welke omvang en aan welke gemeente de mogelijkheid werd geboden nieuwe aandelen te nemen in het kapitaal van Intergas. Gedaagden en Goirle hebben eveneens niet weersproken dat sedert 1973 191 mutaties in het aandelenbezit hebben plaatsgevonden, waarbij in 175 gevallen een gemeente er aandelen bij heeft gekregen. In slechts 16 gevallen is sprake geweest van een vermindering van het aantal aandelen, namelijk 13 maal een vermindering met één aandeel en drie maal een vermindering met twee aandelen. Gelet op deze sinds jaar en dag bestaande praktijk en de aard van de mutaties moet worden aangenomen dat dit systeem steeds behoorlijk heeft gefunctioneerd en derhalve redelijk is te achten. Aan dit systeem kan evenwel niet integraal de hand worden gehouden indien toepassing ervan onder bijzondere omstandigheden in strijd komt met de hiervoor, in ro. 3.27 genoemde rechtsregels. Ook de tekst van de statuten zelf biedt hiervoor ruimte, nu in artikel 4.6 is neergelegd dat 'in principe' het aantal door een gemeente te houden aandelen gerelateerd is aan het aantal gasaansluitingen in de betreffende gemeente. Het gaat hier om een hoofdregel die uitzonderingen toelaat.
3.29 Als bijzondere omstandigheden in voornoemde zin kan worden gewezen op het volgende. Door de gemeentelijke herindeling is een situatie onstaan waarbij een aantal gasaansluitingen, gelijk aan 22 aandelen, niet langer deel uitmaakt van het grondgebied van een van de als aandeelhouders bij Intergas aangesloten gemeenten. Het betreft hier een aantal aandelen dat vele malen hoger ligt dan met de overige mutaties gemoeid is geweest. Alphen-Chaam, althans haar rechtsvoorgangsters, zijn sedert 1967 rechthebbende op de aandelen die aan Riel zijn gerelateerd. De aandelen gaan niet krachtens de Wet Arhi over naar een gemeente die als aandeelhouder bij Intergas is geregistreerd. Gesteld noch gebleken is dat Intergas reeds ten tijde van de Statutenwijziging 1996 het oogmerk heeft gehad de aandelen uit commercieel oogpunt te verkopen teneinde Intergas te privatiseren. Waar blijkens artikel 4.6 van de Statuten een verband bestaat tussen het aantal gasaansluitingen en het aantal aandelen waartoe een gemeente is gerechtigd, moet, in de bijzondere situatie dat na een gemeentelijke herindeling een aantal gasaansluitingen niet meer behoort tot het grondgebied van een aandeelhouder-gemeente, worden aangenomen dat de gemeente die de gasaansluitingen verliest op grond van die kwaliteit in directer verband staat tot deze gasaansluitingen en de daaraan gerelateerde aandelen dan de overige aandeelhouders. Het niet (langer) meetellen van deze gasaansluitingen is weliswaar juist, doch het op basis daarvan - zonder meer - moeten inleveren van de daaraan gerelateerde aandelen heeft feitelijk tot gevolg dat een deel van de opbrengst van de voorgenomen verkoop van de aandelen toekomt aan overige gemeenten-aandeelhouders, hoewel deze gemeenten nimmer een 'kwaliteitsrelatie' hebben gehad tot de betreffende gasaansluitingen, althans niet een kwaliteitsrelatie op vergelijkbare wijze als Alphen-Chaam. Door van Alphen-Chaam onder deze omstandigheden zonder meer te verwachten haar aandelen aan Intergas of een door deze aan te wijzen derde à pari over te dragen, wordt Alphen-Chaam in het zicht van een mogelijke verkoop van aandelen in het kader van een privatisering van Intergas onevenredig zwaar getroffen ten opzichte van de andere gemeenten-aandeelhouders.
3.30 Anderzijds moet worden aangenomen dat de rechtsvoorgangsters van Alphen-Chaam op de hoogte waren van, althans op de hoogte hadden kunnen zijn met de op handen zijnde gemeentelijke herindeling en de gevolgen daarvan wat betreft de aandelengerechtigdheid. In zoverre heeft Alphen-Chaam redelijkerwijs moeten kunnen voorzien dat zij de betreffende, aan Riel gerelateerde aandelen in de toekomst zou moeten overdragen volgens het immer gehanteerde systeem. Zij behoefde er op dat moment redelijkerwijs evenwel geen rekening mee te houden dat dit in het kader van een voorgenomen privatisering zou moeten gebeuren.
3.31 Afweging van de wederzijdse belangen leidt - mede gelet op de eisen van redelijkheid en billijkheid - tot het volgende oordeel. Redelijk is dat Intergas het aantal door een gemeente te houden aandelen 'in principe' relateert aan het aantal gasaansluitingen binnen een gemeente. Dat hiertoe periodiek hertellingen plaatsvinden, is eveneens redelijk. In beginsel kan dan ook van Alphen-Chaam worden gevergd haar aandelen volgens de sedert jaar en dag gehanteerde werkwijze à pari over te dragen aan Intergas of een of meerdere door haar aan te wijzen aandeelhouders. Daarbij dient Intergas evenwel rekening te houden met de gerechtvaardigde belangen van Alphen-Chaam. Deze vereisen onder de genoemde bijzondere omstandigheden dat Alphen-Chaam, voor een hertellingsperiode van vier jaar sedert de laatste hertelling, derhalve tot 1 oktober 2004, aanspraak kan maken op de opbrengst van de eventuele verkoop van Intergas naar rato van het aantal aandelen waarover zij sedert 1 oktober 2000 beschikt, vermeerderd met de 22 aandelen die zij à pari moet overdragen. Uitsluitend in zoverre moet Alphen-Chaam - die gerechtigd is tot 77 aandelen - fictief worden aangemerkt 99 aandelen te bezitten. Dit betekent dat, indien de bij overeenkomst van 29 maart 2001 voorziene verkoop van aandelen in Intergas aan Westfälische Ferngas AG doorgang vindt, Alphen-Chaam in zoverre gerechtigd is een met haar - deels fictieve - aandelenbezit overeenkomstig aandeel van de koopprijs te ontvangen. Op het haar toekomende deel van de koopprijs dient in mindering te strekken hetgeen Alphen-Chaam voor de aandelenoverdracht à pari ontvangt, derhalve een bedrag van f 22.000.
3.32 Uit het voorgaande vloeit voort, dat de stellingen van Goirle, weergegeven in ro. 3.5, onder d en e, falen. Aangenomen dat zij thans voldoet aan de in de statuten neergelegde kwaliteitseis, maakt dat haar nog geen aandeelhouder. Haar beroep op vernietigbaarheid op de besluiten van de AvA faalt, nu zich geen van de vernietigingsgronden als bedoeld in artikel 2:15 BW voordoen. Voor zover sprake is van schending van artikel 2:8 BW volgt uit de voorgaande rechtsoverwegingen dat hiervan slechts sprake is jegens Alphen-Chaam. Een en ander leidt tot de conclusie dat ook de stellingen van Goirle, weergegeven in ro. 3.5, onder f en g, falen. De vordering van de gemeente Goirle moet dus worden afgewezen.
Positie Baarle-Hertog
3.33 Gedaagden hebben in reconventie gevorderd voor recht te verklaren dat Alphen-Chaam rechtens is gebonden aan de overeenkomst inzake de positie van Baarle-Hertog. Gelet op ro. 3.16 is Alphen-Chaam gebonden aan de door haar vertegenwoordiger ondertekende overeenkomst. Deze vordering wordt derhalve toegewezen.
3.34 Omdat de positie van Baarle-Hertog vooraf wordt afgekocht, wordt de (netto)verkoopopbrengst verdeeld over de 3.574 aandelen waartoe alle gemeenten-aandeelhouders op basis van de laatste hertelling gerechtigd zijn. Dit brengt tevens met zich, dat Alphen-Chaam - in het licht van ro. 3.31 - aanspraak kan maken op ontvangst van 99/3.574 deel van de koopprijs.
Het lot van de vorderingen
3.35 De bij inleidende dagvaarding in conventie ingestelde vordering sub a moet worden afgewezen wegens gebrek aan belang. Van de 99 aandelen die Alphen-Chaam thans als eigenares houdt zal zij, zoals hiervoor overwogen, immers 22 moeten overdragen. In feite wordt zij daarmee eigenares van 77 van 3.989 aandelen, een en ander conform het overzicht aantal aandelen per 1 oktober 2000.
3.36 De vordering sub b zal worden afgewezen. Alphen-Chaam is rechtens gehouden tot overdracht van 22 van de door haar gehouden aandelen aan Intergas of een aan de daartoe door Intergas aan te wijzen overige Gemeenten. In verband hiermee zal de reconventionele vordering sub 1 worden toegewezen.
3.37 De vordering sub c zal worden afgewezen. Uit het voorgaande volgt immers dat de resultaten van de hertelling als zodanig niet onjuist zijn, zodat er ook geen reden is waarom Intergas niet tot uitgifte van 143 nieuwe aandelen mocht overgaan. Ook de toedeling van de aandelen volgens het als productie 1 overgelegde overzicht is juist. In verband hiermee zal de reconventionele vordering sub 2 worden toegewezen.
3.38 De vordering sub d zal worden toegewezen, met die aanpassing evenwel als overwogen in ro. 3.34 (jo. 3.31). Dit betekent dat de reconventionele vordering sub 3 wordt afgewezen.
3.39 De vordering sub e zal worden afgewezen, nu uit de voorgaande overwegingen volgt dat hiervoor geen grond aanwezig is.
3.40 Uit ro. 3.33 volgt dat de vordering in reconventie sub 4 wordt toegewezen.
4. De proceskosten
4.1 Gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie, en waar beide partijen deels in het gelijk, deels in het ongelijk zijn gesteld, worden de proceskosten aldus gecompenseerd, dat iedere partij haar eigen kosten draagt.
4.2 In de procedure tot tussenkomst dient de gemeente Goirle, als de in het ongelijk gestelde partij, te worden veroordeeld in de proceskosten.
5. De beslissing.
De rechtbank:
In conventie en in reconventie
verklaart voor recht dat de gemeente Alphen-Chaam, indien de bij overeenkomst van 29 maart 2001 voorziene verkoop van aandelen in Intergas aan Westfälische Ferngas AG doorgang vindt, gerechtigd is een met haar aandelenbezit overeenkomstig aandeel van de koopprijs, zijnde 99/3.574 gedeelte van de koopprijs, te ontvangen;
verklaart voor recht dat de gemeente Alphen-Chaam rechtens is gehouden 22 van de door haar gehouden aandelen in Intergas à pari over te dragen aan de daartoe schriftelijk door Intergas aan te wijzen gerechtigde overige Gemeenten;
verklaart voor recht dat Intergas is gerechtigd 143 nieuwe aandelen uit te geven aan de daartoe volgens de laatste hertelling gerechtigde overige Gemeenten;
verklaart voor recht dat de gemeente Alphen-Chaam rechtens is gebonden aan de als productie 8 bij conclusie van antwoord overgelegde overeenkomst tussen Intergas, de gemeente Alphen-Chaam en de overige Gemeenten d.d. 29 maart 2001;
compenseert de proceskosten aldus, dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde;
In de procedure tot tussenkomst
wijst de vordering af;
veroordeelt de gemeente Goirle in de proceskosten, aan de zijde de gemeente Alphen-Chaam gevallen, tot op heden begroot op € 585,38 wegens salaris procureur;
verklaart deze proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mrs. Nollen, Van Oijen en Römers, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van dinsdag 26 november 2002.