ECLI:NL:RBBRE:2004:AO2775
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- Mr. Janssen
- Mr. Veldhuizen
- Mr. Ris
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voorbedachten rade en noodweerexces bij doodslag en wapenbezit
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Breda op 2 februari 2004, stond de verdachte terecht voor de beschuldiging van moord c.q. doodslag en het voorhanden hebben van wapens en munitie van categorie III. De rechtbank oordeelde dat de verdachte niet schuldig was aan moord, omdat er geen sprake was van voorbedachten rade. De rechtbank verwierp het verweer van de verdachte dat zij geen opzet had op de dood van het slachtoffer, J. [M.], en concludeerde dat er wel degelijk sprake was van doodslag. De verdachte had op 8 mei 2003 in Tilburg met een pistool zes kogels op het slachtoffer afgevuurd, wat leidde tot diens overlijden. De rechtbank erkende echter dat de verdachte zich in een psychische uitzonderingspositie bevond, wat leidde tot de conclusie dat er sprake was van noodweerexces. Hierdoor werd de verdachte ontslagen van alle rechtsvervolging voor het feit van doodslag.
Ten aanzien van het tweede feit, het voorhanden hebben van wapens, werd de verdachte wel schuldig bevonden. De rechtbank legde een gevangenisstraf op van 63 dagen, met aftrek van voorarrest, en bepaalde dat een pistool aan het verkeer werd onttrokken. De benadeelde partij, [W.], werd niet-ontvankelijk verklaard in zijn vordering, omdat er voor het feit van doodslag geen straf of maatregel werd opgelegd. De rechtbank benadrukte de ernst van het ongeoorloofd wapenbezit en de noodzaak om dit streng aan te pakken, ongeacht de beweegredenen van de verdachte.