ECLI:NL:RBBRE:2004:AO3417
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Leijten
- B. Bouwen
- A. Koopman
- J. Nuijten
- H. Spreuwenberg
- R. de Boer
- J. Godrie
- M. Kerkhofs
- A. Poeth
- W. Wallis
- J. Verjans
- R. Minnaar
- A. Bruns
- J. van den Beld
- Rechtspraak.nl
Weigering gemachtigde door kantonrechters wegens misleiding over academische titel
In deze zaak hebben de kantonrechters te Breda, Tilburg en Bergen op Zoom op 28 januari 2004 een beschikking gegeven waarin zij de gemachtigde [verweerder] voor een periode van vier jaar, tot 1 januari 2008, weigeren. Deze beslissing is genomen naar aanleiding van herhaaldelijke misleiding door [verweerder] over zijn academische kwalificaties. De procedure werd ingeleid met een brief van 18 november 2003, waarin [verweerder] werd geïnformeerd over het voornemen tot weigering. Tijdens een hoorzitting op 8 december 2003 heeft [verweerder] de gelegenheid gekregen om bewijsstukken over te leggen, maar hij heeft hiervan geen gebruik gemaakt.
De kantonrechters hebben vastgesteld dat [verweerder] zich ten onrechte voordeed als meester in de rechten en de titel Juris Doctor (J.D.) claimde, zonder deze daadwerkelijk te bezitten. Dit leidde tot eerdere weigeringen door de kantonrechters te Bergen op Zoom en Tilburg. Het gerechtshof te 's-Hertogenbosch had de periode van weigering in een eerdere beschikking teruggebracht tot zes maanden, maar de kantonrechters oordeelden dat [verweerder] zijn misleidende praktijken voortzette. De kantonrechters hebben geconcludeerd dat [verweerder] niet alleen de titel J.D. onterecht gebruikte, maar ook andere misleidende informatie verstrekte over zijn kantoor en medewerkers.
De beslissing van de kantonrechters is gebaseerd op de noodzaak om het publiek te beschermen tegen misleiding door [verweerder], die zijn kwalificaties op een onjuiste manier presenteerde. De kantonrechters hebben de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de beslissing onmiddellijk van kracht is, ongeacht eventuele rechtsmiddelen die [verweerder] zou kunnen aanwenden. Deze uitspraak benadrukt het belang van transparantie en eerlijkheid in de juridische praktijk, vooral met betrekking tot de kwalificaties van gemachtigden.