ECLI:NL:RBBRE:2005:AU2765
Rechtbank Breda
- Eerste aanleg - meervoudig
- M. van Oijen
- A. Peters
- J. Zuidema
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van Griekse chauffeur in cocaïnezaak na gebrek aan bewijs
In de zaak met parketnummer 993056-05 heeft de Rechtbank Breda op 5 september 2005 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een Griekse chauffeur, die beschuldigd werd van het opzettelijk buiten het grondgebied van Nederland brengen van ongeveer vijf kilogram cocaïne. De verdachte, die op dat moment gedetineerd was in het huis van bewaring de Boschpoort te Breda, stond terecht voor de tenlastelegging die betrekking had op een incident dat plaatsvond op 24 mei 2005 te Zevenbergschen Hoek, gemeente Moerdijk. De officier van justitie had de verdachte aangeklaagd op basis van de Opiumwet, maar de rechtbank heeft na het horen van de vordering van de officier en het verweer van de verdachte en zijn raadsman, mr. Sneep, geconcludeerd dat de beschuldigingen niet wettig en overtuigend bewezen konden worden.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er bij een douanecontrole in de vrachtauto van de verdachte een plastic zak met cocaïne werd aangetroffen. Echter, de verdachte en zijn mededader ontkenden enige betrokkenheid bij de cocaïne. De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de bewijsvoering, met name de fotoprints van video-opnames van een tankstation, niet voldoende waren om de betrokkenheid van de verdachte te bevestigen. De rechtbank kon niet vaststellen dat de verdachte op enig moment de plastic tas met cocaïne onder zijn jas had verborgen, wat cruciaal was voor de bewijsvoering.
Uiteindelijk heeft de rechtbank geoordeeld dat de verdachte vrijgesproken moest worden van de hem tenlastegelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was om tot een veroordeling te komen. De rechtbank heeft ook het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Dit vonnis is uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier, mr. Oostlander-Vink, en is op 5 september 2005 openbaar gemaakt.