ECLI:NL:RBBRE:2004:AO3253
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. Schoonen
- J. van den Heuvel
- A. van Oijen
- Rechtspraak.nl
Vonnis inzake pinpas-fraude met meerdere verdachten
Op 5 februari 2004 heeft de meervoudige kamer van de Rechtbank Breda een vonnis gewezen in een strafzaak tegen de verdachte C.H., die werd beschuldigd van deelname aan een criminele organisatie en het valselijk opmaken van betaalpassen. De rechtbank heeft de zaak onderzocht ter terechtzitting, waarbij de vordering van de officier van justitie en het verweer van de verdachte en zijn raadsman, mr. Bos, aan de orde kwamen. De rechtbank oordeelde dat niet wettig en overtuigend bewezen was wat onder de feiten 2 en 3 was tenlastegelegd, met uitzondering van enkele bewezenverklaarde feiten. De verdachte werd vrijgesproken van deelname aan een criminele organisatie, omdat er geen sprake was van een duurzame samenwerking tussen de betrokkenen.
De rechtbank achtte het bewezen dat de verdachte samen met anderen betrokken was bij het skimmen van betaalpassen, waarbij hij en zijn mededaders op verschillende locaties in Nederland valse betaalpassen hebben vervaardigd en gebruikt. De rechtbank nam in haar overwegingen mee dat de verdachte dit deed uit winstbejag, wat leidde tot aanzienlijke financiële schade voor de banken en een inbreuk op het vertrouwen van consumenten in het betaalnetwerk. De rechtbank hield ook rekening met het strafblad van de verdachte, waaruit bleek dat hij eerder was veroordeeld voor vermogensdelicten.
De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 3 jaar en 6 maanden, waarbij de tijd die hij in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering werd gebracht. De benadeelde partij, Interpay Nederland B.V., werd niet-ontvankelijk verklaard in haar vordering, maar kon deze alsnog bij de burgerlijke rechter indienen. De rechtbank verklaarde ook dat een in beslag genomen laptop verbeurd werd verklaard, omdat deze was verkregen door middel van de bewezen verklaarde feiten.