ECLI:NL:RBBRE:2005:AS8846
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. Janssen
- mr. Kok
- mr. Van Gessel
- Rechtspraak.nl
Afwijzing ontnemingsvordering wederrechtelijk verkregen voordeel na toewijzing schadevergoedingen aan benadeelde partijen
In de zaak met parketnummer 4882-04 heeft de rechtbank Breda op 1 maart 2005 uitspraak gedaan over de vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel door de officier van justitie. Tijdens de zitting is de officier van justitie gehoord, evenals de verdachte, die werd bijgestaan door zijn raadsman, mr. Van der Putten. De rechtbank heeft vastgesteld dat er meerdere benadeelde partijen betrokken waren in de strafzaak tegen de verdachte. Een aanzienlijk deel van de vorderingen die door deze benadeelde partijen zijn ingediend, is door de rechtbank toegewezen, wat heeft geleid tot veroordelingen van de verdachte tot schadevergoeding aan deze partijen.
Gezien de toewijzing van de vorderingen van de benadeelde partijen, heeft de rechtbank geconcludeerd dat er geen ruimte meer is voor de toewijzing van de ontnemingsvordering van de officier van justitie. De rechtbank heeft de vordering van de officier van justitie, die op 26 januari 2005 was ingediend, in zijn geheel afgewezen. De beslissing is genomen door een meervoudige kamer, bestaande uit mr. Janssen als voorzitter, mr. Kok en mr. Van Gessel, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting. De griffier, Van den Goorbergh, was ook aanwezig tijdens deze zitting.