ECLI:NL:RBBRE:2003:AN9917
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Alferink
- J. Peters
- A. Peeters
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in belastingfraudezaak na onrechtmatige bewijsverkrijging uit België
In de zaak met parketnummer 3498-01 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Breda op 11 december 2003 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die werd beschuldigd van belastingfraude. De rechtbank heeft de gedingstukken bekeken en de zaak onderzocht tijdens de terechtzitting, waar de vordering van de officier van justitie en het verweer van de verdachte en zijn raadsman aan de orde kwamen. De rechtbank heeft zich eerst moeten uitlaten over de ontvankelijkheid van de officier van justitie, die was gebaseerd op bewijsmateriaal verkregen uit België. De verdediging stelde dat dit bewijsmateriaal onrechtmatig was verkregen, wat zou moeten leiden tot niet-ontvankelijkheid van de officier van justitie.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de Belgische autoriteiten een spontane gegevensuitwisseling hebben gedaan met de FIOD-ECD in Nederland, maar dat er geen duidelijkheid was over de rechtmatigheid van de verkregen gegevens. De rechtbank oordeelde dat er aanwijzingen waren dat de Belgische opsporingsfunctionarissen onbehoorlijk hadden gehandeld, wat de rechtmatigheid van het bewijs in twijfel trok. De rechtbank concludeerde dat de officier van justitie ontvankelijk was in zijn vordering, maar dat het bewijs dat uit België was verkregen, niet kon worden gebruikt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren voor de belastingfraude. De rechtbank sprak de verdachte vrij van de tenlastelegging, omdat de verklaringen van getuigen en het aangetroffen bewijs niet voldoende waren om aan te tonen dat de verdachte opzettelijk onjuiste aangiften had gedaan. De rechtbank benadrukte dat de gegevens uit België, die de basis vormden voor de beschuldigingen, niet konden worden gebruikt in de bewijsvoering, wat leidde tot de vrijspraak van de verdachte.